BouwBelang 1 - 2024

voor bijvoorbeeld nieuwe of regionale bedrijven en technologieën, die een bijdrage kunnen leveren aan de transitie. BORSSELE BLIJFT OPEN De kerncentrale in Borssele blijft open; de bouw van twee kerncentrales wordt doorgezet. Daarnaast komen er twee extra kerncentrales. Verder krijgt het oplossen van netcongestie voorrang, waarbij de regie bij het kabinet ligt. Daarnaast wordt de leveringszekerheid veiliggesteld. Er worden langetermijncontracten afgesloten voor gas en er worden reserves aangelegd voor gas en kritieke grondstoffen. Geen Gronings gas meer en gaswinning op de Noordzee wordt opgeschaald. Windmolens komen zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land, waarbij eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij. AANBEVELINGEN PBL Sommige voornemens in het Hoofdlijnenakkoord hebben volgens het PBL een potentieel gunstig effect op het halen van de klimaat- en energiedoelen voor 2030. Die betreffen onder andere de mogelijke uitbreiding van de maatwerkaanpak voor de industrie, de beoogde steun voor burgers en kleine ondernemers bij verduurzaming van woningen en bedrijfspanden, de ambitie om onder regie van het kabinet de netcongestie op te lossen, de invoering van meer bedrijfsspecifieke emissiedoelen in de landbouw en een vliegbelasting gedifferentieerd naar afstand. Andere – vaak concretere – voornemens uit het akkoord, zoals enkele aanpassingen in de energiebelasting en accijnzen, het terugdraaien van de eerder aangekondigde verhoging van de CO2-heffing en het schrappen van de verplichting om vanaf 2026, bij de vervanging van een verwarmingsketel, een warmtepomp te installeren, brengen de doelen echter volgens het PBL eerder verder weg dan dichterbij. ENERGIEDOELSTELLINGEN NIET HAALBAAR De maatregelen in het Hoofdlijnenakkoord bouwen voort op het huidige klimaatbeleid. Volgens PBL is de set aan voorgenomen maatregelen in het Hoofdlijnenakkoord per saldo waarschijnlijk onvoldoende om de in de Klimaatwet vastgelegde doelstelling van 55 procent reductie in 2030 te halen. Dit geldt ook voor de Europese doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie en het doel om de methaanemissies in 2030 met 30 procent te reduceren ten opzichte van 2020. Het is verstandig om nu reeds alternatief beleid voor te bereiden waarmee de doelen binnen bereik kunnen komen. De tijd tot 2030 is namelijk zo kort dat uitstel een groot risico met zich mee brengt dat de doelen niet worden gehaald. CO2-VRIJE ELEKTRICITEITSVOORZIENING Voor een klimaatneutraal Nederland in 2050 zal bij een gematigde economische ontwikkeling de hoeveelheid CO2-vrije elektriciteit moeten groeien met een factor 6 tot 8 ten opzichte van 2022. De elektriciteit kan in Nederland geproduceerd worden en vermindert daarmee de energieafhankelijkheid. De bouw van vier kerncentrales kan op de lange termijn bijdragen aan de robuustheid van de elektriciteitsvoorziening. Gezamenlijk kunnen ze 10 tot 15 procent van de elektriciteit leveren die conform de huidige strategie in 2050 met windturbines op zee wordt geproduceerd. Windturbines op zee zijn veruit de belangrijkste productiemethode voor elektriciteit; het is een bewezen en betrouwbare technologie die goed op te schalen is. Om aan de toekomstige elektriciteitsvraag te voldoen zijn in 2050 vier- tot zesduizend windturbines op de Noordzee nodig. ENERGIE- EN GRONDSTOFFENSTRATEGIE Het Hoofdlijnenakkoord bevat diverse voornemens die kunnen bijdragen aan de transitie in de periode na 2030. Denk aan het met voorrang oplossen van netcongestie, het stimuleren van innovatie, het ontwikkelen van CO2-afvang en-opslag (CCS) en het waar mogelijk hergebruiken van materialen. Ook is een verveelvoudiging van de productie van CO2-vrije elektriciteit en warmte, biobrandstoffen en groene waterstof nodig. Het Hoofdlijnenakkoord is sterk gericht op concrete maatregelen die de komende jaren in werking dienen te treden. De aanpassingen in brandstofaccijnzen en de belasting op energie, het terugdraaien van de verplichting voor (hybride) warmtepompen en het uitstellen van zero-emissiezones geven op korte termijn financieel lucht bij burgers en kleine bedrijven. Echter, dit brengt het risico met zich mee dat er minder sterk wordt ingezet op energiebesparing, met mogelijk een hoger energiegebruik in de toekomst tot gevolg. Op middellange termijn maakt het deze groepen daarmee extra kwetsbaar voor prijsstijgingen van energie. Meer weten? Kijk op www.pbl.nl. Hier vind je ook de volledige reflectie op het Hoofdlijnenakkoord. Sommige voornemens in het Hoofdlijnenakkoord hebben volgens het PBL een potentieel gunstig effect op het halen van de klimaat- en energiedoelen voor 2030, zoals de ambitie om onder regie van het kabinet de netcongestie op te lossen. 35 NUMMER 3 - 2024 | BOUWBELANG UITGELICHT ENERGIETRANSITIE

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=