BouwBelang 6 - 2019

9 NUMMER 6 - 2019 | BOUWBELANG COLUMN HARRY MARISSEN AA heeft een accountantspraktijk in Groningen met meerdere bouw- en bouwgerelateerde ondernemingen als klant. Daarnaast is hij bestuurslid van SRA, de grootste koepelorganisatie van accountantskantoren in Nederland. DeWAB en tijdelijke contracten D oor de inwerkingtreding van de Wet Arbeids- markt in Balans (WAB) per 1 januari 2020 veranderen de regels voor opeenvolgende tij- delijke arbeidsovereenkomsten. Hoe zit dat? Sinds 1 juli 2015 mogen er drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in een periode van twee jaar worden gegeven. Bij de vierde arbeidsovereenkomst in de reeks, of bij overschrijding van de maximale periode van twee jaar, wordt de overeenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Let op: alleen als de periode tussen twee arbeidsovereenkomsten meer dan zes maanden is, kunt u opnieuw beginnen te tellen in de keten van arbeidsovereenkomsten. Per 1 januari 2020 gaat de maximumtermijn van twee naar drie jaar. Het maximaal aantal contracten binnen deze periode blijft drie en de onderbrekingstermijn blijft ook zes maanden. Via de cao kan deze periode worden verkort naar drie maanden. Tot 1 januari 2020 heeft een werknemer na twee jaar recht op een transitievergoeding, waarbij de vergoeding vanaf de eerste dag wordt berekend. Per 1 januari 2020 wordt de transitiever- goeding vanaf dag één berekend en uitbetaald. Dit geldt ook bij ontslag in de proeftijd en bij elk contract van bepaalde tijd dat niet wordt verlengd. Voorwaarde blijft dat de beëindiging gedaan wordt door de werkgever. De tijdelijke regelingen ten aanzien van de transitievergoeding (lagere vergoeding kleine werkgevers en verruimde opbouw oudere werknemers) ver- vallen met ingang van 1 januari 2020. De opbouw bij oproep- krachten wordt berekend aan de hand van de gemiddelde arbeidsduur per maand. Als het dienstverband korter is dan een maand, wordt het totale bedrag aan uitgekeerd brutoloon als uitgangspunt aangehouden. Let op: als u in de arbeidsovereen- komst op voorhand al heeft opgenomen dat er wordt aangezegd bij het einde van de arbeidsovereenkomst, dan bent u daarmee automatisch ook een transitievergoeding verschuldigd, omdat de overeenkomst op initiatief van de werkgever beëindigd wordt. Een ander belangrijk aspect van de wijzigingen heeft betrekking op de premiedifferentiatie in deWWper 2020. De te berekenen premie is per 2020 namelijk afhankelijk van de vraag of er al dan niet een vast dienstverband bestaat. DeWW-premie wordt voor werknemers met een flexibel arbeidscontract 7,94%. De WW-premie voor werknemers met een vast contract zal 2,94% bedragen. Op deze wijze hoopt de overheid dat werkgevers snel- ler bereid zijn om vaste arbeidsovereenkomsten aan te gaan. Heeft u mensen in dienst met tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Beoordeel dan goed wat de effecten voor uw onderneming zijn van deWet Arbeidsmarkt in Balans. Hoewel de maximumter- mijn is verlengd, leiden tijdelijke contracten ook tot hogere werk- geverslasten. Geen hogere AOW-leeftijd in 2025 ■ In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd vanaf 2025 aan de ontwikkeling van de gemiddelde levensverwachting wordt gekoppeld. Op basis van een CBS-prognose is nu vastgesteld dat de AOW-leeftijd in 2025 niet verder stijgt. De overheid heeft wettelijk geregeld dat de leef- tijd waarop werknemers recht krijgen op de AOW-uitkering de komende jaren langzamer stijgt dan eerder was afgesproken. Daardoor is de AOW-leeftijd niet vanaf 2021 maar vanaf 2024 67 jaar, en wordt de AOW-leeftijd vanaf 2025 aan de gemiddelde levensverwachting gekoppeld, in plaats van vanaf 2022. Het CBS maakt vijf jaar vóór een betreffend jaar een prognose van de levensverwachting. Daarom heeft minister Koolmees aan de Kamer laten weten dat de AOW-leeftijd niet omhooggaat in 2025. De levensverwachting stijgt wel, maar niet genoeg voor een hogere AOW-leeftijd in 2025. Op pagina 37 in deze uitgave leest u meer over dit onderwerp in een verslag van het debat ‘Op weg naar een flexibele en sociale AOW’.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=