NR 1 -FEBRUARI 2022 1 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG PLATFORMVOOR BOUW& INFRA VAN AANNEMERSFEDERATIE NEDERLAND nu ín BouwBelang Sander Verhagen neemt metselbedrijf over Deltacommissaris: ‘Ondernemers willen duidelijkheid over klimaatadaptatie’ Uitgelicht: klimaatadaptief bouwen Specialist betonwerk zoekt de bijzondere uitdaging Studenten TU Delft ontwikkelen hulpmiddelen voor tegelzetter
Het stopcontact om mee te nemen Het nieuwe SYS-PowerStation. Stroom. Altijd en overal Nooit meer zoeken naar stroompunten. Geen vervelende kabels die worden rond gesleept, overvolle verdeelkasten, problemen met zekeringen of gebruik maken van vervuilende generatoren. Het unieke SYS-PowerStation is een oplossing die tijd en geld bespaart en uw werk een stuk makkelijker maakt. Het SYS-PowerStation zorgt ervoor dat u altijd en overal van stroom wordt voorzien. De compacte en mobiele oplossing slaat 1.500 watt-uur energie op – zodat u volledig onafhankelijk kunt werken. Meer informatie: festool.nl/powerstation * Kijk voor meer informatie en de voorwaarden over FinancingPLUS op: www.festool.nl/financingplus Gereedschap voor het beste resultaat Het SYS-PowerStation voor slechts € 102,- per maand
3 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG INHOUD BOUW BELANG Coverfoto Bij V&V Infra BV gaat het om: meedenken met de klant, oplossingen verzinnen en uitwerken, de uitdaging van maatwerk en plezier in het werk. In de loop der jaren heeft V&V zich ontwikkeld tot een breed georiënteerd GWWbedrijf dat werken uitvoert voor gemeenten en de petrochemische industrie met een specialisatie in betonwerk. Buiten en binnen de poort – zoals dat genoemd wordt door bedrijven die actief zijn voor beide typen opdrachtgevers. 16 ‘Co-makers zorgen voor eigenaarschap’ Woningcorporatie Waterweg Wonen werkt langjarig samen met comakers. En dat zijn opvallend vaak familiebedrijven in het mkb-segment. Teamleider Techniek Wilfred Gerritse: "Dit type bedrijven hebben een langetermijnvisie en dat past ons goed.” 10 ‘Pak klimaatadaptatie gezamenlijk op’ PeterGlashoudt nauwlettend inde gatenofNederland indepas loopt met haar lange termijnvisieopwaterveiligheid,waterpeil enruimtelijke adaptatie. Hij isdeltacommissarisdie tussendepartementenenbestuurslagenopereert enrechtstreeks toegang heeft tot deministerraad. 26 ‘Het stelwerk pakken we ook mee’ Jonge ondernemer Sander Verhagen ontmoet bij toeval Wim Haverhals tijdens een metselwedstrijd in Ede. Enkele jaren later wordt hij door hem uitgenodigd om eens koffie te komen drinken. In 2021 heeft hij Haverhals Metselwerken overgenomen. Hij heeft de activiteiten inmiddels 30 Uitgelicht Klimaatadaptief bouwen Klimaatadaptatie steeds minder vrijblijvend Klimaatadaptatie in regeerakkoord Circulair regenwatersysteem Verder in dit nummer 05 Voorwoord Riek Siertsema + colofon 06 Nieuws 07 Fiscale Tips Alfa Accountants 08 EIB: Woningmarktbeleid Rutte IV 20 Bedrijf en project: Binnen en buiten de poort 23 Innovatie: Studenten TU Delft ontwikkelen hulpmiddelen voor tegelzetter 29 Column Joost Haest 36 Column hoofdredacteur Arie Grevers IN DEZE UITGAVE 37 INZET BUITENLANDSE VAKMENSEN 40 WERKEN IN DE KOU 42 HIJSKRAAN MET WERKPLATFORM PLATFORMVOOR BOUW& INFRA VAN AANNEMERSFEDERATIE NEDERLAND JAARGANG 14 - NUMMER 1 - FEBRUARI 2022 Gemeenteraadsverkiezingen Mkb-bouwondernemers presenteren hun wensenlijstje aan de nieuwe colleges van Burgemeester en Wethouders van na de verkiezingen in maart. Er blijkt behoefte aan een onafhankelijk overlegplatform waar de ondernemers heikele zaken kunnen bespreken met de gemeenten. 14
Een isolerend, waterkerend en dampopen daksysteem voor indak PV-panelen SlimFix® RenoTwin Solar is een “zonnepaneel-platform” waarop direct alle gangbare PV-panelen en montagesystemen kunnen worden bevestigd. Het bestaat uit vrijdragend monteerbare dakelementen gecombineerd met een gepatenteerde waterkerende onderlaag. Hiermee wordt de dakconstructie volkomen waterdicht. • Vrijdragende montage = oude daken worden weer mooi strak. • Met messing/groef = een aaneengesloten isolatieschil • Voldoet als enige aan de 100 mm ventilatiehoogte-eis van PV-fabrikanten. • Perfecte ventilatie en koeling van het PV-paneel = hoog rendement. • Gegarandeerde ventilatie van de onderconstructie = langere levensduur. • Gootoverstek tot 60 cm mogelijk = meer dakoppervlak voor PV-panelen. SlimFix® RenoTwin Solar NIEUW VOOR RENOVATIEDAKEN GEPATENTEERD www.isobouw.nl/SlimFixRenoTwinSolar
Het midden- en kleinbedrijf doet het altijd goed in verkiezingsprogramma’s: ‘de banenmotor van het land’, ‘het kloppend hart van de economie’, etcetera… Het kan niet op qua loftuitingen. Maar als de ministers eenmaal zijn beëdigd wordt het doorgaans merkwaardig stil. Ik was dan ook blij verrast met het coalitieakkoord. Daarin staat maar liefst zeventien keer de afkorting mkb. Nu gaat het gebeuren, dacht ik, eindelijk staat het mkb op de kaart – immers 99% van het bedrijfsleven. Tot ik de samenstelling van het kabinet zag. De staatssecretaris voor mkb-zaken uit het vorige kabinet is weggesaneerd, de vele afkortingen in het coalitieakkoord ten spijt. Of heb ik wat gemist en kent de afkorting mkb nog een tweede betekenis? In ieder geval aanleiding genoeg voor ons om de vinger aan de politieke pols te blijven houden. Worden de mooie mkb-woorden in het akkoord ook daadwerkelijk omgezet in mkb-daden? Kortom: wij gaan ook dit jaar door ons mkb-geluid krachtig te laten horen, onder meer via de kolommen van het mkb-lijfblad BouwBelang. En daarbij kunnen we de hulp van de ondernemers in de achterban goed gebruiken. Een aantal mkb’bouwers doen dat al door met enige regelmaat een paar vragen van de redactie via de telefoon te beantwoorden. Hun meningen en inzichten vindt u terug in bijvoorbeeld de rubriek Ondernemerspanel. In deze uitgave (p.14) uiten ze hun wensen aan het adres van de nieuwe colleges van Burgemeester en wethouders die na de gemeenteraadsverkiezingen in maart worden samengesteld. We zien graag dat die groep van ondernemers zo groot mogelijk wordt om het mkb-geluid een zo breed mogelijk draagvlak te geven. Mijn oproep: meld u aan! En als de redactie u onaangekondigd belt: aarzel niet uw mening te geven! Verder is de redactie er weer in geslaagd een prachtig nummer samen te stellen. Weet u al wat de deltacommisaris doet en hoe we het mkb-geluid kunnen laten doorklinken in zijn adviezen aan de regering? En wat kunnen studenten Industrial Design betekenen voor de ontwikkeling van producten en hulpmiddelen op mkb-maat? Docent en studenten vertellen hoe ze dat aanpakken. En u herkent vast wel het gevoel dat u het werk niet gedaan krijgt, doordat u geen vakmensen kunt vinden. Moet je dan over de grens kijken en de mensen daar vandaan halen? Of extra opleidingsinspanningen plegen voor aanstormend Nederlands bouwvaktalent? Drie ondernemers spreken zich uit over dat dilemma. Onze hoofdredacteur besteedt in het verlengde van deze problematiek zijn column aan de maatschappelijke waardering van het ambacht. En hoe kunt u een bijdrage leveren aan klimaatadaptief bouwen? U leest het allemaal en nog veel meer in deze uitgave van BouwBelang. Riek Siertsema, voorzitter Aannemersfederatie Nederland © 2022. Nederlandse HandelsUitgaven. