BouwBelang 2 - 2017

24 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2017 DUURZAAM ERFGOED Harry van Waveren Voorzitter van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg “Onze stichting is ontstaan in 2011 toen we van OC&W voor een periode van ruim vier jaar een stevige subsidie kregen – ruim een miljoen – in het kader van de be- leidsbrief Modernisering Monumenten- zorg. De subsidie werd gegeven voor in hoofdzaak de ontwikkeling van uitvoe- ringsrichtlijnen en beoordelingsricht- lijnen voor certificering. De sector neemt de regulering van de kwaliteitszorg op zich en zal dat na de initiële subsidie ook zelf onderhouden en financieren, aldus de overwegingen van het ministerie destijds. Wij, dat wil zeggen vertegenwoordigers uit alle geledingen van de restauratiesec- tor gesecondeerd door een college van des- kundigen voor de ontwikkeling van de richtlijnen, gingen vol goede moed aan de slag en hebben door inzet en volharding van alle betrokkenen een prima set richt- lijnen ontwikkeld voor algemeen gebruik. De richtlijnen blijken in de praktijk een gro- tere impact te hebben en breder ingezet te worden dan we aan het begin konden voor- zien. Zo worden ze bijvoorbeeld gebruikt voor toetsing van de eindtermen op mbo- en hbo-niveau. En dan zijn we nog niet eens goed op stoom met de verbreiding en be- kendmaking van ons werk. De website is goed maar wordt – ook volgens het ministe- rie – nog onvoldoende gevonden. Daar kan dus nog wel een tandje bij.” “Mede door die brede inzetbaarheid van de richtlijnen wordt het des belangrijker dat ze up-to-date gehouden worden. Wetswijzigin- gen hebben gevolgen en de Europese nor- men moeten geïmplementeerd worden. Bovendien is een regelmatig en goed con- tact met de sector in al zijn geleding van belang om de vinger aan de pols te houden over de werking van de richtlijnen. Dat vergt een goed ingewerkt apparaat achter de ERM. We ondervinden echter, dat de daar- voor benodigde ruim twee ton niet uitslui- tend – zoals aanvankelijk het plan was – door de markt opgebracht kan worden. De zo’n 15 beroepen in de restauratietechniek – bieden we een steunpunt wanneer er pro- blemen zijn bij de opleidingen. Sommige vakdisciplines hebben hun opleiding al goed georganiseerd. De stukadoors hebben op eigen kracht de restauratieopleiding ingevuld. Via Het Neerlandsch Stucgilde, onderdeel van NOA, kunnen gemotiveerde leerlingen zich al jaren ontwikkelen tot Meester Stukadoor.” “Op zich is het voor de restauratiebranche gunstig dat onderwijs en cultuur zijn onder- gebracht in één ministerie. Maar af en toe lijkt het wel of er een dikke muur staat tus- sen de beide beleidsvelden. Wij ervaren dat bijvoorbeeld in de strikte handhaving van de onderwijsbevoegdheid voor leraren die restauratietechniek geven. Het ministerie eist dat ook die techniekdocenten over de juiste pedagogische graad beschikken, ter- wijl wat ons betreft juist de vakinhoudelijke kennis prioriteit geniet. Als je 30 jaar erva- ring hebt als restauratiemetselaar, goed met jongeren kunt omgaan, maar niet over de vaardigheid beschikt om de vereiste peda- gogiek bij te spijkeren, mag je het vak niet overdragen aan een opleiding. En dan heb- ben we ook nog eens te kampen met de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, waardoor de school geen vakmensen meer kan inhuren. Je bent gedwongen ze een vaste baan aan te bieden, maar deze men- sen werken al in de praktijk en willen slechts incidenteel lesgeven. Wil je op ter- mijn inhoud geven aan de opleiding, dan moet je van die regels af kunnen wijken. Onbegrijpelijk dat het ministerie dat niet in- ziet. Juist die mensen met veel ervaring hebben we keihard nodig.” opdrachtnemers (zoals aannemers, schil- ders etc.) betalen eenmalig voor de ontwik- keling van een beoordelings- of uitvoe- ringsrichtlijn. Daarnaast betalen gecertificeerde bedrijven een klein bedrag per jaar, bij elkaar ca. € 30.000,-. Meer zit er niet in; zij moeten immers al behoorlijk bij- dragen aan de opleiding van hun personeel. Van opdrachtgevers komen ook geen grote bedragen.” “Het ministerie van OC&W heeft begrip voor het dilemma en is zeker bereid jaarlijks een bedrag ter grootte van de helft van het be- nodigde budget te reserveren. Dat is helaas niet voldoende om de actualiteit van de richtlijnen te garanderen. Het zou eeuwig zonde zijn als door het tekort van een betrekkelijk gering bedrag de richtlijnen over enkele jaren niet meer bruikbaar zijn. Je zou daardoor de gehele visie die achter de MoMo-gedachte zit, ondermijnen. Een visie overigens waar wij vierkant achter staan. Daarom zullen ook de komende peri- ode benutten om onze zorg onder de aan- dacht van de Tweede Kamerleden en de volgende minister te brengen. Eigenlijk kun je restauratie en onderhoud van erfgoed vergelijken met archeologie. Onze sector kun je omschrijven als ‘bovengrondse ar- cheologie’. Tegen die achtergrond is het niet logisch dat archeologie kan rekenen op af- doende overheidssteun en onze sector niet. Te meer daar goed onderhouden erfgoed – wellicht nog meer dan archeologie – van groot economisch belang is.” Harry van Waveren: “OC&W kan door een betrekkelijk geringe jaarlijkse bijdrage de kwaliteitsrichtlijnen toekomstbestendig maken en up tot date houden”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=