NR 2 - JUNI 2025 Pagina 37-42 Stikstofregels Wethouder Arap-John Tigchelaar over de beperkte bouwkansen in Ermelo Uitgelicht Emissieloos rijden en bouwen worden steeds minder vrijblijvend Dakreparatie op monumentaal stadscafé PLATFORM VOOR BOUW & INFRA AUTHENTIEK BOUW Bouwen op de juiste historische manier Uitdagend vakwerk op zadeldak MKB INFRA Aanbestedings Award De provincie Drenthe is meest mkb-vriendelijke infra-aanbesteder
shop.heras-mobile.nl Veiligheid op en rondom de bouwplaats is van groot belang. Zeker in de winter. Dit is namelijk een geliefde periode voor dieven en vandalen om een kijkje te nemen op je bouwterrein. Hoe kun je dit voorkomen? Met bouwhekken natuurlijk! En het hoeft niet veel tijd te kosten om die te bestellen. Heras Mobile heeft een handige webshop, zodat jij je gewenste producten snel kan bestellen. Bezoek onze webshop en ontdek het gemak van online je bouwhekken en accessoires bestellen. Kies, klik, bevestig en bestel! Alles voor een veilige bouwplaats ook tijdens de donkere dagen
3 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG INHOUD BOUW BELANG Cover De reparatie van het smalle lekkende zadeldak van het monumentale café Der Witz in Groningen stelde bijzondere eisen aan het werk van dakdekker Willem Westera. Ingeklemd tussen twee historische panden met één bouwlaag meer moest de driemansploeg van Westera Dakbedekking bovendien creatief omgaan met de beperkte bewegingsruimte. 13 16 Bouwen in Ermelo Gelegen tegen de Veluwe, omgeven door heide en groen is bouwen in Ermelo een uitdaging. Toch ziet verantwoordelijk wethouder Arap-John Tigchelaar kansen, ook voor mkb-aannemners. 25 Tijdloos ‘historisch’ juist In Dalfsen bouwde Authentiek Bouw een woonhuis met twee bijgebouwen op die tot in detail ogen als historische panden. Directeur Arnald van der Kolk: “Dat is drie keer historisch helemaal correct.” 19 Onrust door controles De controles van de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid zorgen voor de nodige onrust. Tijdens een bijeenkomst van Bovatin gingen ondernemers, zzp’ers en inspecteurs hierover in gesprek. 22 Voorkom faalkosten Een speciaal voor Gebouwschil Nederland ontwikkelde driedaagse training faalkosten gaf deelnemers praktische handvaten voor het voorkomen van faalkosten. Daarnaast werd vooral veel kennis uitgewisseld. Verder in dit nummer 05 Voorwoord Riek Siertsema 05 Colofon 06 Nieuws 09 Column Patrick Verschure 20 Straatwerk Nederland wil branche naar hoger niveau tillen 24 Column Joost Haest 28 Aanbestedingscongres 2025 30 Uitgelicht: Emissieloos steeds minder vrijblijvend 36 Column Geert Hilferink IN DEZE UITGAVE 37 DE JUISTE MAN OP DE JUISTE PLEK 42 KABINET BEPERKT REGELDRUK 42 ONDERNEMERSCHAP BLIJFT CRITERIUM SCHIJNZELFSTANDIGHEID Mkb-vriendelijk aanbesteden De provincie Drenthe heeft de MKB INFRA-AanbestedingsAward 2025 gewonnen voor de meest mkb-vriendelijke aanbesteder van infrastructurele werken. De jury ziet een up-to-date en professioneel inkoopbeleid, waarin mkb-vriendelijk aanbesteden een van de pijlers is. Het mkb krijgt daarin ook daadwerkelijk kansen. 10 PLATFORM VOOR BOUW & INFRA JAARGANG 17 - NUMMER 2 - JUNI 2025
INNOVATIEVE OPLOSSINGEN VOOR UW RENOVATIEVLOER havebomontage.n Snel en vakkundig met maar één contactpersoon VATIEVE OPLOSSINGEN UW RENOVATIEPROJECT havebomontage.nl kundig met maar één contactpersoon INNO VOOR Snel en v MARKTLEIDER IN RENOVATIEVLOEREN.