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevens-bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste geweten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/ of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van deze uitgave wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. BouwBelang verschijnt vijf keer per jaar in de maanden februari, april, juli, september en december in een oplage van van 10.000 exemplaren. UITGEVER Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra Nieuweweg 226, 3905 LTVeenendaal Telefoon: (0318) 544 900 E-mail: secretariaat@aannemersfederatie.nl www.aannemersfederatie.nl ONTWIKKELING EN REALISATIE Nederlandse HandelsUitgaven Maagdenburgstraat 22, 7421 ZC Deventer Telefoon: (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl www.handelsuitgaven.nl BLADMANAGEMENT Frank de Groot REDACTIE Arie Grevers (hoofdredacteur) E-mail: arie@bouwbelang.com Frank de Groot Geert Hilferink REDACTIEADRES Nederlandse HandelsUitgaven Postbus 2273, 7420 AG Deventer E-mail: redactie@bouwbelang.com COÖRDINATIE Rielèn van der Hoek FOTOGRAFIE Kees Stuip ILLUSTRATIES Hennie Vaessen VORMGEVING EN PREPRESS RonaldWientjes, Create-by ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Nederlandse HandelsUitgaven Hugo Arends Telefoon: (0570) 861007 E-mail: advertentie@bouwbelang.com ABONNEMENTEN, ADRESWIJZIGINGEN, EN OPZEGGINGEN E-mail: info@bouwbelang.com DRUK Damen Drukkers Postbus 14 4250 DAWerkendam 5 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG COLOFON VOORWOORD PLATFORM VOOR BOUW & INFRA VAN AANNEMERSFEDERATIE NEDERLAND Vinger aan de politieke pols
6 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022 Nieuws en achtergronden kunnen, eventueel voorzien van foto (digitaal beeld minimaal 300 dpi), worden gestuurd naar: redactie@bouwbelang.com of naar: Nederlandse HandelsUitgaven, Postbus 2273, 7420 AG Deventer NIEUWS ■ Er is in 2022 meer subsidie beschikbaar voor kleine ondernemers die een zero-emissiebestelauto willen aanschaffen. Bij de koop of financial lease van één of meer nieuwe emissieloze bedrijfsauto’s geldt voor kleine ondernemers een hoger subsidiepercentage: 12% in plaats van 10%. In het Klimaatakkoord is overeengekomen dat wordt toegewerkt naar de invoering vanaf 2025 van middelgrote zero-emissiezones voor stadslogistiek in 30 tot 40 grotere steden. Daarbij is tevens afgesproken dat ondernemers kunnen rekenen op financiële en praktische ondersteuning bij de aanschaf van een zero-emissie bestelauto. Ook is er een overgangsregeling afgesproken, waarbij bestelauto’s met minimaal Euroklasse 5 tot en met 31 december 2026 onbeperkt toegang hebben tot de zero-emissiezones voor stadslogistiek. Bestelauto’s met minimaal Euroklasse 6 hebben tot en met 31 december 2027 onbeperkt toegang tot de zero-emissiezones voor stadslogistiek. Bestelauto’s van euroklasse 4 zijn niet uitgevoerd met een roetfilter en hebben geen toegang tot de zero-emissiezone. In 2020 betrof dit circa 20% van het totale aantal bestelauto’s. EXTRA STEUN Demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat heeft met MKB Nederland afgesproken dat eigenaren van bestelbussen uit emissieklasse 4 een extra financieel steuntje in de rug kunnen krijgen. In de oude Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) kwamen ondernemers voor bestelauto’s vanaf € 20.000,- in aanmerking voor een subsidie van 10% van de aanschafprijs (netto-catalogusprijs) tot een maximum van € 5.000,- per voertuig. Op basis van de Europese staatsteunregels mag de financiële steun aan grote bedrijven maximaal 40% van de meerkosten bedragen, voor middelgrote bedrijven maximaal 50% en voor kleine bedrijven maximaal 60%. Onder kleine bedrijven wordt verstaan: bedrijven met minder dan 50 werknemers en een jaaromzet of jaarlijks balanstotaal van maximaal € 10 miljoen. Door maximaal gebruik te maken van de Europese staatssteunkaders kan voor de deze groep ondernemers het subsidiepercentage worden verhoogd van 10% naar 12%. Dat betekent dat bij de aanschaf van een elektrische bestelauto van € 40.000,- exclusief BTW, een klein bedrijf € 800,- extra ontvangt. OVERIGE WIJZIGINGEN SEBA 2022 Naast de verhoging van het subsidiepercentage van 10% naar 12% voor kleine bedrijven, is de subsidieregeling op een drietal andere punten gewijzigd: 1. Ontkoppeling van het eigendom van het voertuig en de tenaamstelling van het voertuig, waardoor de regeling aantrekkelijker wordt voor operationele lease. Dit is van belang voor bedrijven die geen voertuig willen of kunnen aanschaffen. 2. De tweede wijziging, is feitelijk een handhaving van de eerder aangekondigde tijdelijk langere vaststellingstermijn van zeven maanden in verband met langere levertijden door het wereldwijde chiptekort. Hiermee wordt grotendeels voorkomen dat bedrijven hun aangevraagde subsidie alsnog mislopen, doordat de elektrische bestelauto niet op tijd kan worden geleverd. 3. Het subsidieplafond voor 2022 is vastgesteld op € 22 miljoen. In 2021 was het plafond even hoog. EENDUIDIG BELEID De staatssecretaris roept ook gemeenten op om eenduidig lokaal beleid te voeren ten aanzien van ontheffingen voor ondernemers die door overmacht niet op tijd kunnen beschikken over een emissievrij voertuig. Er mag geen willekeur ontstaan, waarbij een bedrijf voor de ene zero-emissiezone voor stadslogistiek een ontheffing krijgt en in de andere wordt geweigerd. De staatssecretaris werkt samen met onder meer VNG en de logistieke sector, toe naar één landelijk ontheffingenloket. Dit geldt zowel voor de afgifte van ontheffingen als voor de invulling van de hardheidsclausule, voor ondernemers waarvan redelijkerwijs niet verwacht kan worden op tijd te kunnen beschikken over een emissieloos voertuig. Alles over SEBA: https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/seba Meer subsidie voor emissieloze bedrijfsauto’s Foto: Mercedes.
