BouwBelang 5 - 2018

GAZET | NUMMER 5 - 2018 38 >> vervolg van pagina 37 Toon van den Broek: “Als we – zoals de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra ook wil – gaan voor meer keuzevrijheid, kunnen we een grote stap maken” Jan Anker: “Ik denk dat de overheid vooral op gebied van regelgeving en regeldruk veel kan en moet doen. Dat kan een verkleining van de wig tot gevolg hebben” MEER VERDIENEN Beide ondernemers zien voorlopig dan ook nog weinig veranderen in de trend dat bouwvakkers hun baas vaarwel zeggen en als zelfstandige aan de slag gaan. “Los van de vraag hoe ze dan hun pensioen en verzekering regelen, wel een zorg voor onze toekomst, is het best een begrijpelijke keu- ze”, zegt Anker. “Ze zien op hun loonstrook dat het verschil tussen brutoloon en net- toloon 56 procent is! Tel daarbij de werkge- verslasten op en je kunt het eigenlijk niet uitleggen. Dat is wel een groot verschil. Als zzp’er rekenen ze ca. 35 euro per uur en daar houden ze nog meer aan over ook. En daar kijken veel mensen vooral naar.” Dit verschil kleiner maken, kan ervoor zorgen dat vakmensen weer in loondienst willen werken en dat werkgevers hun medewerkers makkelijker aan zich kunnen blijven binden. “Maar dan zal de wig wel serieus kleiner moeten worden.” FLEXIBELE AFSPRAKEN Een pasklaar antwoord op de vraag hoe bruto en netto dichterbij elkaar gebracht kunnen worden, hebben Anker en Van den Broek niet. “Duidelijk is wel dat we naar een herijking van de cao moeten. Werkgever en werknemer moeten beide serieus kijken naar wensen en mogelijkhe- den. En de vraag hoe reëel die zijn. Goede basisvoorzieningen aan de ene kant, geen luxe aanvullende regelingen waarvan toch geen of maar deels gebruik wordt gemaakt aan de andere kant”, zegt Anker. “Neem het aantal vrije dagen dat in de cao is vastgelegd. Ik geloof dat een timmerman van 60 jaar recht heeft op 60 vrije dagen per jaar. Laat ik duidelijk zijn: ik ben voor- stander van goede voorzieningen en onze medewerkers hebben zwaar werk. Daarover moeten we goede afspraken maken. Maar in de praktijk zie je dat die timmerman nooit die 60 dagen opneemt. Dergelijke regels moeten we dus onder de loep durven nemen als we wat aan het probleem willen doen.” KEUZEVRIJHEID Volgens Van den Broek is het voor een goede en stabiele toekomst op de bouw- arbeidsmarkt belangrijk dat ook in de cao meer keuzevrijheid komt als het gaat om pensioen en verzekeren. “Niet zoals het nu gaat bij de cao-onderhandelingen aan de ene kant de vakbonden die halsstarrig vasthouden aan oud verworven rechten en daartegenover de grote werkgevers. Dan komt het nooit goed. Maar als we – zoals de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra ook wil – gaan voor meer keuzevrij- heid, kunnen we een grote stap maken.” Ook Anker is die mening toegedaan. “Het zal altijd een kwestie van geven en nemen zijn. Ik ben voorstander van een goede cao, die resulteert in een eerlijke en goede belo- ning voor medewerkers en de werkgevers. Maar dat betekent dat ik ook groot voor- stander ben van een betaalbare cao, eentje die voordeel oplevert voor werknemers en werkgevers. En daarvan is nu nog geen sprake. Dat laat de huidige marktsituatie wel zien.” Rol van overheid Nu het kabinet definitief heeft besloten om af te zien van het plan om de dividendbelasting af te schaffen – en daarmee een meevaller van 1,9 miljard mag noteren – zou de overheid wellicht een rol kunnen spelen voor de mkb-bouw. Zeker gezien de belofte van Den Haag dat deze meevaller terugvloeit naar het bedrijfsleven. Hoe zien Anker en Van den Broek dat? “Ik denk dat de overheid vooral op gebied van regelgeving en regeldruk veel kan en moet doen. Dit kan uiteindelijk ook leiden tot een betere bruto- nettoverhouding voor alle partijen, maar dat zal in mijn ogen meer een gevolg zijn van aanpassing van regels dan van een financiële injectie”, meent Anker. “Ook voor de aanwas van nieuwe jonge medewerkers is het van belang de bouw aantrekkelijker te maken, immers schaarste maakt ‘duur.’” Van den Broek: “Ik denk dat we toe moeten naar meer duurzame arbeidsrelaties in de bouw. Daarin is meer ruimte voor werknemers om te bepalen wat zij zelf belangrijk vinden. Pensioen, verzekering, zorgverlof. Zo maken alle betrokkenen samen afspraken, daar begint het mee. En als de overheid daarin financieel wil steunen door regelingen te versoepel of te investeren in bijvoorbeeld collectieve voorzieningen zal dat zeker voor een positieve impuls zorgen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=