BB_05-2022.indd Wat is het verschil tussen een werknemer en een zzp’er waarmee u regelmatig samenwerkt? Een vraag waarop het antwoord in uw ogen waarschijnlijk kristalhelder is. De zzp’er is niet bij u in dienst en handelt als zelfstandig ondernemer. Als een opdracht is afgerond, of u heeft tijdelijk geen extra inzet vanuit uw flexibele schil nodig, zijn er geen verplichtingen naar elkaar. Dat laatste blijkt echter niet altijd het geval. Sinds dit jaar intensiveert de Belastingdienst de controles op schijnzelfstandigheid. In de praktijk blijkt namelijk dat, volgens de letter van de wet, veel zzp’ers niet voldoen aan de definitie van een zelfstandige zonder personeel. En dat kan verregaande gevolgen hebben. Voor de zzp’er, maar zeker ook voor u als opdrachtgever. Het afgelopen decennium is het aantal zzp’ers in de bouw en infra flink toegenomen. Veel aannemers maken dankbaar gebruik van deze flexibele arbeidskrachten, bijvoorbeeld om pieken in het werk op te vangen. Daarbij ontstaan ook situaties waarin zzp’ers voor één vaste opdrachtgever werken of samen met medewerkers aan hetzelfde project werken. Aan dergelijke vormen van samenwerken kleven behoorlijke risico’s, zo maken de controles van de Belastingdienst duidelijk. In veel gevallen blijkt sprake van een verkapt dienstverband met alle gevolgen van dien. Betekent het dat u niet langer zzp’ers kunt inhuren? ‘Geenszins, maar de samenwerking verdient zorgvuldige afspraken, die u vooraf goed moet vastleggen’. Die boodschap hadden inspecteurs van de Belastingdienst en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens een door brancheorganisatie Bovatin georganiseerde ledenbijeenkomst. Op pagina 19 leest u onder welke voorwaarden u volgens de regels kunt blijven samenwerken in de bouw en infra. Samenwerken aan de toekomst van de bouw en infra is ook essentieel als het gaat om het opleiden van jong vaktalent en zij-instromers. Daarvoor zetten we ons ook actief in (zie pag.37). Bijvoorbeeld via SVGO-Gaan in de Bouw en JIJ in de Bouw & Infra. Initiatieven waarin we samen met onder meer onze achterban de juiste mensen op de juiste plek willen krijgen. En dat doen we niet zonder succes! Riek Siertsema, voorzitter Aannemersfederatie Nederland COLOFON VOORWOORD Maak goede afspraken 5 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG © 2025. Nederlandse HandelsUitgaven. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevens-bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste geweten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/ of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van deze uitgave wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. PLATFORM VOOR BOUW & INFRA BouwBelang verschijnt vier keer per jaar in de maanden maart, juni, september en december in een oplage van 10.000 exemplaren. UITGEVER Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra De Smalle Zijde 20A, 3903 LP Veenendaal Telefoon: (0318) 544 900 E-mail: secretariaat@aannemersfederatie.nl www.aannemersfederatie.nl ONTWIKKELING EN REALISATIE Nederlandse HandelsUitgaven Keulenstraat 8J, 7418 ET Deventer Telefoon: (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl www.handelsuitgaven.nl BLADMANAGEMENT Frank de Groot REDACTIE Geert Hilferink (hoofdredacteur) E-mail: geert@bouwbelang.com Arie Grevers Frank de Groot Hans Fuchs Henk Wind REDACTIEADRES Nederlandse HandelsUitgaven Postbus 2273, 7420 AG Deventer E-mail: redactie@bouwbelang.com COÖRDINATIE Rielèn van der Hoek FOTOGRAFIE Kees Stuip VORMGEVING EN PREPRESS Ronald Wientjes, Create-by ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Nederlandse HandelsUitgaven Hugo Arends Telefoon: (0570) 861007 E-mail: advertentie@bouwbelang.com ABONNEMENTEN, ADRESWIJZIGINGEN, EN OPZEGGINGEN E-mail: info@bouwbelang.com DRUK Damen Drukkers Postbus 14 4250 DA Werkendam
