BouwBelang 3 - 2021

INTERVIEW O nder het raam van zijn werkkamer in het Tweede Kamergebouw werken straten- makers aan een nieuw wegdek. Het ven- ster staat vanwege ‘coronaventilatie’ open. De werkgeluiden lijken het ver- trouwen in de dynamiek van de bouwsector dat hij uitspreekt, te bevestigen. Daniel Koerhuis is een libe- raal Tweede Kamerlid van VVD-huize. Op de website van zijn partij vat hij zijn politieke opvatting kern- achtig samen met de slogan ‘Je moet altijd de kansen pakken en houden die je krijgt’. Hij heeft kansen kun- nen pakken en hij vindt dat ook anderen dat moeten kunnen. Mede daarom is hij ervan overtuigd dat alle bouwers, van klein tot groot, in staat zijn de verwach- tingen die politiek en samenleving hebben over de bouwopgaven en de energietransitie zullen inlossen. “Ik zie veel creativiteit bij bouwondernemers. Onlangs was ik nog bij een mkb-familiebedrijf, waar ze modulair bouwen. Ook in de houtskeletbouw wordt al veel gepre- fabriceerd. Verder zie ik plannen voor grote fabrieken waar de prefab-woning van de lopende band komt. Deze zijn al in uitvoering of staan op stapel. Daar wordt ik erg enthousiast van.” VERSCHRALING DOOR INDUSTRIALISATIE? Verwacht Koerhuis geen verschraling van het onderne- merslandschap en het vakmanschap door die grote fa- brieken van met name aannemers in het grootbedrijf? Dat is toch iets anders dan de modulaire bouw van het mkb-bedrijf dat Koerhuis heeft bezocht. Of de mkb-tim- merfabriek die elementen voor houtskeletbouwwonin- gen maakt, een type prefab-woning met een lange tra- ditie, dat een vast, maar gering aandeel op de Nederlandse woningbouwmarkt verworven heeft. Een aandeel dat overigens groeit door de positieve klimaat- impact van houtbouw. Die fabrieken van het grootbe- drijf zullen toch een fors deel van ‘woningbouwtaart’ gaan opeisen. “Daar ben ik niet bang voor. Om de doelstelling van één miljoen woningen voor 2030 te realiseren hebben we iedereen nodig, het grootbedrijf en de middelgrote en kleine aannemers niet minder. Ja, voor een belangrijk deel zal de woningbouwproductie geïndustrialiseerd worden, maar er blijft nog genoeg over. Denk aan reno- vatie, transformatie, uitbreidingen, onderhoud en ook nieuwbouw.” MEER TRANSFORMATIE Koerhuis denkt dat transformatie een belangrijke bij- drage kan leveren aan de woningbouwopgave. “We moeten naar een productie van 100.000 woningen per jaar. Dat moeten we realiseren, als we die doelstel- ling van één miljoen willen halen. Op het dieptepunt van de kredietcrisis bleef de teller steken bij 55.000 wo- ningen. Verleden jaar hebben we er – inclusief transfor- maties – 80.000 gerealiseerd. Maar hoe spring je van die tachtig- naar de honderdduizend? Vooral door trans- formatie luidt mijn antwoord. We moeten nog steviger dan we al doen inzetten op het ombouwen van winkels en kantoorpanden tot wonin- gen en appartementen. Daar vind je heel veel leegstand. Door corona hebben we mas- saal ervaren dat we ook thuis kunnen werken. Dat zal voor een deel een blijvertje zijn, waardoor nog meer kantoren leeg komen te staan. Bovendien is online-inkopen ver- sterkt aan een opmars bezig. Dat zie te terug in de be- zettingsgraad van de winkelpanden. Wil je die voorna- melijk binnenstedelijke gebieden leefbaar houden, dan moet je transformeren.” FLEXWONINGEN MEER INZETTEN Een ander middel om te voorzien in de woningbehoefte is volgens Koerhuis de flexwoning. “Daar staan er heel veel van in de fabriek, op zoek naar een locatie. In de Kamer hebben we geregeld, dat er 5000 euro subsidie per flexwoning komt. Ze zijn verhuurdersheffing- vrij gemaakt en je kunt ze vijftien jaar bestemmingsvrij plaatsen. Verder zijn wettelijke procedures aangepast zo- dat ze binnen acht weken geplaatst kunnen worden. Je kunt flexwonenbeschouwen als snelle woonoplossingen en een alternatief voor het reguliere huren en kopen” De flexwoning is een (tijdelijke) kleine woning die ver- plaatsbaar, stapelbaar, schakelbaar of splitsbaar is. VERLEGGEN VAN SUBSIDIEGELD NAAR TRANSFORMATIE Het Kamerlid voor de VVD merkt – ondanks redelijke belangstelling – dat de werkelijk gerealiseerde flexwoningen toch een beetje achterblijven bij de verwachting. De afgelopen jaren is er weliswaar spra- ke van een sprongsgewijze toename van drie- naar ze- ven- naar vijftienduizend, maar dat zou — gelet op de bedragen die ervoor vrijge- maakt zijn — wel wat meer mogen zijn, vindt Koerhuis. “Mijn voorstel: maak een deel van het geld voor de “Transformeer op grote schaal leegstaande kantoor- en winkelpanden en verstrek 5000 euro subsidie voor elke woning die dat oplevert!” 9 NUMMER 3 - 2021 | BOUWBELANG

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=