Statushouders sneller aan het werk statushouders Groene en digitale banen ■ Het kabinet zet onverminderd in op de acties om krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Een belangrijk onderdeel van de aanpak is, dat er per sector wordt gekeken wat er precies nodig is. Zo heeft het kabinet ingestemd met het Actieplan Groene en Digitale Banen waarmee het tekort aan werknemers in techniek, bouw en ICT samen met werkgevers en onderwijs wordt aangepakt. Zo moet de instroom in het bètatechnisch onderwijs omhoog en wil het kabinet technisch personeel in de bouw en techniek en ICT behouden. duurzaam werk en tegelijkertijd voldoen aan hun verplichting om in te burgeren. Als dit goed werkt, wordt het uitgebreid naar meer gemeenten. ■ Werken helpt nieuwkomers om sneller te integreren. Het draagt bij aan het leren van de taal, het opbouwen van een netwerk en het geeft meer zelfvertrouwen. Het kabinet wil daarom dat statushouders, ofwel vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning, sneller aan het werk gaan dan nu het geval is. Gemeenten gaan daarom aan de slag met startbanen voor statushouders. Ook worden ze in een asielzoekerscentrum al gekoppeld aan potentiële werkgevers en dat kunnen heel goed ondernemers in de bouw en infra zijn. Dat staat in een plan van aanpak dat minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het plan is met sociale partners en een groot aantal maatschappelijke organisaties, uitzenders en gemeenten tot stand gebracht. Van Gennip: “Op de werkvloer leer je de Nederlandse taal en cultuur het snelste. Daarom is het essentieel dat statushouders de kans krijgen én grijpen om zo snel mogelijk aan het werk te gaan. Met een betaalde baan kunnen statushouders zelfstandig hun leven leiden en bijdragen aan de samenleving. Dat is van groot belang voor statushouders zelf en voor de onderlinge solidariteit in ons land. Hier gaan we statushouders actiever bij helpen, samen met gemeenten, werkgevers, het onderwijs en maatschappelijke organisaties.” LEVEN LANG LEREN Het kabinet verkent daarnaast met sociale partners manieren om meer uren werk te stimuleren en om werk meer lonend en aantrekkelijker te maken. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van salarissen, het bieden van zekere contracten en meer zeggenschap over je werk. Ook is het belangrijk dat werknemers zich een leven lang blijven ontwikkelen, daar investeert het kabinet 1,2 miljard euro in. Daarnaast wordt bezien hoe er meer mensen aan de slag kunnen gaan, zoals mensen met een beperking of statushouders. Verder onderzoekt het kabinet met sociale partners de mogelijkheden voor financiële ondersteuning voor zij-instromers op plekken waar grote tekorten zijn. Compensatie van het verlies van inkomen tijdens de overstapperiode, waarin zij-instromers vaak een opleiding volgen die nodig is voor hun nieuwe baan, kan helpen om meer mensen de overstap te laten maken. Het kabinet zal in het voorjaar de financiële haalbaarheid en wenselijkheid van de voorgestelde maatregelen bezien. MEER WERKEN LOONT Vaak wordt gedacht dat meer uren werken niet loont vanwege belastingen of toeslagen die wegvallen, maar voor de meeste mensen geldt het tegendeel. Voor 7 op de 8 werkenden is de zogeheten marginale druk lager dan 60 procent; dat betekent dat zij minimaal 40 cent overhouden van elke extra verdiende euro. Bijna 2 op de 8 houdt meer dan 60 cent over. Het is daarom belangrijk om je goed te laten informeren over de gevolgen van meer of minder uren werken. Hiervoor heeft onder meer het Nibud de WerkUrenBerekenaar ontwikkeld om de financiële gevolgen voor de persoonlijke situatie in kaart te brengen. Het kabinet zet zich ervoor in dat mensen dit scherper in beeld krijgen en dit soort hulpmiddelen weten te vinden. NUMMER 2 - 2023 | GAZET 41
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=