6 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025 Nieuws en achtergronden kunnen, eventueel voorzien van foto (digitaal beeld minimaal 300 dpi), worden gestuurd naar: redactie@bouwbelang.com of naar: Nederlandse HandelsUitgaven, Postbus 2273, 7420 AG Deventer NIEUWS Eerste certificaat BRL 5110 voor eDNA-onderzoek ■Isolatiebedrijf Pluimers, lid van Isolerend Nederland, heeft de primeur. Als eerste bedrijf in Nederland ontving Pluimers het certificaat op basis van de BRL 5110 voor eDNA-onderzoek. De certificering bevestigt dat het bedrijf voldoet aan de hoogste kwaliteitsstandaarden voor vleermuizenonderzoek met behulp van eDNA-technologie. Henk ter Harmsel, commercieel directeur bij Pluimers kreeg het certificaat uit handen van Bastiaan Benz, directeur SKG-IKOB. Per 7 maart 2025 is in de Omgevingsregeling vastgelegd dat bij na-isolatie van spouwmuren voldaan wordt aan de specifieke zorgplicht voor beschermde vleermuissoorten, als er wordt gewerkt volgens de Beoordelingsrichtlijn omgevingsDNA-methode (BRL IC-200). Met dit certificaat zet Pluimers als eerste een belangrijke stap in de verdere professionalisering van eDNA-onderzoek binnen de sector. Dit innovatieve onderzoeksmiddel maakt het mogelijk om met behulp van DNA swaps sporen van vleermuizen op te zoeken en vast te stellen of er vleermuisverblijven aanwezig zijn in de spouw van de woning. VOORUITGANG IN VERDUURZAMINGSOPGAVE Met de certificering onder BRL 5110 ‘Uitvoeren vleermuizen onderzoek op basis van eDNA methode’ wordt de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van eDNA-onderzoeken gewaarborgd. Dit is van cruciaal belang voor het welzijn van beschermde dieren en de isolatieopgave. Ter Harmsel reageerde enthousiast: “Deze certificering is een erkenning van onze inspanningen om eDNA-technologie op een verantwoorde en wetenschappelijk onderbouwde manier in te zetten. We zijn trots om als eerste deze certificering te ontvangen en zien dit als een belangrijke mijlpaal om verder te gaan met verantwoordelijk isoleren in Nederland en hiermee bij te dragen aan de verduurzamingsopgave.” Bastiaan Benz, directeur SKG-IKOB (links van het certificaat) reikte het eerste certificaat uit aan Henk ter Harmsel, commercieel directeur bij Pluimers (rechts van certificaat). Ondergrens stikstofdepositie geeft woning ■Het instellen van een stikstofondergrens van 1 mol/ha/jaar – zoals het kabinet overweegt – kan volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) een enorme impuls geven aan de woningbouw. Naar schatting kan 96% van de projecten dan eenvoudig doorgaan, zonder langdurige vergunningstrajecten. Dit leidt tot aanzienlijk minder vertraging, een forse verlaging van de regeldruk en een besparing van €400 miljoen in de periode tot 2030.
7 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG Branche pleit voor verplicht circulair slopen ■De ambitieuze doelen die de rijksoverheid heeft vastgelegd in het Nationaal Programma Circulaire Economie, zijn alleen haalbaar als circulair slopen verplicht wordt. Dat stellen de organisaties Betonakkoord, Bouwakkoord Staal, Betonhuis, Cirkelstad en brancheorganisatie VERAS. In een notitie aan de ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ontwikkeling pleiten deze organisaties dan ook voor het verplichten van circulair slopen bij aanbestedingen. Als we de verspilling van bouwmaterialen willen verminderen dan moet selectief slopen, stapsgewijs voor steeds meer beton-, staal- en houtonderdelen, echt een verplichting worden,” zegt oud-minister Jacqueline Cramer, woordvoerder van de organisaties. Bij circulair slopen blijven bouwonderdelen zoveel mogelijk in takt. Soms kunnen deze weer direct in een ander project worden hergebruikt. Betonnen liggers of stalen profielen bijvoorbeeld. Als het hergebruik niet in zijn geheel lukt, kunnen elementen vaak nog in delen worden hergebruikt. Tot slot kunnen materialen uit de sloop worden gerecycled en als grondstof voor een nieuw product worden gebruikt. EERSTE STAP NAAR CIRCULAIRE BOUW Volgens de opstellers is circulair slopen de eerste stap naar een circulair bouw. “Op vrijwillige basis zijn de eerste quick wins met circulair slopen wel gerealiseerd. Maar zolang circulair slopen vrijwillig blijft, hangt de toepassing af van de goede wil van de opdrachtgever. Tot nog toe leidt dit niet tot structurele toepassing: het moet businessas-usual worden. Om verder te komen is een verplichting tot circulair slopen nodig, te beginnen bij tenminste (maar niet uitsluitend) beton, staal en hout." Selectief en circulair slopen is op dit moment vaak nog duurder dan het traditionele sloopproces. Zo kost het in de voorbereiding, demontage en afzet van materialen meer tijd. Cramer: “Maar het biedt als voordeel