GERRALD HEIJNEN is directeur en belastingadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs in Barneveld Is een arbeidskracht werknemer of zelfstandige? Dit is niet altijd makkelijk te bepalen. Het kabinet wil dit met een nieuw wetsvoorstel vereenvoudigen. Daarnaast start de Belastingdienst de handhaving vanaf 2025 weer op. Het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (VBAR) beoogt schijnzelfstandigheid te voorkomen en duidelijkheid te geven over de status van een arbeidskracht. Er is sprake van een werknemer als er een gezagsverhouding bestaat tussen werkgever en werknemer. Het wetsvoorstel geeft hiervoor een wettelijk toetsingskader dat bestaat uit de volgende criteria: Is er sprake van een werkinhoudelijke of organisatorische sturing met betrekking tot de arbeidskracht? Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden tot het geven van instructies, controle en ingrijpen. Ook is van belang of de werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het organisatorisch kader van de opdrachtgever. Daarnaast is relevant of er werknemers zijn die soortgelijke werkzaamheden verrichten. Verricht de arbeidskracht de arbeid voor eigen rekening en risico? Denk hierbij aan verantwoordelijkheid voor de hulpmiddelen (gereedschap, bestelbus, et cetera) die gebruikt worden. Regelt de arbeidskracht dit zelf of juist niet? Presenteert de arbeidskracht zich zelfstandig naar buiten of onder de naam van de opdrachtgever? Daarnaast introduceert het wetsvoorstel een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een uurtarief van maximaal 33 euro. Dit helpt werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt om eenvoudiger een arbeidsovereenkomst te claimen. De nieuwe regels moeten op 1 januari 2026 van kracht worden, al zijn er nog mogelijke aanpassingen. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst actief controleren of zzp’ers niet eigenlijk werknemers zijn. Dit kan leiden tot naheffingen en financiële risico’s, vooral als loonheffingen en premies niet correct zijn afgedragen. De Belastingdienst zal in principe niet met terugwerkende kracht over de periode vóór 1 januari 2025 naheffingen opleggen. Voor organisaties die met zzp’ers werken, is het belangrijk om nu al actie te ondernemen en de eigen positie te evalueren. Zo kunnen risico’s op schijnzelfstandigheid worden vermeden en blijft de onderneming toekomstbestendig. Werknemer of zelfstandige? FISCALE TIPS 9 NUMMER 3 - 2024 | BOUWBELANG NIEUWS Gemeenten krijgen betere kijk op isolatieopgave ■ Dankzij een nieuwe dataset hebben gemeenten beter inzicht in welke woningen slecht geïsoleerd zijn. Door data van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het Kadaster aan elkaar te koppelen, is een dataset ontstaan die snel overzicht biedt. Een eerste pilot met de nieuwe dataset in de gemeente Apeldoorn liet zien in welke wijken nog de grootste verduurzamingsopgave ligt. Van de 75.000 woningen in Apeldoorn heeft 63 procent een energielabel. Voor de woningen zonder label kunnen op basis van het bouwjaar wel aannames worden gedaan. Voor de pilot is gekeken naar vijf verschillende isolatiegebieden: het dak, de gevel, de vloer, de ramen in de leefruimten en in de slaapruimten. Op basis van de bestaande gegevens van de RVO en het Kadaster kon van meer dan 50.000 woningen informatie over alle vijf de niveaus vastgesteld worden. Uit die informatie blijkt dat woningen die op één van de isolatiegebieden goed scoren, dat vaak ook bij de andere vier doen. Als slechts één kenmerk goed scoort is dat meestal glas. Veel huiseigenaren kiezen er volgens RVO en het Kadaster voor om enkel isolatieglas te plaatsen. Ongeveer vijf procent van de woningen in Apeldoorn scoort slecht op alle gebieden. Het aandeel particuliere koopwoningen en woningen van woningcorporaties binnen deze groep is nagenoeg gelijk. OP WIJKNIVEAU De dataset, die voor elke andere gemeenten gemaakt kan worden, geeft de lokale overheid de mogelijkheid om gericht te onderzoeken. Bijvoorbeeld over welke wijken het slechts geïsoleerd zijn of welk type isolatie nog vaak tekortschiet. Volgens RVO kan de informatie die de nieuwe dataset oplevert voor gemeenten aanleiding zijn om het gesprek aan te gaan met bewoners van matig of slecht geïsoleerde woningen. Ook woningcorporaties kunnen de verduurzaming van hun woningvoorraad efficiënter aanpakken.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=