BouwBelang 5 - 2017

25 NUMMER 5 - 2017 | BOUWBELANG COLUMN UITGAVE VANAANNEMERSFEDERATIE NEDERLAND BOUW& INFRA Kritische houding bij meervoudig onderhandse aanbestedingen MR. J (JOOST) HAEST is advocaat/partner bij Severijn Hulshof Advocaten in Den Haag. Zijn vakgebieden: Bouwrecht, Aanbestedingsrecht en Vastgoed. Voor de advertentiemogelijkheden kunt u contact opnemen met: ER-Communicatie Contact: Ed Rothuis Telefoon: 06 - 27 02 88 77 info@er-communicatie.nl E en uitnodiging voor een meervoudig onderhandse aan- besteding stemt bij de meeste gegadigden tot tevreden- heid. Je bent in beeld en de onderhandse markt is een belangrijke levensader voor veel (mkb) bedrijven. Een kriti- sche houding tijdens een dergelijke aanbestedingsprocedure wordt door genodigden dan ook veelal als niet passend geacht. Je bijt immers niet de hand die je voedt. Daar komt bij dat aan- bestedende diensten zich veelal op het standpunt stellen dat de Aanbestedingswet voor de meervoudig onderhandse aanbe- steding weinig regels stelt, waardoor er meer vrijheid bestaat. Naar aanleiding van een gegadigde die wel kritisch was op de aanbestedende dienst bij een meervoudig onderhandse aanbe- steding heeft de Commissie van Aanbestedingsexperts in het recente advies 417 van 14 juli 2017 een interessante aanbeve- ling gedaan en ook de nodige spelregels geschetst. De commissie oordeelt dat de vrijheid die aanbestedende diensten hebben bij een meervoudig onderhandse aanbesteding slechts betrekkelijk is. Aanbestedende diensten dienen op grond van de Aanbestedingswet immers de beginselen van gelijke behande- ling, transparantie en proportionaliteit in acht te nemen. Bij een meervoudig onderhandse aanbesteding moeten opdrachtgevers deze beginselen vertalen in concrete gedragsnormen. Bij gebrek aan die normen beveelt de commissie aan zoveel mogelijk aan- sluiting te zoeken bij de regels die gelden voor Europese aanbe- stedingsprocedures. Verder oordeelt de Commissie van Aanbestedingsexperts uit oogpunt van transparantie dat vóór aanbesteding een objectief beoordelings- en gunningssysteem aan gegadigden verstrekt moet worden. Gegadigden moeten gelijktijdig uitgenodigd worden en eenzelfde termijn voor inschrijving krijgen. Ook moeten ze dezelfde informatie krijgen en gewaarborgd moet worden dat de aanbestedende dienst geen kennis kan nemen van een inschrij- ving op het moment dat andere inschrijvingen nog niet zijn inge- diend teneinde leuren tegen te gaan. Ten aanzien van kwaliteitsonderdelen zullen zodanige criteria moeten worden geformuleerd dat het voor een gegadigde volstrekt duidelijk is aan welke kwaliteitseisen hij moet voldoen. Daarnaast moeten de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief moge- lijk systeem worden beoordeeld. Tot slot dient de aanbestedende dienst de voorlopige gunningsbeslissing te motiveren op een wijze die het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk maakt om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen en te controleren of de beoordeling de (voorlopige) gunningsbe- slissing rechtvaardigt. Met advies 417 geeft de commissie aan dat gegadigden best wat kritischer kunnen en mogen zijn als de aan- bestedende dienst de aanbestedingsregels niet (deugdelijk) volgt. De volgende uitgave van Bouwbelang verschijnt in december 2017.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=