7 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG Nieuwe elan in Kabinet Rutte IV ■ Met Hugo de Jonge (CDA) heeft de bouw gelukkig weer een minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook belangrijk voor de bouwsector: Rob Jetten (D66) is minister voor Klimaat en Energie geworden en Christianne van der Wal-Zeggelink (VVD) is nu minister voor Natuur en Stikstof. Minister ‘van’ en minister ‘voor’. Het zal sommigen niet zijn opgevallen, maar er zit wel een verschil in. Minister Hugo de Jonge is minister voor VRO. Zijn beleidsterrein valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk Relaties, dat geleid wordt door minister Hanke Bruins Slot van BZK. Een minister zonder portefeuille – zoals Hugo de Jonge - is verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein, maar heeft niet de leiding over een departement. Ministers zonder portefeuille hebben echter, anders dan staatssecretarissen, wel zitting in de Nederlandse ministerraad en kunnen dus ook meestemmen over alle beslissingen. Hugo de Jonge gaat volgens eigen zeggen ‘zijn tanden’ zetten in een grote taak: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. “Voor te veel mensen is het hebben van een fijn en betaalbaar huis nu geen zekerheid. Mijn eerste opdracht is zorgen dat er heel veel gebouwd gaat worden. Mijn tweede opdracht is zorgen dat er ruimte blijft op dit hele kleine stukje aarde voor de dingen die we belangrijk vinden: ruimte om te wonen, voor natuur, ruimte om ons geld te verdienen, voor onze boeren en voor onze energievoorziening. Hierin zullen we passende keuzes moeten maken.” ACHTERGRONDEN Hugo de Jonge heeft geen achtergrond in de bouwsector. Hij komt uit het onderwijs, maar startte in 2004 al in de politiek als Beleidsmedewerker Onderwijs Tweede Kamerfractie CDA. Hij was daarna onder meer politiek assistent en projectleider en programmamanager bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur enWetenschap (OCW). Van 2010 tot 2017 was hij wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin (later Zorg) bij de gemeente Rotterdam. In 2017 werd hij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en tevens viceminister-president in het kabinet-Rutte III. Zijn gebrek aan ervaring op het beleidsterrein in VRO wordt door veel deskundigen echter niet gezien als belemmering. Bestuurlijke ervaring, overtuigings- en slagkracht zijn namelijk minstens zo belangrijk. Aandacht verdient ook ‘klimaatdrammer’ Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie. Zijn beleidsterrein valt onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, dat wordt geleid door de nieuwe minister Micky Adriaansens. “Nederland heeft grote ambities op het gebied van klimaat en duurzame energie. Ik ben blij dat we de komende jaren forse stappen gaan zetten. Zo leveren we onze bijdrage aan de wereldwijde opgave onze aarde leefbaar door te geven aan volgende generaties. Met een schone en concurrerende economie, waar duurzaamheid loont en iedereen mee kan komen”, aldus Jetten op de website van Rijksoverheid.nl. Hij was van 2011 tot 2017 werkzaam bij ProRail. Tot slot noemen we Christianne van der Wal-Zeggelink, minister voor (ja, ook al voor) Natuur en Stikstof. De stikstofproblematiek is al lange tijd een heet hangijzer in de bouw en infra, dus goed dat dit beleidsterrein nu alle aandacht krijgt. Het beleidsterrein valt onder het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat wordt geleid door de nieuwe minister Henk Staghouwer. “De natuur versterken en tegelijk investeren in toekomstbestendige landbouw. Ik sta voor deze opdracht. Dat doen we door per gebied aan de slag te gaan. Dit vraagt een bijdrage van alle sectoren, van de landbouw, tot de bouw, de industrie en mobiliteit”, aldus Christianne van der Wal-Zeggelink. Zij was in het verleden onder meer gemeenteraadslid en wethouder in Harderwijk (20102019) en van 2019 tot 2022 gedeputeerde provincie Gelderland met de portefeuilles economische zaken en innovatie, mobiliteit en luchtvaart. Hugo de Jonge, de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Foto: Rijksoverheid. Rob Jetten is nu minister voor Klimaat en Energie. Foto: Rijksoverheid. Christianne van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof. Foto: Rijksoverheid.
SCEPSIS OVERWONINGBOUWPLANNEN RUTTE IV Meer flexibiliteit en daadkracht nodig De woningbouwplannen van het kabinet Rutte IV zijn volgens de deelnemers aan de paneldiscussie tijdens het EIB-congres ‘een mooi fundament’, maar niet dé oplossing voor de problemen op de woningmarkt. Ook EIB-directeur Taco van Hoek is ‘niet optimistisch’. Er is meer flexibiliteit en daadkracht nodig, aldus de conclusie. 85.000 nieuwe woningen per jaar. “De bouw biedt de komende twee jaar nog een dynamisch beeld door de hoge druk op de nieuwbouw aan de ene kant en de gespannen arbeidsmarkt aan de andere kant.”, aldus Van Hoek, die voor de jaren daarna wel een stabiele en robuuste groei voorziet. Aanpassing woningbouwprogrammering Hogere aantallen zijn volgens het EIB overigens wel mogelijk, maar dan moet het kabinet, met daarin de nieuwe verantwoordelijke minister De Jonge, de programmering wel aanpassen. “Nu wordt ingezet op grote binnenstedelijke bouwprojecten en vooral appartementen. Terwijl binnenstedelijk bouwen veel tijd kost en de vraag naar eengezinswoningen veel groter is. Door te kiezen voor meer kleinere buitenstedelijke projecten kan de productie eerder versneld worden.” Aanpassingen die de vier deelnemers aan de paneldiscussie in grote lijnen wel toejuichen. Gerard van As, wethouder in Alphen aan den Rijn, Maarten van Duijn, directievoorzitter van Heijmans Vastgoed, Henk Peter Kip, directievoorzitter woningcorporatie Mitros en Olaf Sleijpen, directielid van De Nederlandsche Bank discussieerden onder leiding van Welmoed Sijtsma over de kabinetsplannen. GOEDE LOCATIES EN POLITIEKE KEUZES Locatie, daadkracht en tempo. Het zijn de zaken waaraan het volgens het viertal vooral schort. “Goede locaties waar gebouwd kan worden, zijn keihard nodig”, aldus Van Duijn. “Daarbij is het een politieke keuze om te bepalen in welk weiland er wel of niet gebouwd kan worden, maar die keuze zal wel gemaakt moeten worden”, vult Kip aan. Daadkracht van de nieuwe minister van Volkshuisvesting wenst wethouder Van As in de vorm van centrale regie. “Zo is het ons gebeurd dat de provincie alsnog een streep zette door vergevorderde bouwplannen. Vanuit een centrale rol moet de minister zaken van bovenaf kunnen doordrukken om onnodige vertraging of het einde van plannen te voorkomen.” INSPRAAK BEPERKEN Een soortgelijke aanpassing van overheidsbeleid zou Van Duijn graag zien. “Een van de vertragende factoren van bouwprojecten vormen de bezwarenprocedures. Met de invoering van de Omgevingswet ontstaat straks een extra mogelijkheid om na de bestemmingsplanfase opnieuw bezwaar te maken tegen bouwplannen. Dat werkt alleen maar verder vertragend.” Volgens Sleijpen willen alle betrokkenen in de bouwsector uiteindelijk allemaal hetzelfde. “Daarbij moeten we ons