INNOVATIE weken: research, ideeontwikkeling, conceptontwikkeling en tot slot productontwikkeling/presentatie. zAED – advanced embodied design. In deze cursus wordt een bestaand prototype tot op het laatste boutje uitgewerkt. Die tweede stap is niet gemaakt in Tools voor Tilers. Maar je zou je voor kunnen stellen dat Bovatin een producent weet te interesseren om één van de ontwikkelde prototypen, bijvoorbeeld één van de kniekapontwerpen, op de markt te brengen. Dan zou in samenwerking met de TU Delft een produceerbare kniebeschermer tot in de details uitgewerkt kunnen worden. Dat is een heel technisch verhaal, maar altijd met toetsmomenten in de praktijk. De eindgebruiker staat immers centraal. WAAR VOOR JE GELD Wim wil de ACD-cursus graag toelichten. “De eerste tien weken omvatten de fasen research en ideeontwikkeling. Deze ronden de studenten af in groepsverband. De fasen conceptontwikkeling en productontwikkeling/presentatie doorlopen ze individueel. Deze omvatten de laatste tien weken.” Het wemelt intussen van perioden, fasen, studierichtingen en -vakken, maar Wim weet op heldere wijze structuur aan te brengen in de complexiteit van zijn vakgebied, een geboren docent. “Om inzicht te krijgen in onze aanpak is begrip van onze methodiek wel even van belang. En geïnteresseerde bedrijven of brancheverenigingen betalen een bedrag van rond de 7.500 euro en dan willen ze ook weten wat ze ervoor krijgen. Overigens een gering bedrag afgezet tegen wat je ervoor krijgt.” Wim vervolgt zijn toelichting. “Ontwerpen doe je samen, met specialisten, met externen en gebruikers. Je bent spin in het web en zorgt ervoor dat alle informatie op tafel komt. Dat doe je niet achter een computerschermpje. Je stelt vragen, trekt conclusies en zoekt antwoorden. Dus je moet ook nieuwsgierig zijn en je niet laten afschepen. Altijd op zoek gaan naar de vraag achter de vraag. Vaak komen bedrijven met een probleem. Het is niet altijd gezegd dat dit probleem de achterliggende vraag laat zien. Ik daag de studenten altijd uit: Ga de discussie aan met de opdrachtgever. Geloof niet altijd wat je hoort. Probeer te achterhalen wat er werkelijk aan de hand is om het volledige probleem op tafel te krijgen. Maak er een goed verhaal van dat stevig onderbouwd is met argumenten. Neem de klant mee in het proces. Dat ook hij of zij erin gelooft en betrokkenheid voelt bij wat je doet.” WAARDE TOEVOEGEN VOOR DE SAMENLEVING De tweede tien weken van de ACD-mastercursus is, als gezegd, individueel en begint met een wolk aan ideetjes en het ontwikkelen van een persoonlijke visie. En daaruit kiezen de studenten ieder voor zich een eigen probleemgebied. Daartoe leren studenten methodieken over zinvol brainstormen, bijvoorbeeld. Wim: “Dat kun je leren. Het is een belangrijke skill om op ideeën te komen die niet zo voor de hand liggen. Dat gaat stap voor stap via een gestructureerde aanpak om uiteindelijk uitlegbare en verdedigbare ontwerpen te verkrijgen die waarde toevoegen aan mens en samenleving. Om dat te bereiken moeten de studenten zich bekwamen in expertisegebieden.” De expertisegebieden waar Wim op doelt zijn: zCultuur. Wat voor type mens is de doorsnee tegelzetter, als die al bestaat. zLiteratuurstudie. Studie van literatuur over ergonomie is een onvervreemdbaar onderdeel van industrieel ontwerpen. Behalve via de bekende kanalen hebben de studenten ook informatie kunnen putten uit het klachtenrapport van Volandis. zNieuwe technologie. Welke nieuwe technieken en technologieën zijn er in te zetten? Bijvoorbeeld: een student heeft elektronica in een kniebeschermer verwerkt. zVisualiseren. Industrieel vormgeven is visualiseren van andermans wensen. Daar hoort noch altijd bij dat je moet kunnen tekenen. Even een krabbeltje maken in aanwezigheid van de gebruiker blijft belangrijk. Uitwerken van de schetsjes kan de student dan later wel met een tekenprogramma. zPrototype maken. De student moet handvaardigheid ontwikkelen om in de werkplaats een functioneel model te kunnen maken. Deze kun je dan real life testen en daarover een aanbevelingsrapport samenstellen. Als laatste stap kan de student contact zoeken met een producent voor verdere ontwikkeling. De Raptor kniekappen van Adriaan Przespolewski zijn uitgerust met sensoren die de gebruiker waarschuwen als deze zijn knieën teveel belast. De Tilifter van Rob Schrijen is een hulpmiddel waardoor je alle soorten tegels gemakkelijk kunt verplaatsen. Het gereedschap blinkt uit door eenvoud. De Suru-overall van Alazne Echaniz Jurado is uitgerust met kniekappen die zich automatisch vullen met lucht als je knielt. Karel Brans maakte een stofkapdiscus. De discus sluit als een deksel de speciekuip af op momenten dat je de zak met droge tegellijm leegt in die kuip. De student claimt een reductie van de stofontwikkeling tot wel negentig procent. Wilt u ook studenten een opdracht geven voor de ontwikkeling van hulpmiddelen? Mail arie@bouwbelang.com! 25 NUMMER 1 - 2022 | BOUWBELANG
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=