BouwBelang 4 - 2017

33 NUMMER 4 - 2017 | BOUWBELANG VEILIGE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN andere mogen in het wensenlijstje worden opgenomen, zoals architecten, wet- en regelgevers of wetenschappers. De leveranciers en machinebouwers zijn er wat betreft vraag 1 snel uit: hun handen zijn gebonden. Zoals een van hen het zegt: “We zijn ‘volgend’, niet leading. Onze klant be- paalt wat wij maken en leveren. Wil hij een machinaal pakket, dan krijgt hij dat. Wil hij een handmatig pakket, dan krijgt hij dat ook. Als we als branche besluiten om vanaf nu alleen nog machinale pakketten te ma- ken, zijn we in overtreding, want dan bepa- len we de vraag – en dat mag niet; we mo- gen geen marktregulerende afspraken maken. Maar stoppen met het produceren van handmatige pakketten is natuurlijk wel de oplossing.” De traditionele denkwijze loslaten, niet krampachtig vasthouden aan één steen- grootte, pakketmaatvoering, materiaaltype of werkwijze, opent volgens deze groep de deur naar ongekende mogelijkheden. Zo zijn er voor moeilijk bereikbare plekken al diverse speciale hulpmiddelen ontwikkeld. Maar de vraag moet dan wel uit de markt komen – en die komt niet, stellen ze enigs- zins verbaasd vast. Terwijl de regelgeving over mechanisch bestraten met behulp van vacuümtechniek of klemmen duidelijk genoeg is. Een machinebouwer: “Dan mis ik toch een stukje handhaving.” OPDRACHTGEVERS: EXPLICIETER ZIJN Dat in Rotterdam op dit moment 90 procent van de straten en openbare ruimte mecha- nisch bestraat is en wordt, is een score waar arbominnend Nederland alleen maar van kan dromen. Aan de ene kant heb je de ont- werpvrijheid van een ontwerper, verklaart één van de aanwezige opdrachtgevers/ voorschrijvers, en aan de andere kant de wetgeving over veilig en gezond bestraten; die twee zitten elkaar geregeld in de weg. “Wat wij als opdrachtgevers kunnen doen, is enerzijds de ontwerper stringentere voor- waarden bieden (en duidelijk maken dat machines niet meer de beperking zijn) en anderzijds de regels over veilig bestraten beter handhaven. En natuurlijk in de con- tracten naar opdrachtnemers toe explicieter aangeven wat we van ze verwachten inzake mechanisch/handmatig bestraten, en dit dus minder aan de eigen interpretatie over- laten.” Ook moet dit thema via de VNG bij andere gemeenten onder de aandacht wor- den gebracht. Want dat is blijkbaar nodig. “Gemeenten moeten meer doordrongen raken van het feit dat ze medeverantwoor- delijk zijn voor naleving van regelgeving.” HANDHAVEN EN FLINK BEBOETEN Zowel de leveranciers/machinebouwers als de opdrachtnemers laken de aanbesteding volgens het laagste prijsprincipe. “Dat moet op de schop”, zegt een van de aannemers. “Wat je ziet is dat sommige stratenmakers zich te laag inschrijven en dan tegen zulke spotprijzen een straat moeten intikken, dat ze het maar handmatig gaan doen. Ook als het bestek anders voorschrijft; er is toch geen controle.” Handhaving dus. En flink beboeten! - roepen de leveranciers/machi- nebouwers en opdrachtnemers opnieuw. Maar dan wel volgens het principe: de be- trapte stratemaker 500 euro, zijn baas 5.000 euro en de opdrachtgever (dat kan ook de hoofdaannemer zijn) 50.000 euro. Hier heb- ben sommige vertegenwoordigers van de gemeenten (opdrachtgevers) toch wat moei- te mee. Een van hen zegt: “In onze organisa- tie is de wethouder verantwoordelijk, en in feite geef je de politiek dan de boete. Het af- delingshoofd bepaalt, de wethouder betaalt – zo werkt het. De beboeting zou wel gestaf- feld kunnen.” Niet elke gemeente- vertegenwoordiger is het met deze redenatie eens. “De opdrachtgever betaalt de boete.” OPDRACHTNEMERS: LEF TONEN De opdrachtnemers vragen verder om Arbo- vriendelijke ontwerpen en betere hulpmid- delen. Voor zichzelf zien ze ook een taak weggelegd, vooral op het gebied van voor- lichting van het eigen personeel en het lef hebben om conform de Arbo-regels te be- straten. Want dat is dus wel een dingetje. Soms krijgen ze – om wat voor redenen dan ook – een manier van werken opgedrongen die veilig en gezond bestraten danig be- moeilijkt. De zaal denkt nu hardop mee: een kliklijn instellen, melden bij de inspectie (maar die komt pas in actie als er meerdere meldingen over een bepaalde organisatie binnenkomen)? Misschien dat er gekeken kan worden of er via een door VMS ingesteld meldpunt informatie over ‘foute’ bestekken verzameld kan worden, aan de hand waar- van opdrachtgevers aangesproken kunnen worden? Prima, maar hoeveel opdrachtne- mers zullen dat daadwerkelijk aandurven, vooral als ze onderaannemer zijn – klinkt het vanuit de zaal. Het laatste woord hier- over is nog niet gesproken. � “Opdrachtgevers moeten zich realiseren dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de naleving van de wet- en regelgeving.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=