BouwBelang 4 - 2021

>> vervolg van pagina 37 is al langer bijzonder lastig”, zegt Gert Winkelaar, als adjunct-directeur verant- woordelijk voor het personeel van Salverda Bouw. En Winkelaar weet dat het niet een zoek- tocht is waarmee alleen Salverda Bouw worstelt. “Het is echt een branchebreed probleem. Overal waar ik kom hoor ik het- zelfde. Er is gewoon niet voldoende perso- neel te vinden.” IN CONTACT KOMEN Een van de grote uitdagingen in het vin- den van nieuwe medewerkers is volgens Winkelaar het in contact komen met deze groep. “Een timmerman heeft geen account op LinkedIn en zal niet snel uit zichzelf op onze website naar de vacatures kijken. Datzelfde geldt voor tegelzetters, betonre- parateurs en andere gespecialiseerde vak- lieden die wij zoeken.” Voor alle vacatures die bij de aannemer op werkenbijsalverdabouw.nl staan geldt dat de behoefte inmiddels zo groot is dat als twee geschikte kandidaten zich melden voor een vacature, ze allebei aangenomen worden. “Er ligt voldoende werk dus die uitspraak durf ik wel te doen. Dat geldt overigens ook als een goede vakman zich zelf meldt. De vraag is gewoon zo groot dat we die topper graag verwelkomen, ook al is er op dat moment geen directe vacature voor die functie.” ZELF OPLEIDEN In de zoektocht naar manieren om toch vacatures vervult te krijgen, besteden beide werkgevers aandacht aan het zelf opleiden. “Zo hebben wij onlangs een jonge calculator aangenomen, die we nog wel verder moeten inwerken de komende periode. Gelukkig wil de calculator die deze zomer met pensioen zou gaan wel doorwerken om deze nieuwe collega drie dagen in de week in te werken. Dat helpt ons enorm.” Ook Salverda Bouw ziet zelf opleiden als een mogelijkheid, al plaatst Winkelaar wel een kanttekening. “Het nadeel in de hui- dige situatie is dat we eerst energie moeten steken in die nieuwe werknemer voordat we profiteren van zijn energie. Dat betekent dat de medewerker die de nieuwe collega inwerkt zich niet volledig kan richten op zijn eigen werk. We zijn natuurlijk blij met iedere nieuwe medewerker, maar je kunt ze niet vanaf de start meteen volop inzetten. En dat zouden we in deze drukke tijden wel willen.” SAMENWERKEN MET OPLEIDINGEN Voor beide ondernemingen geldt dat ook nauw met roc’s en andere praktijkoplei- dingen wordt samengewerkt. Winkelaar: “De contacten zijn goed en we krijgen ook leerlingen vanuit de bouw- en technische opleidingen, maar het probleem is dat daar niet de aantallen uit voortkomen die je nodig hebt om de markt in balans te houden.” Remmits bevestigt dat. “Ik ben de derde generatie in het bedrijf en inmiddels geef ik 30 jaar leiding aan het bedrijf. In al die jaren hebben we altijd te maken gehad met een grotere vraag naar werknemers dan dat er aanbod was. Het is alleen de laatste jaren wel veel erger geworden. Dat zien ze op de opleidingen ook. De instroom van leerlingen is nagenoeg opgedroogd.” BRANCHE BETER OP DE KAART ZETTEN RICHTING JONGEREN De reden voor de impopulariteit van bouw en infra onder jongeren kennen Remmits en Salverda wel. “Het slechte imago van onze branches. Het heeft nog steeds de naam dat het zwaar en vies werk is en dat je lange dagen maakt. Maar er is in de afgelopen jaren zoveel veranderd en verbe- terd. Ik heb geen kant-en-klare oplossing, maar ik denk dat we vooral dat imago moe- ten verbeteren om uit deze crisis te komen.” De kansen om dat imago nu te verbeteren zijn volgens Winkelaar volop aanwezig. “Alleen al gezien de bouw- en verduur- GAZET | NUMMER 4 - 2021 38

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=