BouwBelang 6 - 2019

GAZET | NUMMER 6 - 2019 38 >> vervolg van pagina 37 Spaan kreeg bij zijn werkgever de moge- lijkheid om 4 dagen in de week te werken. “Met die extra rustdag was ik wel blij. Het scheelt toch want naarmate je ouder wordt, krijg je toch sneller last van je lichaam.” Koenders vult aan: “Daar komt bij dat de werkdruk in de bouw steeds hoger is geworden. Terwijl je productiesnelheid afneemt. Dat brengt extra druk met zich mee, met alle gevolgen van dien.” Een uit- spraak die wordt bevestigd door een arbo- arts die ook in de zaal zit. VAN BEGRIP NAAR ACTIE De opmerking van de arts lokt een andere reactie uit: “Er is veel begrip, maar waar blijven de oplossingen? Als iemand 45 jaar lang zijn premies en belasting netjes heeft betaald, moeten we gewoon zeggen: ga van je pensioen genieten. We tonen een muur van begrip, nu is het tijd om over die muur heen te springen en deze zaak op te lossen.” Dat de vraag ‘wie gaat dat dan betalen?’ bij deze oplossing een belangrijk – zo niet de grootste – hobbel is, zal geen verrassing zijn. Net zomin als het feit dat juist daarom de politiek zijn handen er voorlopig nog niet aan wil branden, zo lijkt het wel. GOEDE VOORBEELDEN Volgens Taco van Hoek is die politieke terughoudendheid helemaal niet nodig. “Het vergt alleen een aantal keuzes en duidelijke afspraken die gemaakt moeten worden, maar als we in de landen om ons heen kijken, zijn er voldoende voorbeelden te vinden van pensioenvoorzieningen voor zware beroepen die prima voldoen.” Van Hoek presenteerde het nieuwe EIB- rapport ‘Vitaal met pensioen’ waarin meerdere voorbeelden van zo’n regeling doorgerekend zijn. “We kunnen in ieder geval concluderen dat een regeling voor zware beroepen goed uitvoerbaar is. Een juridisch model dat we helemaal naar onze Nederlandse situatie kunnen inrichten”, aldus Van Hoek. VIER VARIANTEN In het onderzoek heeft het EIB voor vier varianten een doorberekening gemaakt van de kosten. Van Hoek: “Voornaamste aanleiding was de wens om verschillende uitvoeringsvarianten te onderzoeken op uitvoerbaarheid, kosten en besparingen.” Daarbij zijn berekeningen gemaakt waarbij bepaalde groepen na 45 en 47 gewerkte jaren met pensioen gaan. Die groepen zijn: alle werknemers, laagopgeleiden, zware beroepen (naar Oostenrijks model) en uit- voerend bouwplaatspersoneel. OOSTENRIJKS MODEL Het ‘Schwerarbeitspension’ dat ze in Oostenrijk kennen, is gebaseerd op een beroepenlijst op basis van kcal per dag. “Daarnaast wordt werk in ploegendiensten, nachtdiensten, werk in hitte en kou of che- misch en fysieke invloeden en verpleging als zwaar bestempeld. Ook kan iemand die 45 jaar heeft gewerkt waarvan tenminste 10 van de laatste 20 gewerkte jaren in een zwaar beroep een beroep op de regeling doen. De bewijslast hiervoor ligt dan wel volledig bij de werknemer.” Dat betekent volgens Van Hoek dat in Oostenrijk onder andere bouwberoepen, landbouwberoepen, medische beroepen, metaalarbeid, bakkers en chauffeurs tot de zware beroepen worden geregeld. “Een hel- dere afbakening van de term zware arbeid dus het in Nederland nog vaak gebruikte argument dat een goede definitie van zwaar werk niet te geven is, is onterecht.” SELECTIVITEIT Uit de doorberekening blijkt dat de ver- schillen in kosten enorm zijn. Van Hoek: “Logisch omdat je alle werknemers verge- lijkt met bijvoorbeeld alleen het uitvoerend bouwplaatspersoneel. Maar het maakt in ieder geval inzichtelijk wat de gevol- gen van selectiviteit zijn. Die verkleint de bekostiging van een eventuele regeling.” Als alle werknemers na 45 jaar stoppen, kost dat ruim 13 miljard euro terwijl het een besparing van bijna 5 miljard aan ziek- tekosten oplevert. En als alleen naar het uitvoerend bouwplaatspersoneel gekeken wordt, kost dat 270 miljoen euro tegenover een besparing van 170 miljoen euro. Als werknemers twee jaar langer doorwerken en na 47 werkzame jaren met pensioen gaan, halveren de kosten en besparingen voor de vier groepen. BASISPENSIOEN Ongeacht de eventuele regeling die wordt gekozen, één ding is volgens Van Hoek sowieso nodig. “Dat is een goede regeling voor een basispensioen. Met een bijzondere bepaling in de Algemene Ouderdomswet en een fonds zware beroepen waarin werkgevers, werknemers en de overheid participeren.” Maar er is meer nodig dan dat basispensi- oen alleen, zo maakte Volandis-directeur Tjeerd Willem Hobma daarna duidelijk. “En dat zijn goede arbeidsomstandigheden waaronder mensen in zware beroepen die 45 jaar op een verantwoorde wijze kunnen volmaken. Duurzame inzet dus.” OP ELKAAR AFGESTEMD Die duurzame inzet is gebaseerd drie pij- lers: ‘werk veilig, ‘houd plezier’ en ‘kijk vooruit’. ‘Daarin zit dus het hele traject, van gezondheid en werkbelasting tot werkdruk en waardering en opleiding en arbeids- voorwaarden. Daarbij willen we toe naar

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=