BouwBelang 4 - 2017

26 BOUWBELANG | NUMMER 4 - 2017 PILOT BETALINGSGEDRAG wat we begroot en al betaald gekregen had- den. Mochten daar om wat voor redenen dan ook verschillen opgetreden zijn, dan werd dat verschil verrekend met het begrote bedrag in de factuur voor de daaropvolgen- de termijn.” Wim Konings: “Dat was voor Paul en voor mij wel meer werk, maar dat kwam toch vooral doordat we niet gewend zijn om directe nacalculaties te maken. De verreke- ning kwam vroeger helemaal aan het eind wel. In de pilot is dat van dag tot dag bijge- houden. Dus geen discussies achteraf. Ik zie ook dat als een belangrijk voordeel, want je hebt achteraf minder werk.” Roel de Jong: “Als gemeente moeten we nog een standpunt innemen of we de systema- tiek vakder zullen toepassen. We zijn posi- tief gestemd, al past het waarschijnlijk niet bij elk project. De pilot is in ieder geval een belangrijke stap richting een ander beta- lingssysteem voor onze infra-werken.” Meriam de Koning: “Ook wij zijn enthou- siast. Dit was de eerste pilot. We zijn nu druk met de voorbereidingen voor andere pilots. Op grond van meerdere ervaringen, ook in andere situaties verwachten we definitiever conclusies te kunnen trekken en hopelijk op basis daarvan aansluitend met een goed onderbouwd concept voor een betalingssysteem te kunnen komen, dat recht doet aan alle partijen in de uitvoe- ringsketen van projecten. In dat licht kun je deze pilot zien als een opstapje richting aanpassing van de betalingsregels.” Paul Driessen: “Hoe kom je dichter bij elkaar, zonder dat dat ten koste van de con- currentie gaat? Daar gaat het om en dat is van de kosten die in de eerste maand te maken waren. Dat bedrag is direct gefactu- reerd en door de gemeente binnen twee weken overgemaakt. De hoofdaannemer hoefde dus niet – zoals gebruikelijk in de in- fra – een beroep te doen op zijn krediet of de betalingstermijnen in de keten wat op rek- ken. Deze planning met bijbehorende beta- ling is gaande het werk voortdurende on- derwerp van gesprek gebleven.” Johan Middelkamp, MKB INFRA-lid en begeleider van de pilot: “En dat is precies wat wij hebben beoogd met onze voorstellen voor een ander betalingssysteem. Geen voorfinanciering, maar boter bij de vis. En dat brengt natuurlijk verplichtingen met zich mee richting de bedrijven in de keten. Die openheid en de wetenschap dat je geza- menlijk in vertrouwen het werk tot een goed einde brengt, zijn voor ons vanzelfspreken- de onderdelen van het maatschappelijk ver- antwoord ondernemen. De basis van elke vorm van samenwerking is ‘controleerbaar’ vertrouwen!” Hennie Peek, MKB INFRA-lid en begeleider van de pilot: “Helemaal mee eens. Wie een goed stukje werk aflevert, ongeacht de positie in de keten, heeft recht op snelle betaling. Het gaat niet aan, of je nu opdracht- gevende gemeente of opdrachtgevende aannemer bent, om geld te verdienen door geld vast te houden.” Paul Thijssen, hoofd bedrijfsbureau HWC: “Op de bouwplaats hield ik samen met Wim Konings van de gemeente dagelijks nauw- keurig bij wat uitgevoerd was en welke kos- ten daaraan verbonden waren. Na afloop van elke maand hebben we in overleg geke- ken naar de afwijkingen ten opzichte van lastig, maar de pilot heeft aangetoond dat het kan. Het zou interessant zijn te peilen hoe onze uitgangspunten zich verhouden op een project van 10 miljoen, waarbij de keten nog een stuk breder is. In hoeverre reikt je invloed als opdrachtgever? Je kunt geen betalingsdiscipline-eisen opleggen aan partijen met wie je geen contract hebt. Op een gegeven moment heb je als opdrachtgever geen zicht meer op wat zich afspeelt enkele stappen dieper in de keten.” Johan Middelkamp: “Tenzij een nieuw betalingssysteem is vastgelegd in de regel- geving.” � Meriam de Koning: “In dat licht kun je deze pilot zien als een opstapje richting aanpassing van de betalingsregels.” Voorlopige conclusies • Voordeel aan rente van €2400,- op een bedrag van €350.000. Bij een omzet van 20 miljoen is dit bijna 130.000 euro per jaar. • Afname van het balanstotaal met ca. 25%, hetgeen een positief effect heeft op de solvabiliteit (toename 20-25%), waardoor evt. discussies met kredietinstellingen kunnen worden voorkomen • Mogelijkheid tot halvering van de kredieten bij de banken (waardoor de balanstotalen van de banken omhooggaan). • Beperking van de kans op faillissementen in de keten (doelstelling Horst aan de Maas). • Voorkoming van de financieringslasten binnen de keten; door afschaffing van onredelijke betalingscondities met termijnen van soms 90 dagen of langer kan men niet meer teren op het geld van ketenpartners.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=