vooral realiseren dat we dit niet van vandaag op morgen realiseren”, aldus Sleijpen, die zegt dat hetzelfde geldt voor de betaalbaarheid van de woningen. “We zullen serieus moeten kijken naar de fiscaliteit van het woningbezit om de verschillen tussen kopen en huren weer dichterbij elkaar te brengen. Geen populaire maatregel, maar wel een die de politiek zal moeten maken. Samen met het vergroten van de woningvoorraad is het een belangrijke stap op weg naar een evenwichtiger woningmarkt.” Tekst: Geert Hilferink - Foto's: Kees Stuip OBehalve de traditionele presentatie van de verwachtingen van de bouwproductie en werkgelegenheid voor de periode van 2022 tot 2026, besprak Van Hoek eind januari ook de doorrekening die het EIB van het recent gepresenteerde regeerakkoord. De optelsom van die plannen en de voorziene ontwikkelingen op de bouw- en -arbeidsmarkt maken volgens het EIB een bouwproductie van 85.000 woningen per jaar in 2026 mogelijk. Niet de benodigde 100.000 woningen per jaar waar Nederland al jaren over praat, en bovendien ‘pas in 2026’ het aantal van 8 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022
Op fiscaal gebied bood de laatste maand van 2021 een behoorlijke verrassing. Redelijk onverwacht kwam er op 24 december 2021, daags voor Kerst, de uitspraak van de Hoge Raad dat, vrij vertaald, een forfaitaire heffing op spaargelden in box 3 van de inkomstenbelasting niet is toegestaan. Voor mensen die hun vermogen op spaarrekeningen hebben staan ziet de fiscale wereld er ineens een stuk beter uit. Het rendement als zodanig blijft natuurlijk nog steeds heel slecht. De wetgever zal genoodzaakt zijn het werkelijk rendement in box 3 te gaan belasten. Dat is mooi voor spaarders, maar minder goed nieuws voor de beleggers in vastgoed. En ook het lenen van de eigen BV en vervolgens in privé gaan beleggen wordt minder interessant. REGEERAKKOORD Ook in de maand december kwam het langverwachte regeerakkoord van Rutte IV en in januari was de samenstelling van de ploeg bekend. Wat voor fiscaal nieuws gaat dit ons brengen? We krijgen een staatssecretaris voor belastingen (Marnix van Rij) die zijn sporen in de advieswereld heeft verdiend. Zo’n staatssecretaris die de praktijk kent geeft de burger moed. Eindelijk iemand die de wetgeving gaat vereenvoudigen? Het is wel bitter hard nodig. Wat ligt er op het bordje van de heer Van Rij wat aangekondigd is in het regeerakkoord? Het lijkt er op dat de fiscale behandeling van vastgoed behoorlijk aandacht krijgt. Een bloemlezing: zDe bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenkbelasting zal worden aangepast. De regeling zal ‘eenvoudiger’ en ‘eerlijker’ worden. Nou, daar kun je alleen maar voor zijn. Wat dit concreet in gaat houden, wordt niet vermeld. Maar dat de onduidelijkheid rondom vastgoed wordt opgelost, is wel te verwachten. zPer 1 januari 2023 wordt de overdrachtsbelasting verhoogd naar 9 %! In enkele jaren een verhoging van 50%. In 2020 was het tarief nog 6 %. zDe jubelton gaat verdwijnen. Vanaf 1 januari 2024 zal het niet meer mogelijk zijn om belastingvrij € 100.000 te schenken voor de aanschaf van een eigen woning. zDe waardering van verhuurde woningen in box 3 gaat veranderen. Vanaf 2023 moeten deze worden gewaardeerd op de waarde in vrije staat. In de huidige wetgeving geldt nog een lagere waarde in verband met de verhuurde staat. Kortom, voldoende beweging in vastgoed en fiscaliteit om in het jaar 2022 heel alert te blijven. TEUS VAN DE BOSPOORT is directeur en belastingadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs in Barneveld December- verrassingen FISCALE TIPS Bouwvoertuigen alleen nog met kenteken de weg op ■ Sinds 1 januari 2022 geldt er een registratieplicht voor bestaande en nieuwe (land)bouwvoertuigen die op de openbare weg rijden. Bestaande en nieuwe rijdende werktuigen en hun getrokken materieel mogen alleen nog de weg op als ze bij de RDW geregistreerd zijn. Trekkers en getrokken materieel moesten al langer voldoen aan Europese veiligheids- en duurzaamheidsregels. Maar nu gelden ook voor MMBS-voertuigen (motorrijtuig met beperkte snelheid) soortgelijke regels. Bovendien moeten nieuwe (land)bouwvoertuigen al sinds 1 januari 2021 worden geregistreerd en voorzien van een kentekenplaat. Mede door de registratie kan de politie beter controleren of het voertuig aan alle regels voldoet. Bovendien zorgt de verplichte registratie ervoor dat de veiligheid van de Nederlandse voertuigen wordt gewaarborgd. Zo kan de RDW bij inschrijving in het register controleren of elk voertuig is voorzien van een typegoedkeuring of individuele keuring. Zodoende komen nog alleen veilige voertuigen de markt op. Daarnaast maakt de registratieplicht duidelijk wie de eigenaar van het voertuig is. Een trekker of MMBS rijdt dus niet meer anoniem rond. Niet alleen zal de bestuurder zich daardoor netter gedragen in het verkeer, maar ook is er altijd iemand aansprakelijk te stellen bij schade of overtredingen. WELKE VOERTUIGEN? De registratie geldt voor voertuigen met een constructiesnelheid van minimaal 6 km/hr en maximaal 45 khm/hr. Daaronder vallen (bron: RDW): (mini) dumper, graaflaadcombinatie, graafmachine, grader, hakselaar, hefplatform, hoogwerker, knikdumper, knikmops, ladderwagen, lader, leveler, markeringsmachine, mobiele kraan, mobiele graafmachine, schranklader, shovel, stratenreinigingsmachine, stratenwals, veegmachine, verreiker, versnipperaar, vorkheftruck, wiellader en zwenklader. Uitgezonderd zijn voertuigen die een maximale constructiesnelheid van minder dan 6 km/hr (bijvoorbeeld hoogwerkers of hefplateaus) hebben, asfalteermachines, asfaltfreesmachines en walsen. NOG NIET GEREGISTREERD? Online registreren kan nu niet meer. Om nog op de openbare weg te mogen, moet je het voertuig laten keuren op een keuringsstation van de RDW. Dat kost minimaal € 140,-. Neem contact op met de klantenservice van de RDW. Deze is bereikbaar via het telefoonnummer 088-0087447. Het nummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Of ga naar www.rdw.nl en voer in het zoekvak ‘registratie’ in. Foto: Kobelco. 9 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG NIEUWS
Tekst: Arie Grevers - Foto's: Kees Stuip 10 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022 ‘Bekijk bestaande plannen samen met betrokken partijen nog eens kritisch door klimaatadaptieve bril’
