BouwBelang 1 - 2024

Beding voorkomt ronselpraktijken Met een anti-ronselbeding kun je voorkomen dat technisch talent door een ex-werknemer weggekaapt wordt. Vaak zie je dit beding in combinatie met concurrentie- en relatiebedingen. Het anti-ronselbeding verbiedt ex-werknemers om personeel van de voormalige werkgever te benaderen of over te halen om over te stappen naar een nieuwe werkgever of om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Meestal geldt het beding gedurende een bepaalde periode na het einde van de arbeidsovereenkomst. Een anti-ronselbeding kan in de bouw en infra nuttig zijn als het gaat om specifieke kennis en vaardigheden waarover maar weinigen beschikken. Of als je veel investeert in jonge talenten. Het anti-ronselbeding is niet wettelijk gedefinieerd, toch moet het aan een aantal eisen voldoen, omdat de rechter in het verleden het beding heeft geoormerkt als een variant op het wel wettelijk gedefinieerde concurrentiebeding. Dit hangt echter af van de verrichte werkzaamheden en welke van die werkzaamheden door het beding worden beperkt. Bij een recruiter is het anti-ronselbeding minder snel van toepassing. SCHRIFTELIJK VASTLEGGEN Het is om juridische redenen verstandig een anti-ronselbeding schriftelijk vast te leggen in een ondertekende arbeidsovereenkomst. Maar het is ook geldig als het in een ander schriftelijk ondertekend document is opgenomen dat later is opgesteld. Het anti-ronselbeding kan niet opgelegd worden aan minderjarige werknemers. In arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd is het beding principieel geldig, maar bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd is een schriftelijke motivering noodzakelijk. Deze motivering moet duidelijk maken waarom het beding noodzakelijk is en welke zwaarwegende bedrijfsbelangen hierbij een rol spelen. Zonder dergelijke motivering zal het anti-ronselbeding bij contracten voor bepaalde tijd ongeldig zijn. EINDE ARBEIDSOVEREENKOMST Ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst blijft het anti-ronselbeding van kracht. In het beding is doorgaans vastgelegd voor hoelang na vertrek van de betreffende medewerker. Het spreekt voor zich dat daarover duidelijk en ondubbelzinnig gecommuniceerd moet worden. Hetzelfde geldt voor de hoogte van de boete bij overtreding van het beding. Het is raadzaam om over de inhoud van het beding vooraf een jurist arbeidszaken te raadplegen. GAZET | NUMMER 3 - 2024 42 Zelfstandigen verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen die ziek worden, lopen grote risico’s op een zware teruggang in inkomen. Zij kunnen zich hier particulier voor verzekeren. Maar in de praktijk doet een grote groep dat niet. Daarom heeft de vorige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Gennip, het initiatief genomen voor de wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ), zodat ook deze groep – net als werknemers – verplicht verzekerd zijn. Daardoor wordt voorkomen, dat de risico’s rond arbeidsongeschiktheid worden afgewenteld op de samenleving. De BAZ is uitgewerkt aan de hand van drie uitgangspunten: betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar. De wet is als volgt vormgegeven: zDe nieuwe verzekering wordt verplicht voor alle zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting ‘winst uit onderneming’ genieten. zZelfstandigen die een jaar ziek zijn geweest (de zogenaamde wachttijd), kunnen straks in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. zZelfstandigen krijgen deze uitkering als zij niet meer in staat zijn om door ziekte het minimumloon te verdienen. Dat is anders dan bij de werknemersverzekering, waarbij er niet alleen wordt gekeken naar wat iemand nog kan verdienen, maar ook gekeken wordt naar wat iemand eerder verdiende. zDe uitkering is 70 procent van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. De uitkering loopt tot de AOW-leeftijd. zZelfstandigen gaan ongeveer 6,5 procent van hun winst uit onderneming aan premie betalen, tot maximaal ongeveer € 195 per maand gebaseerd op het minimumloon van 2024. Daarmee is er een duidelijke koppeling tussen de betaalde premie en de hoogte van de uitkering. De premie is fiscaal aftrekbaar. zZelfstandigen die dit vangnet onvoldoende vinden, zich liever privaat verzekeren of al een arbeidsongeschiktheidsverzekering hadden, kunnen zich particulier blijven verzekeren: de zogenaamde optout. De private verzekering moet voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden. Zo mag de hoogte van de uitkering bij arbeidsongeschiktheid niet lager zijn dan die van de publieke verzekering, moet de premie minimaal gelijk zijn aan die van de publieke verzekering en moet de verzekering lopen tot de AOWleeftijd. Daarnaast komt er overgangsrecht voor bestaande verzekeringen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=