BouwBelang 5 - 2018

24 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2018 “Alles op nul in 2050? Papier is geduldig en dat jaartal is nog ver weg. Ambitie is goed, maar Nederland mag ook oog hebben voor de doelmatigheid en extreme kosten vermijden” een gemeenschappelijke deler wilt vangen, dan noem ik hun directheid in de communicatie en de trots op wat ze maken. Ze zeggen zonder omhaal wat ze op hun lever hebben. Dat heb ik menigmaal mogen ervaren. Compli- menten als we het bij het rechte eind hadden. Al vroeg wisten we bijvoorbeeld, dat de crisis heel zwaar zou worden. En ook dat het na het overgangsjaar 2014 weer de goede kant op zou gaan met dubbele groeicijfers voor de woningbouw. Misschien hebben we dat niet op alle onderdelen goed ingeschat, maar wel op de grote lijnen. Daar kregen we veel lof voor. En als we ernaast zaten, kreeg ik dat ook ‘unverfroren’ te horen. Dat was bijvoor- beeld het geval toen we in 2011 zeiden dat het de goede kant op ging. Maar er ging helemaal niks de goede kant op en zeker niet toen de eurocrisis en het Lenteakkoord eroverheen kwamen. Ik begrijp die reacties, want er staat voor ondernemers ongelooflijk veel op het spel. Je zult het familiebedrijf maar moeten verliezen. Dat gaat gepaard met emoties en veel ellende.” De werkelijkheid in de bouw tot nu toe spoort goed met de prognose van 2014 en de jaren erna. “Mijn visie op de nationale economie is ook steeds geweest dat we na de crisis een stevige groei zouden moeten kunnen realise- ren. Dat was destijds niet het beeld dat het Centraal Planbureau aangaf. Daar hielden ze het aanvankelijk op één procent groei. En op het ministerie van EZ dachten ze, dat zelfs dat optimistisch was.” Het blijkt volgens Van Hoek dat men tijdens een crisis negatiever bericht dan op grond van de cijfers gerechtvaardigd is. “Daar gaat mijn boekje De risicomijdende samenleving uit 2014 over. We hebben de groei tijdens de crisis kunst- matig naar beneden geduwd, vooral door het beleid op de woningmarkt. Nu komt de onderdrukte vraag weer krachtig naar boven en groeien we al verschillende ja- ren harder dan trendmatig is te verwachten. Onderne- mers moeten zich, ieder op zijn eigen manier kunnen voorbereiden op groei. Ik verwacht overigens voor de periode vanaf 2020 een afvlakking van die groei, voor zowel de nationale economie als de bouw.” 2050 Afvlakking lijkt in tegenspraak met de maatschappelij- ke opgave voor de bouw. In 2050: nul op de meter; geen of nauwelijks primaire grondstoffen meer, want we gaan naar een 100% circulaire gebouwde omgeving; nul CO2- uitstoot… “Al roept Ed Nijpels (voorzitter van het Klimaatberaad, red.) nog zo hard, dat we 1.000 woningen per dag moe- ten verduurzamen. Dat zal niet gebeuren. We zullen wel waarnemen dat minder nieuwbouw gecompenseerd kan worden door extra opgaven vanuit de verduurza- mingsagenda. Maar het is zinvol eerst wat rekenwerk te doen voor je verwachtingen schept. Het kost bijvoor- beeld 235 miljard euro als we nu besluiten de gehele bestaande voorraad energieneutraal te maken. Dan heb ik het alleen nog maar over de woningen. Ik heb nog niet gezien hoe we dat gaan betalen. Ben je bereid om particuliere huiseigenaren te verplichten 35.000 euro in hun woning te steken? De corporaties kunnen wel veel doen. Die hebben geld, althans de meeste en maat- schappelijk gezien zou het verstandig zijn om eindelijk eens werk te maken van een vereveningsregeling tus- sen de corporaties.” Overigens ligt volgens Van Hoek bij de corporaties een stapsgewijze verduurzaming het meest voor de hand. “Begin met isoleren van bestaande woningen om in een volgende fase door te stoten naar Beng (bijna energie- neutrale gebouwen, red.). Als we willen profiteren van innovatie dan is een slimme fasering in de tijd heel be- langrijk. Denk ook eens wat vaker aan vervangende nieuwbouw. Dat levert een energiebesparing op van 80 tot 90 procent. Voor de crisis sloopten we jaarlijks 20.000 woningen nu zijn er dat nog maar 10.000.” Van Hoek benadrukt dat een gezonde ambitie prima is. “Ik heb nog meegemaakt, dat het energieverbruik en de economische groei volgens velen niet te ontkoppelen waren. Nu maken we rekensommen waarin we het energieverbruik in de gebouwde omgeving met 80 pro- cent terugdringen. Maar als je helemaal naar een ener- gieneutrale gebouwde omgeving wilt, dan moet je erbij vertellen dat in die laatste twintig procent, zeventig pro- cent van de kosten zit.” Er is genoeg te doen tot 2022 en ver daarna. Dat geldt evenzeer voor de infra-bedrijven, stelt van Hoek. Ook daar een dynamisch beeld. De komende tien jaar heeft de branche zijn handen vol aan vervangingen en recon- structies. DIFFERENTIATIE Veel werk dus en dat betekent krapte op de arbeids- markt. Geldt dat voor alle beroepen? Er wordt immers gesuggereerd dat het traditionele metselen en stukado- ren de langste tijd hebben gehad. Bedrijven die zich daarmee bezighouden, moeten het roer omgooien, want hun output is niet circulair. Taco: “Vooralsnog is daar geen sprake van. De gespeci- aliseerde aannemerij groeit het hardst. De metselaars zijn niet aan te slepen. De bouw blijft een beroepstak voor vakmensen die maatwerk leveren. Ik zie dat niet verdwijnen. Alles moet naar nul in 2050. Papier is ge- duldig en 2050 is nog ver weg. Ik zeg: kijk er nou eens op een praktisch niveau tegenaan. Stel dat we alles

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=