BouwBelang 2 - 2021

UITGELICHT BOUWPLAATSINRICHTING Hoe veilig is uw bouwplaats voor de omgeving? BVZ BVZ BVZ BVZ BVZ BVZ Te bouwen/slopen object BVZ = bouwveiligheidszone De breedte van de bouwveiligheidszone volgt de contouren van het gebouw. Hijszone aan de linker- en rechterzijde begrensd door de belending, aan de voorgevel begrensd door het al dan niet aanwezig zijn van een bouwveiligheidszone BVZ BVZ BVZ BVZ BVZ BVZ BVZ Objectafhankelijke hijszone Bouwveiligheids- zone 1/3 Bouwveiligheidszone hijsgebied hijsgebied Te bouwen/slopen object belending is in gebruik BVZ = bouwveiligheidszone openbare ruimte belending is in gebruik belending in BVZ veilig gebruik aantonen zie art. 6.3.5 Op een wat grotere bouwplaats is al snel sprake van één of meer bouwkranen en steigers. Voorkomen moet dan worden dat er bouwmaterialen of gereedschappen tijdens hijsen of werken op de steiger, buiten de bouwhekken terechtkomen. Hier passeren inmiddels vaak voetgangers, fietsers en overige verkeersdeelnemers. De Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid geeft kaders voor veilig en risicogestuurd bouwen en slopen. H et Bouwbesluit stelt niet alleen eisen aan gebouwen, maar ook aan de veiligheid van de omgeving tijdens het bouwen. Bij het uitvoeren van bouw- of sloop- werkzaamheden moeten maatregelen worden getrof- fen ter voorkoming van letsel van personen buiten de bouwhekken en beschadiging of belemmering van wegen, gebou- wen en andere eigendommen in de directe omgeving. Het Bouwbe- sluit stelt als eis: ‘Bij bouw- en sloopplaatsen van een te bouwen of te slopen gebouw wordt een veiligheidsafstand vrijgehouden bepaald volgens paragraaf 6.2 van de Landelijke richtlijn Bouw- en sloopvei- ligheid’ (Hoofdstuk 8, artikel 8.2). Deze richtlijn is ontwikkeld door de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland. Wat zijn de be- langrijkste eisen uit die richtlijn? BOUWVEILIGHEIDSZONE Belangrijk onderdeel van de richtlijn is de zogenoemde bouwveilig- heidszone (BVZ), het gedeelte van de aan het bouw- of sloopwerk grenzende gebied waarin geen publiek aanwezig is. De grootte van de bouwveiligheidszone wordt bepaald door de hoogte van ofwel het gebouw ofwel de hijslast (zie pagina 40 van de Richtlijn). Hoe hoger het gebouw of de hijslast, des te groter de zone. De breedte van de zone volgt de contouren van het gebouw. In specifieke situaties kun- nen alternatieve oplossingen worden goedgekeurd op basis van ge- lijkwaardigheid, zolang hierdoor geen verhoogd risico ontstaat voor derden. ZWARE, VALLENDE VOORWERPEN De bouwveiligheidszone heeft alleen betrekking op kleine en relatief lichte voorwerpen (tot 5 kg). Voor zwaardere voorwerpen doet het gevaar zich voor tijdens het lossen, hijsen en monteren. Hiervoor gelden de hijszone en het hijsgebied. Het hijsgebied is de hijszone, aangevuld met de bouwveiligheidszone. Wordt er voor een gevel of steiger langs omhooggehesen, komt daar extra nog aanvullend een derde deel (1 /3) van de bouwveiligheidszone bij. Belangrijk daarbij is de omvang van het object. Als bijvoorbeeld een vloerelement met een lengte van 8 meter wordt gehesen tot een hoogte van 20 meter (de bouwveiligheidszone is 4 meter), is het hijsgebied voor dit ele- ment vanaf de gevel van het bouwwerk: 8 + 4 + 1 /3 ∙ 4 = 13,3 meter. Richtlijn downloaden? Ga naar www.bwtinfo.nl en klik op ‘dossiers’. 33 NUMMER 2 - 2021 | BOUWBELANG

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=