BouwBelang 1 - 2021

Instroom jonge vakmensen. Het is geen geheim dat het voor vele beroepen in de bouw lastig is om jonge mensen te werven. Dat heeft voor een deel ook met de inrichting van het beroepsonderwijs te maken, aldus de mbk’ers in de bouw. Neem de kleine beroe- pen als betonstaalvlech- ter, steigerbouwer, voeger of dakdekker van hellende daken. Roc’s zijn niet geïnteres- seerd voor deze beroepen modules aan te bieden, want dat kost geld. Een vreemde motivatie, vinden mkb’ers. Daarom zien de mkb-ondernemers in die kleine beroepen wel iets in een bonussysteem. Roc’s die wél deze beroepen aanbie- den zouden door de overheid beloond moeten worden. Bent u het eens met de ondernemers? Of ziet u andere fi- nancieringsmogelijkheden voor de kleine beroepen? Paul van Meenen (D66): “D66 vindt dat we zuinig moeten zijn op specialistisch vakmanschap en kleine opleidingen. Ik heb me er bij- voorbeeld nog voor ingezet om de Leidse instrumentenmakerschool open te houden. Daarbij heeft D66 een mbo-plan gelanceerd met daarin vijf actiepunten hoe we het mbo beter kunnen waarderen en nog beter kunnen maken. Eén van de punten in dit plan is dat we de samenwerking tussen het mbo en bedrijfsleven willen verbeteren. Want die hebben elkaar keihard nodig. Zo duurt het nu bijvoorbeeld nog lang om kwalificatiedossiers en keuzedelen in te dienen of aan te passen. Daarbij spelen de scholen, het SBB en de bedrijven een belangrijke rol. D66 wil dat opleidingen flexibeler kunnen inspelen op de veranderingen in de maatschappij. Hierbij hoort ook zeker het inspelen op kleine, maar belangrijke beroepen als steigerbouwers en dakdekkers. D66 wil dat het voor iedereen zo makkelijk mogelijk wordt om bij-, om- en na- te scholen. Mensen willen zich graag kunnen blijven ontwikkelen en zijn nooit uitgeleerd. Zo worden mbo’s weer de (regi- onale) plek om te leren. In deze coronatijd leren we dat werkgele- genheid voor sommige beroepsgroepen geheel of gedeeltelijk ver- dwijnt, terwijl voor sommige andere beroepen juist meer aanbod komt. Met behulp van certificaten en keuzedelen zijn hier nieuwe mogelijkheden voor. Daarbij heeft dit kabinet de afgelopen kabinetsperiode, mede op aandringen van D66, 100 miljoen geïnvesteerd in techniekonder- wijs op vmbo en mbo.” O nlangs werd ons kantoor benaderd door de redactie van BouwBelang: of wij voor dit blad een fiscale column willen verzorgen. Uiteraard doen we dat graag. Ons vak is altijd in ontwikkeling en heel veel politieke keuzes ten aanzien van belastingheffing treffen ook de ondernemers in de bouw. Hierop geven wij graag toelichting, commentaar en tips. Maar voordat we hier een aftrap nemen lijkt het mij goed om ons even voor te stellen. Ik ben Gerrald Heijnen en als Senior fiscalist verbonden aan Alfa Accoun- tants en Adviseurs te Barneveld. Samen met mijn collega, Teus van de Bospoort, directielid en tevens senior fiscalist, zal ik deze column gaan vormgeven. Onze kennis richt zich met name op de fiscaliteit van het familiebedrijf. ACTUELE ONTWIKKELING Wat is op dit moment een actuele ontwikkeling die de aandacht behoeft? Dat is naar onze mening de verruiming van de tariefopstap voor de vennootschapsbelasting. Deze opstap was in 2020 € 200.000,-, is nu in 2021 € 245.000,- en wordt in 2022 € 395.000,-. Naar aanleiding van deze wijziging is het verstandig om eens kritisch te kijken naar de fiscaal-juridische structuur van uw onderneming. Een fiscale eenheid voor de ven- nootschapsbelasting wordt bijvoorbeeld minder interessant. Je kan dan namelijk maar één keer gebruikmaken van de tariefopstap. Nu deze tariefsopstap groter wordt, wordt een fiscale eenheid nadeliger. Nu was dit ook al nadelig met een tariefopstap van € 200.000,-, maar het wordt nu nog nade- liger. Dit omdat het verschil tussen het hoge en lage tarief ook nog eens toeneemt tot 10 % (15 % in de eerste schijf en 25 % in de tweede schijf). Bij een winst in de fiscale eenheid van € 800.000,-, kan het nadeel dan zomaar oplopen tot € 39.500,- aan belasting. Namelijk door het missen van een tweede tariefopstap van € 395.000,-, met een voordeel van 10%. AFZONDERLIJKE BV Voor grotere ondernemingen die ook aanzienlijke winsten behalen kan het aantrekkelijk zijn om te gaan onderzoeken of bepaalde activiteiten niet kunnen worden ondergebracht in een afzonderlijke BV. Want als je de winst kan verdelen over meerdere BV’s, kan dat aanzienlijke voordelen opleve- ren. Het verbreken van een fiscale eenheid of het splitsen van uw onderneming kan grote fiscale gevolgen hebben. Laat u daarom goed adviseren over alle aspecten die mogelijk van belang zijn. Ik ben natuurlijk graag bereid met u mee te denken. GERRALD HEIJNEN is senior fiscalist bij Alfa Accountants en Adviseurs in Barneveld. COLUMN Voor meer antwoorden van politici op prangende vragen van ondernemers, kijk op bouwbelang.com , de totaal ver- nieuwde website van uw vakblad! Even voorstellen Paul van Meenen (D66) 13 NUMMER 1 - 2021 | BOUWBELANG VERKIEZINGEN 2021

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=