BouwBelang 4 - 2017

18 BOUWBELANG | NUMMER 4 - 2017 INNOVATIEF MATERIAAL door Bioframe-lantaarnpalen, waardoor BG&M tegelijk de veelzijdigheid toont van de toepassingsmogelijkheden. DOORZETTINGSVERMOGEN Als je in Nederland een nieuw bouwmateri- aal op de markt wilt brengen, moet je eerst door een molen van toetsen en testen. Het duurt jaren voordat je met het product de markt op kunt. Hoe kijkt Loves daar tegen- aan? “Ik begrijp het wel, maar als ondernemer vind je dat niet leuk. Het schrikt bedrijven af. Om toegelaten te worden tot de markt moet je beschikken over veel tijd, financiële reserves en doorzettingsvermogen. En dat heeft niet iedereen. Het is tekenend dat wij – van de dertien bedrijven die met een innovatie het EDR-traject zijn ingegaan – het enige bedrijf zijn dat nog meedraait. We zijn overigens wel blij met het traject, want het biedt ons de gelegenheid het product te testen. Ook genereren we op deze wijze veel aandacht voor Bioframe. En natuurlijk kun- nen we de financiële steun goed gebruiken.” Verder merkt Loves op dat het eenvoudiger is om een product in de infra te lanceren dan op de bouwmarkt. “Een brug of een fietspad wordt vooral getest voor het toe- passingsgebied. De bouw vraagt veel meer zekerheden, waarvoor je een reeks aan cer- tificaten en attesten moet kunnen overleg- gen. Ook wel begrijpelijk want de risico’s zijn veel hoger. Denk alleen maar aan brandveiligheid. Maar het is wel de reden dat we ons eerst richten op de infra-markt.” gen, net zoals dat bij betontegels gebruikelijk is, in een bed van puin en schoon zand. Per vak toetsen we een andere oppervlaktebe- werking aan de eisen waaraan een fietspad moet voldoen. Dat wil zeggen: het opper- vlakte is in alle seizoen voldoende stroef, mag niet teveel slijtage veroorzaken aan de banden van de fietsen, de samengestelde elementen moeten een strooiwagen van vijf ton kunnen dragen, het regenwater wordt ook bij hoosbuien snel genoeg afgevoerd en verder zijn er nog een aantal eisen die in het EDR-kader gesteld zijn, zoals duurzaam- heid.” FOOTPRINT De eerste testresultaten zijn hoopgevend en het begeleidende ingenieursadviesbureau Sweco (voorheen Grontmij) is enthousiast. En met die duurzaamheid zit het ook wel goed, want de ecologische footprint van een Bioframe-fietspad blijft steken op vijf pro- cent van een betonnen fietspad. Maar in hoeverre wordt die voetafdruk beïnvloed door het feit dat je de profielen uit India moet halen? Loves: “Die milieubelasting door transport is inderdaad een punt van aandacht. Nog steeds is het resultaat vele malen beter dan bij beton en asfalt. Maar het kan dus beter en dat wordt ook beter als we hier in Neder- land successen boeken met de profielen. Want de Indiase producent heeft al laten weten, dat hij in dat geval een productie- eenheid in Nederland wil opstarten.” De testvakken worden ’s avonds verlicht “Per testvak toetsen we een andere oppervlaktebewerking aan de eisen waaraan een fietspad moet voldoen.” Er zitten echter altijd grenzen aan het geduld, het doorzettingsvermogen en de financiële reserves. Wanneer zijn die gren- zen bereikt? Loves: “Het komende kwartaal wordt be- langrijk. Aan het einde van dit jaar moet er op zijn minst uitzicht zijn op omzet. Ik heb goede hoop, want in Drenthe staan vele pro- jecten op stapel in de toeristische sector: ontsluiting van veengebieden door fiets- en wandelpaden, bouw van schaapskooien, en- zovoort. En daar kunnen wij een gezonde en milieubewuste bijdrage aan leveren.” GEEN PATENT Is Loves – ten slotte – niet bang dat het pro- duct gemakkelijk door een andere produ- cent na te maken is? We weten immers allemaal dat het patenteren lastig is en lang niet altijd bescherming biedt. “De producent wil niet eens een patent op de profielen. Hij is ervan overtuigd dat nie- mand het product kan namaken. Het is vaak genoeg geprobeerd en niet door geringste partijen, maar zonder resultaat. Dat komt doordat het productieproces heel complex is en het verkrijgen van de juiste product- eigenschappen van vele factoren afhangt. De specifieke kwaliteit de Indiase bodem leidt tot de juiste structuur van de vezels. En dan is er het droogproces, de machines, de mallen.… enzovoort. Het luistert allemaal heel nauw. Kopiëren is uitgesloten.” �