DELTACOMMISSARIS PETER GLAS ONTVANGT GRAAG INPUT OVER KLIMAATADAPTIEVE PROJECTEN INTERVIEW Is hij de Johan van Veen van deze tijd, maar dan voor klimaatadaptatie? Te veel eer en zijn positie is een andere, zegt deltacommissaris Peter Glas. Hij houdt nauwlettend in de gaten of Nederland in de pas loopt met de lange termijndoelstellingen voor waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie. Ingenieur Van Veen was – voor wie het niet weet – destijds de geëngageerde en legendarische voorvechter van de bescherming van onze kust tegen stormvloeden uit zee. Na de ramp van 1953 was hij betrokken bij de totstandkoming van de deltawerken. Deltacommissaris Peter Glas noemt zichzelf een soort verbindingsofficier die met een eigen onafhankelijk mandaat tussen departementen en bestuurslagen opereert – een unieke positie die is ingebed in de Nederlandse aanpak van waterveiligheid met een langjarige financiering vanuit het deltafonds. “Er is steeds voor veertien jaar vooruit geld gereserveerd voor projecten, beheer en onderhoud en onderzoek. Nederland neemt op dit punt een uitzonderlijke positie in en dat wekt elders nieuwsgierigheid. Ik ontvang met enige regelmaat delegaties uit andere Europese landen.” Het mandaat (zie kader) van Peter Glas is vastgelegd in de Waterwet waaraan behalve het deltafonds ook een nationaal programma van rijksoverheden en regionale medeoverheden is gekoppeld. Hij ziet toe op de naleving van de afspraken en onderhoudt allerlei verbindingen met maatschappelijke geledingen in bouw, industrie en landbouw. Ook AFNL is via één van haar leden, MKB Infra, in gesprek met de deltacommissaris en voorziet ‘Het is een opgave voor overheid en sector samen‘ hem van informatie over klimaatbestendige projecten die ondernemers in de achterban uitvoeren. En nee, hij wil zich niet meten met ingenieur Johan van Veen. “Al voor de oorlog heeft deze visionair zijn zorgen geuit over de staat waarin de Nederlandse dijken verkeren en hij verwachtte dat dit zou kunnen leiden tot een catastrofe. In februari 1953 kreeg hij op een gruwelijke wijze gelijk. Ik was erbij toen twee jaar geleden een standbeeld ter ere van hem onthuld werd aan de Hollandse IJssel met zicht op één van de Deltawerken, de stormvloedkering. Zijn pleidooi voor een structurele aanpak van de waterveiligheid strandde – tot zijn grote frustratie – vóór de ramp steeds in bureaucratie. Ook in dat opzicht is er veel veranderd waardoor je mijn werkzaamheden maar moeilijk kunt vergelijken met zijn inzet. Er is immers een breed gedragen gevoel van urgentie dat onder meer is verankerd in een deltafonds 11 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
maar houd wel nauwlettend in de gaten of er voortgang geboekt wordt. De overheden doen er overigens goed aan om samen met ondernemers op te trekken en gebruik te maken van de aldaar aanwezige kennis, ervaring en ambitie.” WONINGBOUWOPGAVE SPREIDEN OVER HEEL NL In zijn eerste briefadvies heeft Peter Glas de ontwikkelingsprojecten aangekaart die op planniveau al in de steigers staan. “Ik zeg in de brief: leg eerst je oor te luister bij mensen van het gemeentelijk rioolbeheer en ook bij de deskundigen van de waterschappen. Ga vervolgens nog eens met de projectontwikkelende initiatiefnemer, uitvoerende partij en de publieke opdrachtgever/ vergunningverlener om tafel zitten en kijk er nog een keer naar door een klimaatadaptieve bril. Kun je kwetsbaarheden voorkomen door op een slimme manier in te grijpen? Neem bijvoorbeeld een project in de polder. Kun je hier nog wat schuiven met straten als dat nodig is om het water goed te bergen en af te voeren. En als een plantsoen is gepland, ligt dat dan wel op het laagste punt in de polder zodat het water goed opgevangen kan worden. Mocht dat niet zo zijn, pas dat dan alsnog aan. Zo’n praktische insteek in de voorliggende plannen, dat zou mijn aanbeveling zijn. En als je nog een start moet maken met de ontwikkeling van projecten tot 2030 en daarna, kijk dan ook eens naar de rest van Nederland. Dus niet alleen in de Randstad bouwen, maar de woningbouwopgave spreiden over heel het land.” DRUK VANUIT FINANCIËLE WERELD EN CONSUMENT Er zijn inmiddels vele goede voorbeelden te noemen van effectieve publiek/private samenwerkingsverbanden. Maar dat is volgens Peter Glas niet de enige dynamiek waardoor een versnelling van de ambitie wordt bereikt. Welke mechanismen spelen nog meer een rol? “Klimaatadaptatie, -mitigatie, energietransitie en alles wat daarmee samenhangt zijn ook belangrijk issues in de financiële wereld. Dan heb ik het niet alleen over de banken, maar ook over de verzekeraars. Zonder een goed plan tegen de kwetsbaarheid voor weersextremen, wordt het lastig een financiering of een verzekering rond te krijgen. En ook de eindklant of consument let er steeds scherper op.” MET NORMEN INSPELEN OP REGIONALE VERSCHILLEN Wat is meer effectief om zo snel mogelijk de klimaatadaptieve leefomgeving te realiseren, verleiden en belonen of verplichten via het Bouwbesluit dan wel het stelsel van vergunningverlening. voor langjarige investeringen en in de erkenning van de functie van deltacommissaris.” BEHOEFTE AAN DUIDELIJKHEID Hoe zijn uw contacten met ‘het veld’, de ondernemers, ontwikkelaars en gemeenten? “Ik constateer een groeiend begrip in de samenleving voor het feit dat klimaatadaptief bouwen noodzakelijk is. Bovendien realiseren ondernemers zich dat het hun kansen biedt. Natuurlijk, er zijn voorlopers, volgers en ‘kat-uit-de-boom-kijkers’. In oktober heb ik overleg gehad met een brede coalitie van brancheverenigingen in bouw, infra en groensector. En dan merk je dat het onderwerp leeft en gemeengoed aan het worden is. Ik bespeur wel dat er behoefte is aan duidelijkheid met resultaatgerichte afspraken op doelniveau die een landelijke werking hebben en voorzien in een level playing field voor alle bedrijven, ongeacht hun omvang. Het mag van hen allemaal wel wat concreter. Wat betekent nou precies waterrobuust bouwen? Ook bij de opdrachtgevende overheden is behoefte aan duidelijkheid. Zij zeggen: geef mij nou maar een aantal normen in het bouwbesluit. Dat scheelt allerlei overlegsituaties, want dan is het duidelijk wat er gebeuren moet.” De verhalen en ervaringen die de deltacommissaris in het veld hoort, neemt hij graag mee in zijn adviezen aan het kabinet en andere overheden. GEZAMENLIJK OPTREKKEN Kunt u de input vanuit het veld inzetten bij uw werk als deltacommissaris? “Mede op basis van wat ik hoor heb ik op Prinsjesdag de overheden opgeroepen om samen met de sector te kijken hoe je de leefomgeving klimaatadaptief kunt invullen. Verder heb ik twee keer een briefadvies aan de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat uitgebracht over de woningbouw in het bijzonder. De eerste brief ging over ‘hoe bouw je’ en de tweede over ‘waar bouw je’. Ook in de briefadviezen neem ik natuurlijk de inspirerende voorbeelden mee die me vanuit de praktijk worden aangereikt. Vervolgens is het aan het onlangs aangetreden kabinet er iets mee te doen in de plannen voor de inrichting van onze leefomgeving. Mijn rol is een adviserende en gericht op de langere termijn. Ik bemoei me niet met concrete projecten, ‘De tijd dat we overal zomaar kunnen bouwen zonder ons ergens om te bekommeren is voorgoed voorbij.’ 12 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022
