BouwBelang 5 - 2018

11 NUMMER 5 - 2018 | BOUWBELANG Tekst: Arie Grevers Foto’s: Kees Stuip INTERVIEW DE GEBOUWDE OMGEVING IN 2050 CIRCULAIR, GASVRIJ ENNUL-OP-DE-METER De bouwplaats van de toekomst De circulaire bouweconomie, energietransitie, duurzaam bouwen. Begrippen die de komende decennia het gesprek in de bouwsector voor een belangrijk deel gaan bepalen. Waar gaat het over en wat is de reikwijdte? Wat betekent ‘t eigenlijk voor de nieuwbouw, de renovatie en de sloop? Hoe krijgen mkb-ondernemers ermee te maken? Vragen voor professor Elphi Nelissen, verbonden aan TU Eindhoven. Zij is aan meerdere duurzame fronten actief. > C irculariteit, energietransitie en duurzaamheid. Ze staan niet op zich. “Het circulaire bouwen is bijvoorbeeld meer dan materialen en producten uit sloop terugbrengen in de productieketen”, zegt professor Elphi Nelissen. “Het is naast de toepassing van bioba- sed materialen en niet-fossiele energieopwekking, een belang- rijke peiler en integraal onderdeel van duurzaam bouwen. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” Nelissen, professor voor ondermeer inte- graal ontwerpen aan de TU Eindhoven, was bestuursvoorzitter van de groep die begin dit jaar de transitieagenda circulaire bouwagenda presenteerde. De agen- da is de eerste fase die in 2050 moet leiden tot de complete circulaire inrichting van de Nederlandse gebouwde omgeving. Zij is inmiddels ook samen met ande- ren het gezicht van het vervolgtraject tot 2023, dat o.a. gericht is op kennis ver- zamelen in pilotprojecten. “Als je bij sloop de materialen en producten in een gebouw optimaal wilt benutten, dan wil je graag tot in detail weten welke mate- rialen je tegenkomt, welke eigenschappen ze bezitten en aan welke normen ze voldoen. Die kennis is er nu niet. Wil je inhoud kunnen geven aan een circulaire bouweconomie, dan wil je over een databank kunnen beschikken waar die in- formatie instaat. Dus: ontwerpen en bouwen van een nieuw pand betekent in circulair perspectief automatisch de aanleg van een sterk verbeterd materialen- paspoort. Verder een normenstelsel aan de hand waarvan je circulaire bouw wilt beoordelen. Welk materiaal kun je onder bepaalde omstandigheden wel of niet toepassen? Wordt het een circulair product of een biobased, of passen we de materialen zo toe dat ze demontabel zijn in de toekomst? Die afwegingen kun je dus alleen maken op basis van kennis en normen. Daar gaan we de komende jaren hard aan werken.” CIRCULAIRE BOUWPLAATS De circulaire bouweconomie staat of valt bij het gemak waarmee de samenstel- lende bouwcomponenten te scheiden zijn. Nelissen: “Je streeft naar circulariteit op een zo hoog mogelijk niveau. Een compleet geveldeel opnieuw inzetten is beter dan zo’n geveldeel uit elkaar halen en de samenstellende delen hergebrui- ken. En dat is weer beter dan een gevel verwerken tot puin. De boel verbranden om er energie mee op te wek- ken is wel het laagste niveau van circulariteit. De circu- laire nieuwbouwer houdt daar rekening mee. Hij of zij ontwerpt en bouwt vanuit het principe dat het eindpro- duct gemakkelijk te demonteren of te scheiden is en op- nieuw te gebruiken.” Wat betekent dat volgens Nelissen voor traditionele be- roepen als de metselaar, voeger en stukadoor? “Ik ver- wacht dat metselbedrijven van nu over vijftig jaar an- dere wegen hebben gevonden. Het huidige metselwerk scoort niet hoog op de circulaire ladder. Bij sloop kun je er hooguit puin van maken. De klic-brick is al een stuk beter. De stenen zijn na sloop weer te gebruiken als ste- nen. Hetzelfde geldt voor stucwerk en tegelwerk. Dat zet je op een circulaire bouwplaats niet meer vast op de mu- ren. Dat gaat richting tegel- of stucwerkvervangende panelen.” Maar hoe zit het dan met 3D-printen van bouwdelen? Dat is een bouwtechnologie waarvan veel verwacht wordt, terwijl de componenten toch moeilijk te scheiden zijn. Is dat wel circulair? “De printmortel lijkt weinig cir- culair van samenstelling, maar levert wel een 50% re- ductie van de huidige grondstoffen op. Ik ken niet pre- cies de status van het onderzoek, maar ik weet dat de technologen nadenken over circulariteit, op zoek zijn naar circulaire materialen en naar wegen om bij sloop beton uit elkaar te halen of weer te gebruiken als grond- stof voor printmortel. Dat gebeurt ondermeer hier in Eindhoven aan de universiteit.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=