BouwBelang 4 - 2018

GAZET | NUMMER 4 - 2018 40 CONGA In die behoefte vindt de VSB zijn gelijke in de Confederatie van Gespecialiseerde Aannemers (Conga). Buijs: “Binnen die confederatie waren zeven brancheorgani- saties al sinds 1994 actief met het strijden voor goede voorwaarden voor die bedrijven en hun werknemers. Ook had de Conga nauwe banden met MKB Bouw, de NVBU en MKB Infra, dus de zeggingskracht van deze groep mkb-ondernemers was interes- sant, maar bovenal ook belangrijk als het om zaken als cao-afspraken gaat.” De eerste jaren zit Arnold Blonk aan de onderhandelingstafel. Maar na het plotselinge overlijden van deze Conga- voorman en het opgaan van Conga in Aannemersfederatie Nederland Bouw & Infra neemt Buijs de plek van Blonk over. “In eerste instantie werd de oprichting van de Federatie door andere partijen aange- grepen om AFNL van de cao-onderhan- delingen te weren, maar daar hebben we uiteindelijk een stokje voor kunnen steken. Het aandeel mkb-bedrijven in de bouw – en daarmee de achterban van AFNL – is der- mate groot dat wij gewoon een plek aan die tafel verdienen”, blikt Buijs terug. CONSTRUCTIEF Op de vraag hoe hij terugkijkt op zijn peri- ode als cao-onderhandelaar, antwoordt Buijs naar eigen zeggen ‘gematigd positief’. “Ik ben van mening dat er in al die jaren best mooie dingen bereikt zijn, al blijft er meer dan voldoende om voor te vechten. Het is iedere keer een kwestie van geven en nemen. Zo werkt het nu eenmaal en dat kan ook niet anders. Waar het om gaat, ■ Zijn eerste ‘optreden’ aan de cao-tafel dateert uit het jaar 2000. Toen was Gijs Buijs betrokken bij de brancheafspraken die toen gemaakt werden voor bedrijven in de steigerbouw. Achttien jaar – en vele sessies aan diezelfde onderhandelingstafel – later, nam Buijs tijdens het jubileumcongres van Aannemersfederatie Nederland Bouw & Infra officieel afscheid. Die eerste gesprekken aan het begin van dit millennium voert Gijs Buijs namens de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingsbedrijven (VSB). De belan- genorganisatie waarbij de ondernemer vandaag de dag als voorzitter van de sectie Steigerbedrijven nog nauw betrokken is. “Ik was gestopt als voorzitter, maar mijn opvol- ger moest er onverwacht mee stoppen, waarna ik gevraagd ben terug te komen. Ik vond, en vind het leuk om me in te zetten voor de sector, dus die handschoen heb ik weer opgepakt.” Buijs benadrukt wel dat zijn huidige periode ‘in principe zijn laatste is als voorzitter’. EERSTE SUCCES Het eerste branchegerelateerde succes van Buijs aan de onderhandelingstafel is de regeling dat steigermonteurs bij een gevoelstemperatuur van -6 kunnen blijven doorwerken. “Dat was best een doorbraak. Tot die tijd kennen we vooral afspraken die branchebreed gelden. Dus op iedereen betrekking hebben, terwijl met name bij gespecialiseerde aannemers condities en goede werkvoorwaarden behoorlijk kunnen verschillen”, zegt Buijs Omdat steigerbedrijven in de bouw, maar vooral ook in de industrie werkzaam zijn, zit met name daar de wens voor de ‘vorst- regeling’. “Daar bestaat bij vorst vaak kans op het springen van leidingen vandaar dat er doorgewerkt moet kunnen worden door de steigermonteurs. Dat was voor ons destijds aanleiding om in te zetten op meer maatwerk voor gespecialiseerde bedrijven.” is dat we gezamenlijk afspraken maken waar ondernemers en werknemers zich in kunnen vinden om zo te werken aan een gezonde toekomst van de hele sector.” Volgens Buijs is er in de jaren dat hij namens AFNL de cao-onderhandelingen voert ‘constructief’ samengewerkt tussen de partijen aan tafel. Ook tussen AFNL en Bouwend Nederland? “Natuurlijk, op detail- niveau kunnen we van mening verschillen, maar de belangen van de hele branche komen in zowel het mkb als het grootbe- drijf samen. Zolang je elkaar daarin res- pecteert, kun je best gezamenlijke afspra- ken maken.” BUITENGESLOTEN Dat respect lijkt in 2015 even weg, als Bouwend Nederland, zonder de AFNL met de vakbonden FNV en CNV probeert tot een nieuw akkoord te komen met informeel overleg. Zonder resultaat. “Zij probeerden buiten ons om informeel afspraken te maken. Dat liep op niets uit en na een half jaar werden we door Bouwend Nederland teruggevraagd voor de onderhandelingen. Daarin hebben we toegestemd, maar pas nadat we de voorwaarde hadden gesteld dat dit de eerste en laatste keer was en dat de AFNL in het vervolgtraject bij alle over- leg aanwezig zou zijn. De cao is een zaak van alle partijen aan tafel”, aldus Buijs. MAATWERK Dat houdt overigens niet in dat er in de ogen van Buijs alleen maar sprake kan zijn van algemene en sectorbrede afspraken. “Integendeel: ik denk dat de toekomst van de cao in maatwerk ligt. Zeker als je kijkt naar de gespecialiseerde aannemers heb- ben ze allemaal wel hun specifieke wer- komstandigheden waarvoor – alleen voor hun geldende – afspraken op zijn plaats zijn. Neem de asbestverwijderaars, kalk- zandsteenlijmers en wapeningstaalvlech- ters. Die flexibiliteit per branche vormt voor de komende jaren een mooie uitdaging.” Inhoudelijk wil Buijs overigens niet verder ingaan op de toekomst van de cao. “Dat is niet langer aan mij. Mijn opvolger bij AFNL Arno Snellen heeft de laatste onderhande- lingen al gedaan en doet dat in mijn ogen prima. Ik vind het niet aan mij om me daar inhoudelijk mee te bemoeien.” Lees het complete interview op www.bouwblang.com ‘CAO-MAN’ GIJS BUIJS NEEMT OFFICIEEL AFSCHEID “Mooie dingen bereikt, nog voldoende om voor te vechten”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=