INTERVIEW “Hiervoor vertelde ik, dat ik op bezoek geweest ben bij de vrienden van de bouw. En daar werd die vraag ook gesteld. Ik zeg: hoor ik het nou goed? Vraagt het bedrijfsleven om regelgeving? Dat vroeg ik natuurlijk met een provocerende knipoog. Want ik kan het wel begrijpen. Doeltreffende en efficiënte wetgeving is in lijn met het verzoek om meer duidelijkheid. Maar is extra wetgeving noodzakelijk? Eerder heb ik de vraag wel eens gesteld: kunnen we klimaatadaptief bouwen met de regels van het bestaande Bouwbesluit. De juridische analyse luidde: ja dat kan, als je maar wilt. Dat was drie jaar geleden de tussenconclusie. Toch willen opdrachtgevers en –nemers het ’t liefst zo concreet mogelijk hebben en op basis van landelijke normen aan de slag gaan. Dat moet je wel zorgvuldig aanpakken. In het heuvellandschap van Limburg heb je met ander condities te maken dan in Gouda, waar de bodem zakt. Ik spreek liever over resultaatsafspraken dan dat je precies tot achter de komma uitschrijft wat er in elk bestek moet staan. De regels moeten wel de mogelijkheid openhouden om in te spelen op de regionale omstandigheden. Ik zit meer op de lijn van ‘wat willen we en waarom’. Mijn advies: maak het zo concreet mogelijk zonder dat het een last wordt. Het moet werkbaar zijn en ’t moet helpen.” SCHADEPOST VAN 170 MILJARD Belangrijker nog dan normen, zegt Peter Glas, is de bewustwording dat de gevolgen van klimaatverandering bij elke ruimtelijke ordeningsafweging een geïntegreerd en vanzelfsprekend onderdeel is. “Bij de ontwikkeling van een gebied horen vanaf dag één klimaatafwegingen op tafel te liggen. Dan kun je het best mogelijke klimaatadaptieve ontwerp maken. Als je dat nalaat,aldus berekeningen, dan kan ons dat op een schadepost van wel 170 miljard euro in de komende dertig jaar komen te staan. Alleen al de schade door regenval van de afgelopen zomer in Duitsland, België en Nederland hebben verzekeraars en herverzekeraars becijferd op meer dan 40 miljard euro en dan hebben we het nog niet eens over het tragisch verlies van mensenlevens. Als de enorme hoeveelheid regen ietsjes anders was gevallen, bijvoorbeeld midden boven Nederland, dan zou de economische schade daar ook niet te Mandaat deltacommissaris In 2012 is een artikel opgenomen in de Waterwet, waarin staat dat er jaarlijks een deltaprogramma moet komen, dat via het kabinet naar de Tweede Kamer gaat als onderdeel van begroting van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Er staat ook in dat er een regeringscommissaris voor het deltaprogramma ( zoals de deltacommissaris officieel heet) dient te worden aangesteld. Deze zorgt dat het programma handen en voeten krijgt en verder bevordert hij of zij de samenwerking tussen rijksoverheid en de medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen). Hij monitort ook de voortgang in de uitvoering van het programma en de effectiviteit van de bestedingen. Ten slotte heeft hij rechtstreeks toegang tot de ministerraad, mocht dat nodig blijken. De velden die zijn werk bestrijken, zijn: Waterveiligheid Dan gaat het over dijken, dammen, deltawerken, pompen en gemalen, de werken waardoor de inwoners van Nederland droge voeten houden en waardoor de bedreigingen van zee en rivieren het hoofd zijn te bieden. Dat begint met veilige dijken, want als die het begeven komen direct tien miljoen mensen in gevaar in gebieden waar tweederde van het bruto nationaal product verdiend wordt. Beschikbaarheid van voldoende zoetwater Die beschikbaarheid moet er zijn voor onder meer de drinkwatervoorziening, de industrie, landbouw, natuur en scheepvaart. Ruimtelijke adaptatie (klimaatadaptatie) Dat wil zeggen dat je de omgeving zo aanpast, dat deze bestand is tegen extremen – weersextremen die het gevolg zijn van klimaatveranderingen. overzien zijn geweest. De tijd dat we overal zomaar kunnen bouwen zonder ons ergens om te bekommeren is voorbij.” VAART MAKEN Hoe denkt Peter Glas over green taxonomy, de toekomstige Europese normen die in het kader van sustainable finance worden opgesteld? Moet klimaatadaptatie daar onderdeel van gaan worden? “Daar ben ik niet bij betrokken. Ik heb er wel kennis van genomen. Ook al met het oog op een level playingfield lijkt het me nuttig dat die taxonomy wordt uitgewerkt. Ik zou er echter niet op gaan zitten wachten. Kom zo snel mogelijk met landelijke norm- en doelafspraken. Dat zou ik vanuit mijn positie aanbevelen. Als die taxonomy tot stand gekomen is en als we dezelfde taal spreken en criteria hanteren dan is het nuttig om over en weer even te kijken of we nog iets moeten aanpassen.” ‘Van meet af aan klimaatadaptieve maatregelen meenemen in planontwikkeling’ @Werkt u aan een klimaatbestendig project? Laat het de redactie weten via arie@bouwbelang.com. 13 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
Gemeenteraadsverkiezingen zijn altijd belangrijk voor mkb-bouwers. Want binnen gemeentegrenzen en in de omliggende regio, verdienen de meesten van hen hun boterham. Gemeenten zijn voor hen opdrachtgever, vergunningverlener, verkoper van bouwgrond en– in de nabije toekomst – handhaver in de zin van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Op 16 maart is het zover. Dan wordt er weer gestemd. En het zou mooi zijn als na Wat verwachten ondernemers van de colleges van burgemeester en wethouders na de gemeentelijke verkiezingen in maart? Die vraag heeft BouwBelang gesteld aan ondernemers uit de achterban. Er blijkt behoefte aan een onafhankelijk overlegplatform waar ondernemers het gesprek met gemeentenkunnen aangaan over zaken in het lokale overheidsbeleid die hen raken. Dan kan het gaan over het wegvloeien van kennis, enthousiasmeren van basisschoolleerlingen voor het ambacht, inconsistent gemeentelijk beleid en meer lef en ambitie tonen bij verwerven bouwgrond. Tekst: Arie Grevers - Foto's: stock GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN: ONDERNEMERS PRESENTEREN WENSENLIJSTJE ‘Bespreek issues in onderling overleg’ Kennis verdwijnt bij gemeentelijk diensten “Vroeger kende je een ambtenaar die je kon bellen als er eens iets was. Bijvoorbeeld over kwesties die betrekking hebben op bestemmingsplannen. Daar was iemand voor en die was op de hoogte vanhet betreffende dossier.Dat is de afgelopen tien jaren geleidelijk aan veranderd. Ambtenaren krijg je niet meer te spreken. Je wordt doorverwezen naar een ingehuurde freelancer die van toeten nog blazen weet. En elke keer kun je het hele verhaal opnieuw vertellen. Het enige wat je krijgt is een standaardantwoord.En als je pech hebt, zit er een volgende keer een ander. Door corona is het nog erger geworden. De ambtenaren zien elkaar niet meer op kantoor en er gebeurt nog maar weinig. Het lijkt wel of men corona als voorwendsel gebruikt om maar geen lastige knopen door te hoeven hakken. Ik vind het een ongewenste ontwikkeling dat er geen inhoudelijke kennis meer is op de gemeentelijke kantoren. En waar geen kennis is, kan ook geen verantwoordelijkheid meer gedragen worden. De Wet kwaliteitsborging is dan een logische volgende stap op een heilloze weg. De ambtenaren hoeven straks alleen maar te controleren of het dossier bevoegd gezag compleet is aangeleverd. Als er gegevens ontbreken dan mag de betreffende ambtenaar aannemen dat er niet gebouwd is in overeenstemming met de bouwtechnische regels. Op zich heb ik er niks op tegen dat die wet er komt, maar het bevordert wel de eliminatie van vakkennis op het gemeentekantoor. Je hebt daar straks helemaal niemand meer met wie je een inhoudelijk gesprek kunt voeren. Mijn oproep: behoud bouw- en infratechnischekennis bij gemeenten, zodat gemeente en aannemers ook inhoudelijk met elkaar kunnen communiceren. Dat is belangrijk voor het onderlinge begrip.” de verkiezingen al die gemeente- en stadbesturen een beetje rekening houden met de wensen van de mkb-bouwers. Maar, danmoeten ze wel weten wat de ondernemers willen. Daarom heeft BouwBelang er een tiental gebeld om hun te vragen naar hun wensen.De ondernemers wilden die graag delen. De meesten geven er de voorkeur aan dat te doen zonder naamsvermelding. Dat respecteert de redactie uiteraard. Waar dat zinvol was, heeft de redactie overeenkomstige reacties samengevoegd. 14 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022
