BouwBelang 3 - 2018

GAZET | NUMMER 3 - 2018 40 Q De concept-versie van de Wet Arbeidsmarkt in Balans bevat voorstellen voor aanpassingen die volgens Den Haag moeten leiden tot verbetering van de huidige Wet Werk en Zekerheid. AFNL en NOA hebben in een gezamenlijke eerste reactie hun visie hierop gegeven. Hieronder enkele van die voorstellen en reacties. KETENBEPALING TIJDELIJKE CONTRACTEN BEPERKT FLEXIBILITEIT Hoewel in het concept het voornemen is opgenomen om de periode waarna elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten over- gaan in een contract voor onbepaalde tijd, wordt verlengd van twee naar drie jaar, blijft de tussenpoos van zes maanden tus- sen de contracten wel in stand. Dat blijft voor veel bedrijven toch de flexibiliteit beperken en neemt de risico’s onvoldoende weg. Hierdoor zal de werkgever meer exter- ne flexwerkers, zoals ozp-ers en payrollers, inzetten en wordt het beoogde doel van zekerheid niet bereikt. Zeker nu ook vanaf dag 1 de transitievergoeding gaat gelden. AFNL-NOA vindt dat de tussenliggende periode tussen twee contracten weer drie maanden moet worden. PREMIEDIFFERENTIATIE GROOT RISICO De voorgestelde premiedifferentiatie van WW-premies brengt volgens AFNL en NOA te grote risico’s met zich mee. Het betalen van een hogere WW-premie voor tijdelijke contracten lijkt een reëel voorstel. Voor de bouwnijverheid (en dus ook de leden van AFNL) geldt een dergelijke regeling al. De sector afbouw kent deze afspraken op dit moment niet. ‘Invoering conform het voorstel zou echter, volgens een voorlo- pige inschatting kunnen leiden tot extra WW-premie van 5 procentpunt, omdat alle contracten die geen onbepaalde tijd zijn en geen vaste uren per definitie onder de rege- ling zouden vallen. Dit leidt tot een grotere onzekerheid en onvoorziene kosten voor de werkgever. De voorgestelde verhoging is dan ook te hoog en zal tot onnodige kosten- stijgingen leiden. Dit kan wat ANFL-NOA betreft, niet aan de orde zijn.’ PROEFTIJD VERLENGEN IS GOED In het wetsvoorstel wordt de maximale proeftijd voor contracten voor onbepaalde tijd verlengd van twee naar vijf maanden en voor contract van bepaalde tijd die twee jaar of langer duren naar drie maanden. In de praktijk binnen de AFNL-NOA-sectoren zien we over het algemeen weinig proble- men met de huidige proeftijd, maar het is zeker zo dat verlenging regelmatig gewenst is. Het verlengen van een proeftijd zoals thans voorgesteld wordt dan ook positief ontvangen. Sinds de invoering van de WWZ is voor het ontbinden van de arbeids- overeenkomst via de rechter een eendui- dige ontslaggrond nodig. Meerdere ontslag- gronden mogen niet gebruikt worden. In het concept-wetsvoorstel wordt dit echter losgelaten en wordt de cumulatiegrond (weer) toegevoegd, zodat het ontslag sneller kan plaatsvinden. Daar staat wel tegenover dat de rechter in dat geval de transitiever- goeding met maximaal 50% kan verhogen. AFNL-NOA vindt het (weer) invoeren van de cumulatiegrond een goede zaak. TRANSITIEVERGOEDING WERKT AVERECHTS De maatregel om al vanaf dag 1 aanspraak te kunnen maken op een transitievergoe- ding is, zeker voor mkb-bedrijven nadelig en gaat al snel (ook bij contracten voor bepaalde tijd) tot extra kosten leiden. ‘Het invoeren van de verplichte transitiever- goeding sinds 1 juli 2015 is juist voor mkb- bedrijven in de bouwnijverheid en afbouw erg zwaar geweest. Voor de invoering van de WWZ was er niet of nauwelijks sprake van enige ontslagvergoeding. Zeker in het geval van langdurige dienstverbanden, zoals er veel zijn in de bouwnijverheid, leidt de verplichte transitievergoeding tot onevenredig hoge kosten.’ AFNL en NOA pleiten dan ook voor een maximering van de transitievergoeding voor micro- en kleinbedrijven omdat de kosten, zeker in economisch slechte tijden, bijzonder zwaar zijn. AFNL-NOA is dus zeker geen voorstander van de nu gepresenteerde plannen op dit terrein. Reactie opWet Arbeidsmarkt in Balans Q Het wordt eenvoudiger en aantrekkelijker voor werkgevers om aan werknemers een fiets van de zaak ter beschikking te stellen. De fiscale fietsregeling wordt daarvoor de komende tijd samen met brancheverenigingen vereenvoudigd. De nieuwe regels voor het ter beschik- king stellen van een fiets moeten ingaan per 1 januari 2020. Op dit moment moeten werknemers die een fiets van de zaak ter beschikking gesteld krijgen door hun werkgever al hun zakelijke en privékilo- meters bijhouden. Een forfaitaire bijtelling voor privégebruik van een ter beschikking gestelde fiets – zoals die ook voor het privé- gebruik van de auto van de zaak bestaat – zou de oplossing zijn. Werknemers krijgen dan een vast percen- tage van de waarde van de fiets bij hun belast loon opgeteld. Brancheverenigingen willen voor de fiets van de zaak graag aan- sluiten bij het bijtellingspercentage voor een elektrische auto van de zaak: 4%. Regeling fiets van de zaak aantrekkelijker

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=