BouwBelang 2 - 2017

GAZET | NUMMER 2 - 2017 40 COLUMN Na een boeiende campagne en een verrassende verkiezingsuitslag moeten wij constateren dat er een versplinterd politiek landschap is ontstaan. In de campagne speelde de arbeidsmarkt en het zzp’issue geen bijzonder grote rol. In de nu volgende formatie zal dat anders zijn. Er liggen harde noten om te kraken. Dat de formatie ingewikkeld gaat worden, lijkt een open deur. Ideologisch liggen de vier partijen die nu aan tafel zitten op een aantal dossiers zoals zorg, vluchtelingen, klimaat en Europa ver uit elkaar. Toch lijken er ook wel mogelijkheden om elkaar te vinden. Gelijktijdig vindt er op de achtergrond overleg plaats tussen sociale partners (werkgevers en werknemers) om tot een Sociaal Akkoord te komen. Belangrijke thema’s als loondoorbetaling bij ziekte, ontslagrecht en beperken van flexcontracten zijn onderwerp van bespreking. Partijen hebben er na de ervaring van 2013 bewust voor gekozen om een sociaal plan tot stand te brengen zonder inmenging van het kabinet. Ons wensenlijstje voor het nieuwe kabinet hebben we middels een beleidsnotitie bekend gemaakt aan de kabinetsinformateur en de Tweede Kamerfracties. Wat voor ons het belangrijkste thema is, zal u niet verbazen. Sinds enige jaren pleiten wij bij de politiek voor ruimte voor mkb-bedrijven om te ondernemen en te groeien. De arbeidsmarkt is de grootste uitdaging voor het kabinet. De verhouding tussen verplichtingen, verantwoordelijkheden en risico’s tussen werkgevers en werknemers moet meer in balans komen. Ons motto is: ‘Politici, ‘bouw’ aan het midden- en kleinbedrijf en neem hun positie als uitgangspunt voor beleid; dan bouwen mkb-aannemers aan werk, vaste banen en welvaart’. Laten wij hopen dat een nieuw kabinet dat ter harte neemt en zal doortikken met heldere keuzes op een aantal voor ons cruciale dossiers. Truus Remkes Senior Beleidsmedewerker AFNL Contract ‘6 maanden en 1 dag’: toch proeftijd nietig ■ Omdat een proeftijd in contracten voor een half jaar of korter niet is toegestaan, kan een werkgever een contract voor zes maanden en één dag opstellen. Maar dan moet dat wel zorgvuldig gebeuren. In een zaak bij het hof Den Bosch was een organi- satie hierbij de mist ingegaan. De werkgever had de volgende bepaling in een contract opgenomen: ‘1.1 Werknemer treedt met ingang van 11 februari 2016 in dienst voor bepaalde tijd van 6 maanden bij werkgever in de functie van Recruitment Consultant. De arbeids- overeenkomst eindigt derhalve van rechtswege, zonder dat opzegging is vereist, op 11 augustus 2016.’ Het contract bevatte ook een proeftijd. Op 10 maart 2016 maakte de werkgever hier gebruik van door het contract met directe ingang op te zeggen. Volgens de werknemer was dit niet mogelijk: in een halfjaarcon- tract is een proeftijdbeding nietig. En inderdaad: het hof oordeelde dat de werknemer ervan uit mocht gaan dat het contract voor een half jaar was aangegaan. In de eerste zin van de bepaling stond expliciet ‘6 maan- den’ en in de tweede zin stond dat ‘derhalve’ het con- tract op 11 augustus 2016 eindigde. De werkgever had duidelijker moeten formuleren en communiceren. De schadevergoeding bedroeg drie maandsalarissen. < Website SVWOH gelanceerd ■ De website van de nieuwe Stichting Veilig Werken op Hoogte is vorige maand in gebruik genomen. De Stichting Veilig Werken Op Hoogte richt zich op verbetering van de vakbekwaam- heid van medewerkers die betrokken zijn bij het werken op hoogte. Hiertoe beheert de stichting een certificeringschema en kwalificatiedossiers aan de hand waarvan medewerkers kunnen worden opgeleid. Daarnaast verzorgt de stichting het beheer van de centrale examenbank en het deel- beheer van het centraal diplomaregister. SVWOH is een voortzetting van het initia- tief dat in de jaren 90 door de sector werd genomen om de vakbekwaamheid van personeel aantoonbaar te maken. In goede afstemming met de betrokken stakeholders op het werkgebied “Veilig werken op hoogte” en DNV GL zijn de activiteiten en de bijbehorende structuur over- gedragen aan de SVWOH. Dankzij het Sectorplan Steigerbouw (2016-2018) is een structuur tot stand gebracht ten behoeve van het Veilig Werken Op Hoogte, waarbij de vakbekwaamheid van uitvoe- rend personeel op neutrale, objectieve en eenduidige wijze wordt aangetoond, bewaakt en geregistreerd. De opzet is zodanig gekozen dat er ruimte wordt geboden om - afhan- kelijk van het toegepaste arbeidsmiddel voor het werken op hoogte - te kunnen kiezen voor persoonscertificering (ISO 17024), diplomering (MBO) of andersoortige kwalificering. De verantwoordelijkheden en taken van de sectoren wor- den strikt gescheiden gehou- den van de Certificerende Instanties (DNV GL) en de andere toezichthoudende orga- nisaties, zoals de overheid. < Worden het Sociaal en Regeerakkoord mkb-proef?

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=