ONDERNEMERSPANEL Budgetten voor projecten met basisschoolleerlingen “Op lokaal niveau mag er vanuit de gemeenten wel een grotere inspanning geleverd worden om jongeren te enthousiasmeren voor ambachtelijke beroepen. Ik denk dan in het bijzonder aan de bouwtechnische beroepen. Begin daarmee op de basisscholen. De gemeente kan zorgen voor middelen waardoor leerlingen toegang krijgen tot faciliteiten. Hoe dat precies ingevuld moet worden, laat ik graag aan de onderwijsdeskundigen over. Maar je kunt denken aan computergestuurde simulatieprogramma’s of excursies waarbij leerlingen onder begeleiding aan de slag gaan. Ondernemers zijn best bereid daarin mee te denken en dat doen ze al door open dagen te organiseren. Maar dat kost allemaal tijd en geld. Daar kunnen gemeenten wat in betekenen door budgetten vrij te maken op de gemeentelijke onderwijsbegroting.” Inconsistent gemeentelijk beleid raakt ondernemer “Ondernemers missen een gemeentelijke visie over een langere termijn. Na vier jaar treedt er weer een nieuw college aan dat mogelijk anders is samengesteld en andere prioriteiten stelt. Er zit weinig consistentie in. En daar hebben we als ondernemer last van. De samenleving staat voor een enorme verduurzamingsopgave. Dat vergt investeringen van de bouw- en infraondernemer. Denk bijvoorbeeld aan materieel en transportmiddelen, waarvan stadbesturen verwachten dat die geen broeikasgassen meer uitstoten, dus op termijn allemaal elektrisch of door waterstof aangedreven moeten worden. Denk ook aan de opleiding van personeel dat zich nieuwe technieken eigen moet maken.Als je investeringen doet, dan moet je ervan op aankunnen, dat je ze binnen een bepaalde termijn kunt afschrijven. Het kan dan niet zo zijn, dat een collega met zijn oude diesel het werk goedkoper kan uitvoeren doordat een volgend college van BenW de relevantie van emissieloos transport minder inziet. Ook op dit punt zie ik graag meer overleg tussen gemeente en ondernemers. Ik heb soms de indruk dat ze op het gemeentehuis geen flauw benul hebben voor welke afwegingen we staan en hoe die negatief beïnvloedt worden door zwalkend beleid. ” Graag meer ambitie bij het zoeken naar ‘stikstofgrenzen’ “Actief grondbeleid veronderstelt een inspanning van de gemeente om grond te verwerven.Ik zie daar in onze gemeente weinig van terug. Dat heeft een aantal oorzaken. Tijdens de kredietcrisis is de gemeente natuurlijk geschrokken van de financiële risico’s die er aan een actief beleid kleven. En verder is de bewegingsruimte sterk beperkt door de stikstofwetgeving. Er liggen nogal wat Natura 2000 gebieden in de directe omgeving. Mogelijk dat de recente update van de rekenmethode voor de stikstofdepositie enig soelaas biedt, maar daar heb ik nog geen signalen van ontvangen. Gevolg van dit alles is wel dat er geen vierkante meter bouwgrond beschikbaar is binnen de gemeentegrenzen. Als het overal zo is als bij ons, dan kan Nederland haar woningbouwplannen tot 2030 wel op de buik schrijven. Het ziet ernaar uit dat de gemeente eerst kan bewegen als de rijksoverheid de regels bijstelt. De gemeente wekt overigens de indruk dat ze dat wel oké vindt. Ik mis de ambitie om de grenzen op te zoeken van wat nog mogelijk is. Verder zijn de contacten met de gemeente via de businessclub altijd prima geweest. En zolang de businessclub zijn onafhankelijkheid behoudt en een eigen koers vaart, is er sprake van gezond onderling overleg.” 15 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
Tekst: Hans Fuchs - Foto's: Kees Stuip en Van Wijnen CO-MAKERS ZIJN VAAK FAMILIEBEDRIJVEN Bij WaterwegWonen zorgen co-makers voor eigenaarschap 16 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022
OPDRACHTGEVER Voor Woningcorporatie Waterweg Wonen is beheer en onderhoud een spagaat tussen klantgericht opereren, maatschappelijke ambities waarmaken en handelen als een belegger om de kwaliteit van het vastgoed te borgen. Als opdrachtgever voor dat beheer en onderhoud hanteert de corporatie een mix. Serviceonderhoud voert Waterweg Wonen uit met een eigen serviceafdeling. Wilfred Gerritse karakteriseert de grootste sociale verhuurder van Vlaardingen als een typische - en ambitieuze - woningbouwcorporatie: "Wij dragen zorg voor de sociale huisvesting van mensen met een kleine beurs. Waterweg Wonen heeft elfduizend eenheden onder de vleugels - allemaal binnen de gemeentegrenzen van Vlaardingen. Ik zie dat als vrij ideaal. Als je lokaal gebonden bent, weet je wat er in je stad speelt. We kennen de bewoners best goed, al kan dat natuurlijk altijd beter. Wij zijn bovendien groot genoeg om slagvaardig te zijn als organisatie en te investeren in kennis.” Bij al die lokale binding, heeft Waterweg Wonen tegelijkertijd te maken met de grootstedelijke sociale problematiek uit de stadsregio Rotterdam: "Daardoor zetten wij meer dan gemiddeld in op leefbaarheid". Als voorbeeld haalt Wilfred Gerritse de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek aan, waarmee gemeentes mogen sturen in de bewonerssamenstelling van wijken die sociaal-economisch onder druk staan. Gerritse: "In Vlaardingen speelt dat in de wederopbouwwijk Westwijk, waar ook een deel van ons woningbestand staat." SPAGAAT Het beheer en onderhoud van het woningDe stad Rotterdam was de eerste gemeente die de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (december 2005) toepaste – die daarna prompt bekend werd als de Rotterdamwet. Met de wet mogen gemeentes de regie nemen bij het reguleren van het aantal personen met een laag inkomen in stadswijken. Vuistregel is daarbij dat tenminste een kwart van de bewoners van die wijken werkeloos moeten zijn (of ‘niet-actief’) en iets minder dan de helft van de wijkbewoners (45%) een laag inkomen hebben. Voldoet een wijk aan dat profiel, dan wordt die eufemistisch omgedoopt tot ‘kansenzone’ en mag een gemeente inkomenseisen gaan stellen aan nieuwkomers die in de wijk willen gaan wonen (en nog geen zes jaar ingezetene zijn van de regio). Behalve in de Maasstad zelf en in Vlaardingen, werd de Rotterdamwet in de stadsregio ook ingezet in Schiedam. De steden Tilburg, Den Bosch en Zaanstad maakten eveneens van de wet gebruik. Woningcorporatie Waterweg Wonen werkt op basis van wederkerigheid langjarig samen met co-makers. En dat zijn opvallend vaak familiebedrijven in het mkb-segment. Teamleider Techniek Wilfred Gerritse: "Dit type bedrijven hebben een langetermijnvisie. Ze willen dat hun bedrijf blijft voortbestaan voor volgende generaties. Dat vertaalt zich ook in bijzondere zorg en aandacht voor het werk." 17 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
