BouwBelang 6 - 2019
22 BOUWBELANG | NUMMER 6 - 2019 Inmiddels hebben zestien gemeenten en drie provin- cies aangegeven geld voor een garantiefonds te willen reserveren. In die gemeenten en provincies kunnen VvE’s dus al een beroep doen op zo’n fonds. Dat bete- kent concreet: 36.000 woningen kunnen aangepakt worden. Van 20.000 weten we nu al zeker dat we ze zonder meer woonlastenneutraal kunnen renoveren.” STRUCTUUR WNR Carl-peter heeft meerdere van deze rekenvoorbeelden in petto. Gedurende de laatste decennia heeft hij bin- nen organisaties als Bouwnext en DNA in de Bouw vele projecten begeleid en een schat aan ervaring opgedaan. Ook zit hij in het bestuur (penningmeester) van KERN, Kennisinstituut Energetische Renovatie en Nieuwbouw. De laatste organisatie mag niet onge- noemd blijven, omdat deze voor de coöperatieve ver- eniging WNR de opleiding en kwaliteitsborging zal verzorgen. Verder komt er een servicebureau dat de inkoop regelt en de voorlichting aan opdrachtgevers voor z’n rekening neemt. Een raad van toezicht waarin onder meer DNA in de Bouw zitting heeft, houdt de vinger aan pols als het gaat om een gezonde financiële ontwikkeling en de bewaking van het principe Total Costs of Ownership – het principe, waarbij niet alleen de directe kosten van de renovatie, maar ook de gevolg- kosten tot en met het einde van de levenscyclus inzich- telijk worden gemaakt. “Als we binnen drie jaar in staat zijn 25 miljoen omzet te genereren, dan zullen de grote investeerders als pensioenfondsen geïnteresseerd raken en wordt de financiering nog eenvoudiger. Uiteindelijk willen we naar ongeveer twintig coöperaties en daarmee is een landelijke dekking te realiseren. Eigenlijk is WNR voor de mkb’ers in de bouwsector, wat de Boerenbond ruim 120 jaar geleden voor de boeren betekende.” GEËNGAGEERDE MKB’ERS Voor de genoemde landelijke dekking is WNR op zoek naar geëngageerde mkb’ers: bouwkundige en gespe- cialiseerde aannemers, installateurs en de kleine architectenbureaus die bereid zijn in coöperatief verband bouwketens te vormen om renovatieprojec- ten voor VvE’s uit te voeren. Vele bouwkundige en gespecialiseerde aannemers in de achterban van de Aannemersfederatie werken vaak al samen met vaste partners, bijvoorbeeld een installateur. Staat de coöpo- ratie ook voor hen open? Carl-peter: “Ja, natuurlijk. Je hebt zelfs een voordeel als je met een team instapt, want dan weet je al wat je aan elkaar hebt. Bovendien hoef je je niet te beperken tot VvE’s. Je kunt met een team ook een renovatieconcept ontwikkelen voor andere particuliere opdrachtgevers. Denk alleen al aan de die talloze arbeidershuisjes. Ze hebben nauwelijks waarde. Als je daar nou eens een verdieping bovenop zet en er een installatieschacht in plaatst. Dat is een opschaling waardoor je wellicht 70.000 euro kunt lostrekken. Dan heb je al een businessmodel. Zoiets past ook perfect binnen de coöperatie.” EISEN EN KOSTEN Stelt de coöperatie nog bijzondere eisen aan de onder- nemers en de teams? Zijn er kosten aan verbonden? “We verwachten van de ondernemers dat ze de prin- cipes van de coöperatie omarmen. En verder weinig meer dan vakmanschap en gezond ondernemerschap. De instapkosten zijn nu nog gering, omdat we nog in de opstartfase zitten. Denk aan hooguit 2.000 euro. Dat wordt natuurlijk anders als de boel draait en de lidondernemers al tijd gestoken hebben in de door- ontwikkeling van het concept. Die kosten worden dan uiteraard doorberekend in de instapkosten voor het lidmaatschap.” WOONLASTENNEUTRAAL RENOVEREN Ook de typische arbeiderswoningen kunnen een aantrekkelijke businesscase zijn, als je er een verdieping bovenop zet en de installaties onderbrengt in een prefab-schacht. Gerenoveerd flatgebouw in Presikhaaf/Arnhem volgens de inzichten van Bouwnext/BNA in de bouw. Project Hulkestein in Arnhem.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=