BouwBelang 4 - 2017

12 BOUWBELANG | NUMMER 4 - 2017 beroep, dat een geringe kans op een baan biedt. Maar dat is nu dus weer anders. Het gebrek aan goede vak- krachten kan de rem op economische groei worden. Heerts: “Het mbo is geen machine waar je aan de ene kant jonge mensen voorsorteert, die er aan de andere kant uitkomen als gemotiveerde vakmensen voor wie techniek centraal staat. We kennen in Nederland een vrije beroepskeuze. Je kunt studenten dus niet dwingen te kiezen voor bouw en techniek en dat is maar goed ook. In het mbo leiden we voor meer op dan alleen het beroep. Door kunnen naar vervolgonderwijs en ontwik- keling als burger zijn eveneens van groot belang. We bieden opleidingen in de techniek en de gebouwde omgeving aan en met de landelijke dekking in die cate- gorieën zit het wel snor. Je vindt binnen een straal van ongeveer zestig kilometer wel een roc die de gewenste bouwopleiding aanbiedt. De kosten voor het openbaar vervoer is geen beletsel meer, nu je gratis kunt reizen als je een voltijds mbo-opleiding volgt. Aan het imago kunnen we in ons eentje weinig doen. Daarvoor moeten we samenwerken met andere partijen. Overigens neem ik een kentering waar: de belangstelling voor Techniek en de Gebouwde Omgeving neemt weer toe.” MAATSCHAPPELIJK RELEVANT Verbetering van het imago van techniek en bouw vergt een gestructureerde aanpak, die begint op de basis- school en doorgezet wordt in de vervolgopleidingen. Daartoe voert Heerts gesprekken met de PO Raad (“Op de Pabo’s ‘technologiebewustzijn’ bijbrengen.”) en de Vereniging Hogescholen. En ook ziet hij graag onderne- mers op de scholen om er te vertellen over het maat- schappelijk belang van hun vak. “Niemand beter dan een installateur kan overbrengen wat er allemaal moet gebeuren achter de wand van een badkamer om ervoor te zorgen dat er water van de juiste temperatuur uit de douchekop komt. Of laat een gww-ondernemer de gevol- gen schetsen als er geen riolering in de straten ligt. Maak die vanzelfsprekende zaken zichtbaar. Hoe zit het met tegels, waar zijn ze van gemaakt en hoe komen ze bij jou aan de wand? Wie kan dat beter vertellen dan een vakmens? Verder zijn thema’s als duurzaamheid, aard- bevingsbestendig bouwen en watermanagement van groot maatschappelijk belang. Dankzij de techniek boe- ken we vooruitgang op die terreinen. Op zo’n manier worden scholen meer bedrijven. Andersom moeten bedrijven ook meer school worden. Daar werken we aan in de SBB, de samenwerkingsorganisatie Beroepsonder- wijs Bedrijfsleven. Ik zit in het dagelijks bestuur, samen met onder meer Michaël van Straalen, voorzitter van MKB Nederland. Mbo-studenten leren het vak bij een bedrijf en in de techniek door een beter aansluiting tus- sen scholen en bedrijven; dat willen we bereiken. Dat is eveneens de inzet van het Techniekpact en dat streven staat ook op de agenda van de Bouwagenda. Initiatieven genoeg om het bedrijfsleven dichter bij de school te “Met hokjesdenken gaan we het niet redden in de 21 e eeuw.” INTERVIEW brengen en vice versa. Zo hoort het in een samenleving die gericht is op een toekomst, waarin een levenlang ontwikkelen normaal wordt.” NETWERKEN Het hokjesdenken, daar gaan we het volgens Heerts niet mee redden in de 21ste eeuw. Dat geldt niet alleen voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven, ook de scheiding tussen de vakdisciplines is allang niet meer zo strikt als die ooit was. “Vernieuwing en innovaties komen tot stand dankzij netwerken waarin meerdere disciplines met elkaar samenwerken. Ik zie dat bijvoorbeeld in Groningen waar men in pluriforme teams werkt aan een aardbevingbe- stendige woon- en werkomgeving. Door de krachten te bundelen kun je meters maken. De zoektocht naar tech- nische oplossingen gebeurt in een breed verband van overheid, scholen, universiteiten en bedrijfsleven. Dat is de aanpak die in onze tijd tot successen kan leiden. Het zou mij niets verbazen dat die inspanningen leiden tot een mooi exportproduct op eenzelfde manier als waarop we in staat zijn geweest onze kennis over waterbeheer- sing over de hele wereld uit te dragen. Die multidiscipli- naire aanpak vind je – uiteraard op een andere schaal – ook terug in het mbo. Bijvoorbeeld het onderwijsclus- ter TGO (Techniek en Gebouwde Omgeving) weerspie- gelt dat. Daaronder zijn alle traditionele beroepen in bouw en techniek samengebracht: van bouw en infra tot metaal, elektro- en installatietechniek. Logisch, want dat zie je ook in de praktijk: het werk van het installatie- technische bedrijf en de bouwkundige aannemer raken steeds meer met elkaar verweven. En het zal inmiddels niemand meer verbazen dat er vele dwarsverbanden zijn met de ict.” TWEE LIJNEN Maar wie gaat het dak repareren als dat stuk gaat en wie restaureert de kerken en de historische gebouwen? “Je ziet in dit opzicht twee lijnen. De ene lijn is de weg van robotisering, prefabriceren en integrale technische oplossingen voor de uitdagingen van vandaag. Dat is de grote lijn. Langs die weg komen nieuwe gebouwen en woningen tot stand. Daarop moeten we voor een belang- rijk deel ons onderwijs afstemmen, anders verliezen we de aansluiting met waar de arbeidsmarkt om vraagt. De andere lijn is het vakmanschap gebaseerd op de traditi- onele beroepen. Ook daar zal vraag naar blijven. Mede daarom ligt er een opdracht bij het mbo om ook in die lijn mensen op te leiden. Dat zal voor zover ik kan over- zien niet veranderen. Maar feit blijft, dat er veel veran- derd is en dat er nog veel meer gaat veranderen. De MBO Raad geeft namens de scholen mede sturing aan die dynamiek. Dus zo kalm en rustig als gesuggereerd aan het begin van dit interview, is mijn huidige baan beslist niet.” �

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=