bestand van Waterweg Wonen noemt Wilfred Gerritse een spagaat: “Het is de spannende, constante zoektocht naar de juiste balans tussen klantgericht en dienstverlenend optreden voor onze huurders en de noodzaak om de kwaliteit van dat vastgoed te borgen en financieel efficiënt en waardecreëerend te opereren. Als corporatie worden wij daarnaast gedreven door maatschappelijke ambities, zoals de verduurzaming in het kader van de energietransitie. En ons werk ligt politiek gevoelig. Op lokaal niveau kan een wethouder makkelijker bij ons binnen lopen dan bij een belegger." Juist in het vastgoed komen al die aspecten samen, stelt Gerritse – en dat zie je volgens de Teamleider Techniek van Waterweg Wonen goed terug in de wijze waarop de corporatie zijn beheer en onderhoud aanbesteedt. CO-MAKERS MET EEN SPECIALISME Het dagelijks onderhoud aan het woningbestand doet Waterweg Wonen grotendeels zelf. De Vlaardingse corporatie heeft een eigen service-afdeling die naast opzichters en planners tien eigen vaklieden sterk is. Wilfred Gerritse: "Zij verwerken 30.000 service- en mutatieorders per jaar en zijn bij wijze van spreken de hele dag aan het rennen en regelen. En wat je aflevert moet goed zijn, want hier zit enorm veel impact voor je organisatie." Een deel van het dagelijks onderhoud besteedt Waterweg Wonen uit, vertelt Gerritse: "Dan gaat het om specialisten voor bijvoorbeeld de cv-ketel of liftonderhoud. Die partijen zijn co-makers die op basis van langjarige samenwerking en partnership zorgen dat ze beschikbaar zijn om snel en doelmatig onderhoud te verrichten. Het partnership houdt in dat je samen kijkt hoe je het beste "De opdrachtgever ontzorgen, voor ons werkt het niet, want het is ónze zorg en da’s prima. De aannemer kan ons wel helpen die zorg het beste te dragen." 18 BOUWBELANG | NUMMER 1 - 2022
OPDRACHTGEVER kan samenwerken en daarin hebben we geleerd dat we even belangrijk voor elkaar zijn en het helpt als we regelmatig communiceren over de prestaties." EIGENAARSCHAP VAN GROTE WAARDE Tot co-makers wendt de Vlaardingse corporatie zich ook bij het planmatig onderhoud en kwaliteitsverbetering. Onder één voorbehoud: "Voor niet-frequente werkzaamheden waarbij de kwaliteit aan de voorkant vast staat, bestellen we 'uit de folder'. Denk aan glasvervanging of dakbedekking. Wij geloven niet in een dakdekkerscontract met een co-maker. Die diensten kopen we in bij partijen die goed bekend moeten staan. Dat toetsen we met onze financiële toetsers en we vragen na in de markt, bij leveranciers of mede-corporaties." Co-makers komen bij Waterweg Wonen in beeld voor planmatig onderhoud waar sprake is van relatief veel risico op kwaliteits- en beheergebied; gevelwerkzaamheden, het beheer van liften of collectieve cv's, en ook advieswerk. Gerritse: "Voor ons is het eigenaarschap van de co-maker van grote waarde bij het vervullen van onze taak als corporatie voor onze huurders. Met boze klanten als gevolg van een slecht functionerende, onveilige lift of een cv die vaker uitvalt, halen we niet het ambitieniveau dat ons voor ogen staat; doel is een rapportcijfer 8 van de klant. Co-makers staan voor je klaar als het nodig is, en dat loont zich vooral bij een kritisch product als een lift of een cv. Met de co-makers die we daarvoor inzetten, werken we op basis van wederkerigheid langjarig met elkaar samen. Dat zijn langetermijnrelaties, waarbij we altijd kritisch kijken naar de kwaliteit en de tevredenheid van beide partijen." GOED OPDRACHTGEVERSCHAP Gerritse noemt goed opdrachtgeverschap een voorwaarde voor het samenwerken met co-makers: "Al is een woningcorporatie nog niet aanbestedingsplichtig, we hanteren wel de principes van de Aanbestedingswet: transparantie, gelijkwaardigheid, proportionaliteit en non-discriminatie. We doen nadrukkelijk niet aan leuren. En in dit proces staan wij open voor feedback. Wij zijn bovendien geen organisatie die dingen over de schutting gooit. We kiezen voor samendoen – op een zakelijke basis, maar altijd samen." Waterweg Wonen gaat die samenwerking aan met zo'n vijftien tot twintig co-makers. Gemene deler: dat zijn opvallend vaak familiebedrijfgeoriënteerde mkb-bedrijven. Wilfred Gerritse: "Die hebben over het algemeen oog voor de lange termijn. Ze waken er voor dat hun bedrijf blijft bestaan voor volgende generaties. Dat vertaalt zich ook in de zorg en aandacht voor het werk. Er is liefde voor het vak. Bij grote aannnemers is wat dat betreft het evenwicht vaak weg, de wens om een langetermijnbinding aan te gaan ontbreekt daar nog wel eens. Met een mkb-bouwer werkt dat beter. En andersom geldt, denk ik, hetzelfde. Ook al zijn wij op papier op basis van vastgoedwaarde van meer dan een miljard, een jaarlijkse onderhoudsbegroting van € 27 miljoen en investeringsprogramma de komende 5 jaar van € 47 miljoen best een grote organisatie, als corporatie staan wij in onze rol als opdrachtgever qua karakter dicht bij het mkb." Verdient uw opdrachtgever redactionele aandacht, omdat hij een mkb-gericht aanbestedingsbeleid voert? Laat het de redactie weten en stuur een mailtje naar arie@bouwbelang.com. Aansturen op afstand In het opdrachtgeverschap is voor corporaties het afgelopen decennium het een en ander veranderd, stelt Teamleider Techniek Wilfred Gerritse van Waterweg Wonen: "Als het gaat om de uitvoering, staan wij iets meer op afstand dan vroeger en sturen aan. Een jaar of tien geleden waren wij meer onderdeel van het werk, zaten meer op de uitvoerdersstoel. Tegenwoordig heeft de aannemer zijn eigen proces. Dat betekent dus ook dat we de keuze voor bijvoorbeeld lean werken aan de comaker laten. Dat ligt in handen van de onderhouds- en renovatiepartijen zelf." Tegelijkertijd wordt met de co-makers volop gespard: "Beheer en onderhoud van corporatievastgoed is nooit een vaststaand recept. Wij gebruiken graag de kennis van onze co-makers om resultaatgericht samen te werken – waarbij we goed kijken naar alle aspecten waar wij als corporatie rekening mee moeten houden; onze klanten, onze maatschappelijk taak, het politieke speelveld, het behoud van de kwaliteit. Wij laten ons door een uitvoerende partij nooit een vastomlijnd plan van aanpak aanreiken, of twee scenario's waar wij er dan één van kiezen. De opdrachtgever ontzorgen, voor ons werkt het niet, want het is ónze zorg en da’s prima. De aannemer kan ons wel helpen die zorg het beste te dragen. Het gaat in ieder project altijd weer om sparren, samenspraak en maatwerk." 19 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
www.bouwbelang.comRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=