Wijzigingen regelgeving rolsteigers en kamersteigers ■ Sinds eind 2021 is de nieuwe rolsteigernorm NEN-EN 1004-1 van kracht. Ook is in december 2021 het hier op aangepaste A-blad Rolsteigers verschenen. De Vereniging van Steiger-, hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB) heeft een flyer uitgebracht waarin de belangrijkste wijzigingen in de regelgeving rondom rolsteigers en kamersteigers zijn samengevat. Ook de kamersteigers vallen nu onder NEN-EN 1004-1. NEN-EN 1004-1 is de Europese norm voor rolsteigers. Deze is vernieuwd en is ook van toepassing voor rolsteigers die in Nederland op de markt worden gebracht. In december 2021 heeft Volandis het vernieuwde A-Blad Rolsteigers uitgegeven waarin werkgevers- en werknemersorganisaties de laatste stand der techniek hebben geformuleerd om het werken met rolsteigers veiliger te maken. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan bij handhavingsinspecties de aanwijzingen van het A-blad gebruiken. AANPASSINGEN Aangepast ten opzichte van de vorige versie van de rolsteigernorm is onder meer de ‘ondergrens’ waarboven de norm van toepassing is. Daarnaast het gebruik van leuningen en kantplanken, de afstand tot het eerste platformniveau en de afstand tussen de platformniveaus onderling. Ook gelden er nieuwe eisen voor de stabiliteit van de rolsteiger en de beveiliging van de platforms tegen opwaaien. De vernieuwde norm is in tegenstelling tot voorheen ook van toepassing op rolsteigers met een vloerhoogte vanaf 0 meter. Voorheen was dit 2,5 meter. Hierdoor vallen nu ook de kleine rolsteigers, de zogenaamde kamersteigers, onder de norm. De VSB-leden hebben de wijzigingen in de rolsteigernorm inmiddels verwerkt in hun producten. Daarmee zijn ze voorbereid op de nieuwe NEN-EN 1004-1 en het vernieuwde A-blad Rolsteigers. De veranderingen zijn voor gebruikers samengebracht in de nieuwe flyer ‘Wijzigingen in wet- en regelgeving rolsteigers en kamersteigers’. Deze is te downloaden van de VSB-website: www.vsbnetwerk.nl. Het A-blad zelf kunt u downloaden via www.volandis.nl. Klik op ‘Werk veilig’ en vervolgens op ‘Instrumenten’ en dan ‘A-bladen’. Hijskraan met werkplatform Foto: Kingspan. ■ In uitzonderingssituaties is het toegestaan om een hijskraan met werkplatform in te zetten voor bijvoorbeeld het saneren van asbestdaken. De voorwaarde dat dit vooraf moet worden goedgekeurd door een HVK-er (Hogere Veiligheidskundige), is per 1 januari 2022 vervallen. Dit meldt VERAS, branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven. Het opstellen van een schriftelijk werkplan is één van de voorwaarden voor de inzet van een hijskraan met werkplatform in uitzonderingssituaties (art. 7.23d, Arbobesluit). Tot 1 januari 2022 gold daarbij de verplichting dat het werkplan vooraf werd goedgekeurd door een HVK-er. VERAS heeft zich samen met collegabranches de achterliggende jaren ingezet voor het schrappen van deze bepaling. De minister van SZW heeft dit verzoek gehonoreerd en per 1 januari 2022 is deze verplichting komen te vervallen. In het gewijzigde Arbobesluit is tevens de eis inzake de maximale windsnelheid waarbij nog gewerkt mag worden verduidelijkt, door te specificeren waar die snelheid gemeten moet worden (art. 7.23d lid 10d). Artikel 7.23d wordt als volgt gewijzigd: 1. Het derde lid komt te luiden: 2. Het is verboden aan te vangen met de werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid, voordat: a. door de werkgever een schriftelijk werkplan is opgesteld, waarin ten minste is aangegeven: 1°. de onderbouwing waarom voor de moeilijk bereikbare plaatsen geen voor het vervoer van personen ontworpen geëigende arbeidsmiddelen beschikbaar zijn, dan wel dat de inzet daarvan gelet op de aanwezige omgevingsfactoren tot een onveilige situatie zal gaan leiden; 2°. de onderbouwing waarom er evenmin andere werkmethoden zijn waarmee die plaatsen veilig bereikt kunnen worden bij de aanwezige omgevingsfactoren; en b. tevens in het werkplan is geoordeeld, uitgewerkt en vastgelegd hoe, op de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, die werkzaamheden veilig worden verricht. 3. Het tiende lid, onderdeel d, komt te luiden: d. de windsnelheid, gemeten aan het hoogste punt van het hijswerktuig, niet meer bedraagt dan 13,8 m/s en evenmin hoger is dan de windsnelheden die voor het hijswerktuig in normaalbedrijf toelaatbaar zijn. GAZET | NUMMER 1 - 2022 42
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=