Stagepact mbo Tekort aan personeel vraagt blijvende inzet ■ Een passende stagevergoeding, genoeg stages, betere stagebegeleiding en uitbannen van stagediscriminatie. Dat zijn de targets van het onlangs gesloten Stagepact mbo.Mbo-studenten krijgen een passende vergoeding voor hun stage, met minimaal een onkostenvergoeding. Daar bovenop gaan werkgevers en werknemers aan de slag om een vergoeding in de CAO op te nemen. Daarbij komt er meer aandacht voor het realiseren van voldoende stageplekken én betere stagebegeleiding. Als laatste moet een pakket aan maatregelen stagediscriminatie in het mbo tegengaan; hierbij dragen scholen, (leer)bedrijven en de overheid gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor gelijke mogelijkheden voor iedere student. Het Stagepact mbo met zo’n 55 maatregelen en afspraken is ondertekend door een brede groep van jongerenorganisaties, mbo-scholen, bonden, docenten, werkgevers en overheden. Het Stagepact mbo is gelijktijdig met de bredere Werkagenda mbo gesloten en loopt tot 2027. Minister Dijkgraaf: “Met dit Stagepact zetten we grote, merkbare stappen vooruit voor mbo-studenten. De kracht van het pact zit in het brede draagvlak en de gezamenlijke verantwoordelijkheid; overheid, scholen en het bedrijfsleven. Leren in de praktijk is een onmisbaar onderdeel in het onderwijs. Voor veel mbo-studenten is het vaak zelfs de eerste kennismaking met de arbeidsmarkt. Dit Stagepact kan ervoor zorgen dat het een veilige, waardevolle en positieve ervaring wordt. Bedrijven en de samenleving hebben later veel profijt van met name deze studenten, die als goed opgeleide en innovatieve vakmensen oplossingen bedenken en maken voor de uitdagingen van morgen.” ■ De krapte op de arbeidsmarkt neemt op de korte termijn naar verwachting iets af door verminderde economische groei. Tegelijkertijd blijven veel vacatures onvervuld en is de verwachting dat de krapte op de langere termijn in een aantal sectoren een structureel probleem zal blijven. Er zullen met name tekorten zijn in de zorg, het onderwijs, de techniek, ICT en beroepen die nodig zijn voor de klimaattransitie. Dit vraagt blijvende inzet van het kabinet, werkgevers en werknemers. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer. Het aantal vacatures per 100 werklozen is in het derde kwartaal van 2022 iets afgenomen, van 143 naar 121. Bij lagere economische groei zal dit naar verwachting verder afnemen. Toch moeten we niet denken dat de personeelstekorten hiermee voorbij zijn. Nog steeds zijn veel vacatures onvervuld en de gevolgen daarvan merken we allemaal. In de nabije toekomst blijft dit een grote opgave, aangezien meer mensen met pensioen gaan en er onvoldoende werkenden bij komen als gevolg van de vergrijzing. Minister Van Gennip: “In de toekomst zijn er structureel minder werkenden. Daar is geen simpele oplossing voor. We zullen moeten accepteren dat niet alles tegelijkertijd kan. Het kabinet is om die reden actief aan de slag met de fundamentele vraag hoe de economie en onze arbeidsmarkt er in de toekomst uit kan zien. Daarnaast moeten we ons extra inspannen om mensen naar werk te begeleiden, werkenden te stimuleren meer uren te maken en te zorgen dat werken ook aantrekkelijk is en mensen de juiste vaardigheden hebben. Bovendien zullen we banen slimmer en efficiënter moeten inrichten, om hetzelfde werk met minder mensen te doen. Dit betekent dat we allemaal aan de bak moeten: overheid, werkgevers en werknemers. Alleen samen houden we Nederland open.” GAZET | NUMMER 2 - 2023 42
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=