BouwBelang 1 - 2018

NUMMER 1 - 2018 | GAZET 41 D eze conclusie uit het rapport ‘Trends op de bouwarbeids- markt 2017-2022’ van het Economisch Instituut voor de Bouw stond centraal tijdens het congres ‘Bouwarbeidsmarkt 2017-2022’ eind december in Soesterberg. Die deed in opdracht van de cao-partijen Bouw & Infra onderzoek naar de verwachtingen voor de komende jaren. Tijdens de crisisjaren zijn zo’n 75.000 arbeidsplaatsen in de bouw verloren gegaan. Een groot deel overigens door natuurlijk verloop, aldus EIB-directeur Taco van Hoek bij de presentatie van de onderzoeksgegevens. “Grote verschil met de voorliggende jaren is echter dat deze banen tijdens de crisis niet altijd vervan- gen werden. Tegenover een uitstroom van 60.000 ouderen en arbeidsongeschikten stond een instroom van 35.000 jonge men- sen.” Dit verschil tussen natuurlijke in- en uitstroom verklaart bijna 40 procent van het totale banenverlies in de crisis. OPLEIDEN De voornaamste weg om die arbeidsplaat- sen weer opgevuld te krijgen is opleiden. Hetzij via het beroepsonderwijs, hetzij via zij-instroomtrajecten. “Probleem de afgelo- pen jaren was het gebrek aan banen voor deze leerlingen. Bijna iedere bouwopleiding is gekoppeld aan een baan. En aangezien die er niet waren, liepen de bouwopleidin- gen leeg”, aldus Van Hoek CONGRES OVER TRENDONDERZOEK EIB 2017-2022: ‘BIED JONGEREN PERSPECTIEF EN MEER VRIJHEID’ Over de oorzaken van dat tekort aan banen voor scholieren verschilden enkele panel- leden. Gijs Buijs, tot 1 januari 2018 cao- onderhandelaar namens AFNL, verweet Den Haag voldoende inzet om de enorme leegloop te voorkomen. “Wij zijn al vroeg in de crisis bij minister Blok geweest om hiervoor te waarschuwen en aan te dringen op de grootschalige verduurzaming van de huurwoningen in Nederland. Daarmee had- den we in meerdere opzichten grote stap- pen kunnen maken, maar er werd anders besloten.” ‘NAAR ONSZELF KIJKEN’ Volgens Gijs Lokhorst, bestuurder van CNV Vakmensen, moet de bouw eerst naar zichzelf kijken. “We hebben steken laten vallen en hadden zelf als sector meer naar ons toe moeten trekken. Het gaat om het totaalpakket dat je mensen biedt als bedrijf en als branche.” Een stelling waarin Buijs en de overige panelleden zich konden vinden. “Dat betekent niet alleen een goed salaris, maar een beroepsgroep waar je graag instapt. We moeten er samen voor zorgen dat het interessant is en blijft om in de bouw te werken of te gaan werken. Een voorbeeld daarvan is GAan in de bouw, waarbij we een kort en specialistisch oplei- dingsprogramma aanbieden voor gespeci- aliseerde beroepen in de bouw.” Vanuit de zaal werd door sommigen geop- perd dat – wil de bouw echt een interessan- te beroepsgroep zijn – er ook ruimte moet zijn voor individuele invulling van wensen. Tevens moet er (meer) rekening gehouden worden met het feit dat mensen niet hun hele werkzame leven bij één werkgever of in één sector willen werken. “Hiervoor heb- ben we binnen de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB) het Transitiehuis opgericht. Hierin begeleiden we mensen naar ander werk. Daarmee hebben we al goede ervaringen opgedaan”, aldus Buijs. IMAGO Een ander probleem voor de werkgelegen- heid in de bouw is het ‘imagoprobleem’. Lichamelijk zwaar werk, lange dagen, werken in weer en wind. Het zijn bekende en veelgehoorde typeringen. Dat is iets waar de sector zelf vooral aan zal moeten werken, zo was de algehele mening. In de communicatie en uitstraling, op social media: de bouw moet laten zien hoe mooi het is en welke kansen er zijn. Het is een uitdagende, kansrijke en boeiende sector, alleen zal dat duidelijker gecommuniceerd moeten worden, aldus Janna Mud, sector- hoofd Bouwen en Wonen van FNV. < Kijk voor het volledige artikel op www.bouwbelang.com De komende twee jaar loopt de spanning op de bouwarbeidsmarkt behoorlijk op, vooral omdat de acute vraag naar (over 5 jaar gerekend, red.) 55.000 arbeidskrachten met name in die jaren niet snel genoeg ingevuld kan worden. De beperkte instroom vanuit het beroepsonderwijs en terugkeer van vaklieden die de afgelopen crisisjaren de bouw (noodgedwongen) hebben verlaten, zorgen in 2018 en 2019 voor een blijvend overspannen arbeidsmarkt.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=