INTERVIEW De sfeer aan de cao-onderhandelingstafel is zelden zo goed geweest. De partijen respecteren elkaar en over en weer is er een gevoel van urgentie om de uitdagingen gezamenlijk op te pakken. Zeker als het gaat om opleiden van vakmensen, want die hebben we hard nodig. Onderhandelaars Hans Crombeen van FNV Bouwen & Wonen en Gijs Lokhorst van CNV Vakmensen praten over de periode na de grote crisis, een tijd van verandering. “Als het aan ons zou liggen, kunnen de beide vakverenigingen morgen fuseren.” Elf jaar geleden heeft er in BouwBelang een interview gestaan met de toenmalige bouwcao-onderhandelaars van de vakbonden. Er heerste een ongekende crisis en die was voelbaar aan de onderhandelingstafel. De sfeer was niet best. Ook al niet omdat het aan de ondernemerskant tussen de Aannemersfederatie en Bouwend Nederland niet boterde. Verder hielden de vakbonden lang vast aan verworven rechten, terwijl werkgevers de noodklok luidden: geen werk en reserves verdampten. Op dit moment is de sfeer aan tafel ontspannen en is de omgang respectvol en open te noemen. Dat geldt voor de relatie tussen de ondernemersvertegenwoordigers als ook tussen werkgevers en werknemers. Begrip voor elkaars positie en vertrouwen lijken het overgenomen te hebben van het wantrouwen. Hoog tijd om de onderhandelaars van de vakbonden in de kolommen van BouwBelang weer eens aan het woord te laten en hun te vragen wat er precies veranderd is. De onderhandelaars zijn Hans Crombeen (FNV) en Gijs Lokhorst (CNV). De laatste was er elf jaar geleden ook al bij. Gijs: “Tussen ons loopt het overigens ook op rolletjes. Of niet Hans? Er zijn tijden, dat ik – bij wijze van spreken – Hans vaker zie dan mijn eigen vrouw.” Hans: “Doorgaans weet ik al, voordat ik Gijs over een bepaald punt geraadpleegd heb, precies hoe hij in de wedstrijd staat. Er zijn wel eens nuanceverschillen maar de teneur is dat we het met elkaar eens zijn. Wat ons betreft kunnen we fuseren, maar daar gaan we niet over.” Gijs: “En het klopt, de relatie met de werkgevers is goed te noemen. Dat is zeker wel eens anders geweest. Elf jaar geleden zaten we midden in de crisis. Die crisis duurde erg lang. Behoud van arbeidsplaatsen, waar wij normaliter in een crisistijd voor knokken, was niet vol te houden. Bedrijven hadden geen werk en een aantal bedrijven moest noodgedwongen de poorten sluiten. Dat waren de feiten en daar moesten wij even mee leren omgaan.” SECTORALE OPLEIDINGSSTRUCTUUR GEWENST Hans: “En als de crisis voorbij is, is die heel plotseling voorbij. Dan ben je opeens op zoek naar vakmensen. Maar als ze eenmaal elders een baan gevonden hebben, dan zie je ze niet meer terug. Doordat de crisis zolang duurde, zijn we niet in staat geweest ze vast te houden voor onze sector. Door die crisis zijn er heel lang geen mensen opgeleid. Een ondernemer die veel van de eigen mensen moet ontslaan, kun je niet kwalijk nemen dat hij in die periode geen leerlingen opleidt. Voordat je na de crisis weer mensen hebt opgeleid voor een basisopleiding in een handwerk, ben je een jaar verder. Dan beheerst hij of zij – op wat basisvaardigheden na – het vak nog niet. Voor een kaderopleiding ben je drie jaar verder. Gijs: “Van die crisis hebben we geleerd dat er behoefte is aan een sectorale structuur voor opleidingsstages, waardoor ook bij laagconjunctuur mensen een bouwvak kunnen leren. Daar praten we nu over, dan zijn we voorbereid als een volgende crisis zich aandient. En die zal ongetwijfeld weer een keer komen.” Hans: “We hebben ervaren dat je in tijden van crisis de individuele ondernemer niet kunt opzadelen met de volle verantwoordelijkheid voor de opleiding van jonge mensen. Om een soort sectorale opleidingsstructuur te bekostigen kun je denken aan een fonds dat gevuld wordt via premieheffing. We zijn er samen met de werkgevers nog niet helemaal uit hoe we dat precies willen inrichten. Belangrijk is dat we er nu over praten en niet op het moment als de nood aan de man is.” Gijs: “Ondernemers hebben dan wel iets te overwinnen. Als ze een goede leerling hebben, willen ze die ook graag houden. Maar als het sectoraal geregeld wordt, dan wordt dat lastig, omdat je dan opleidt voor de sector. Het zou dan eigenlijk niets moeten uitmaken of hij bij 11 NUMMER 4 - 2022 | BOUWBELANG
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=