dat er geen functionele waarde verloren gaat.” CONSTRUCTIES HERGEBRUIKT Constructies kunnen in hun geheel of in delen ter plaatse of elders worden hergebruikt. “Ook kan het materiaal hoogwaardig worden gerecycled, waardoor geen grondstoffen worden verspild”, zegt Cramer. “Veel consumenten vinden het tegenwoordig heel normaal om spullen die ze niet meer nodig hebben op Marktplaats of op een lokale weggeefhoek te zetten. Het is nu zaak dat partijen in de bouw ook zo gaan werken. Wij roepen daarom de ministeries op om circulair slopen op te nemen in wet- en regelgeving, zodat de bouwsector écht circulair wordt.” Circulair slopen moet een verplichting worden om Nationaal Programma Circulaire Economie te halen. bouw volgens EIB lucht drage aan stikstofdepositie blijft beperkt, terwijl het verschil voor de bouwpraktijk groot is. Ook voor sectoren als industrie en logistiek kan dit ruimte bieden. De stikstofdoelen blijven binnen bereik, maar met minder vertraging en extra kosten, aldus het EIB. Door strengere regels rond intern salderen zijn de afgelopen tijd juist meer bouwplannen stilgevallen en zijn er duizenden extra natuurvergunningen nodig. Met de voorgestelde ondergrens daalt het aantal geblokkeerde projecten van 40.000 naar 17.000. Ook kunnen 55.000 vergunningen sneller worden afgehandeld, doordat een tijdrovende natuurtoets overbodig wordt. Volgens het EIB zijn de effecten op natuurgebieden verwaarloosbaar klein. De bij-
Tekst: Arie Grevers - Foto's: Kees Stuip ONTWERP CIRCULAIR INFORMATIEPLATFORM GEBOUWDE OMGEVING WINT VOORRONDE EDA-AWARD Jury: ‘Dit gaat grote impact krijgen’ TU Twente-student Yifei Yu heeft de Nederlandse voorronde gewonnen van de Circular Economy in Construction Award 2025. Dat is een prijsvraag uitgeschreven door de Europese sloopsector. Runner-up was Ramya Kumaraswamy, student van de TU Delft. De jury was unaniem in haar oordeel en prijst het hoge niveau van de inzendingen. Ze vindt echter het aantal inzending, twee, aan de lage kant voor zo’n prestigieuze prijs. Dat kan volgend jaar beter. De grote zaal in de Gelderlandfabriek in Culemborg was op 9 april jongstleden het decor van een bijzondere prijsuitreiking in de sloopsector. VERAS, de branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven, was de organiserende partij en had 500 euro voor de winnende en 250 euro voor de runner-up gereserveerd. Het ging om de nationale voorronde van de Circular Economy in Construction Awards, een initiatief van de European Demolition Association (EDA) waar ook VERAS lid van is. De uiteindelijke prijsuitreiking van deze tweede editie vindt net als vorig jaar tijdens het EDA-congres plaats, dat dit jaar op 12 en 13 juni in Venetië wordt gehouden. Daar zullen alle winnaars van de nationale voorrondes strijden om de hoogste eer. En voor Nederland zal dat Yifei Yu zijn. Zijn inzending, het resultaat van zijn promotieonderzoek aan de TU Twente, zal volgens de jury bij monde van juryvoorzitter Jacqueline Cramer ‘een grote impact hebben op de circulaire bouweconomie’. De tweede inzending, het resultaat van het masteronderzoek aan de TU Delft uitgevoerd door Ramya Kumaraswamy, noemde de jury ‘een gedegen methodologisch verantwoord onderzoek dat praktisch direct toepasbaar is’. KWALITEIT INZENDINGEN ZEER HOOG Verleden jaar waren er nog zes inzendingen te beoordelen, dit jaar twee. Dat is mager vindt de jury en spreekt de hoop en verwachting uit dat er volgend jaar weer ten minste zes zijn. Maar het geringe aantal inzendingen zegt natuurlijk helemaal niets over de kwaliteit van de inzendingen. Deze vindt de jury onverminderd hoog, tot zeer hoog. Het feit dat de inzendingen zijn gedaan door studenten met een buitenlands paspoort doet volgens de jury niet ter zake. De inzendingen komen van Nederlandse universiteiten en bouwen voort op circulair gedachtegoed en kennis die in Nederland is ontwikkeld. De jury beoordeelde alle inzendingen op zes criteria, waarvan er twee het zwaarst wogen, namelijk de impact op circulariteit en de praktische toepasbaarheid. GEVELPLAAT VAN GEBRUIKT PVC De inzending van Ramya Kumaraswamy is een studie naar hergebruik van PVC bouw- en sloopafval. Haar bevindingen laten zien dat PVC-afval effectief kan worden hergebruikt in gevelpanelen. Het blijkt volgens haar een levensvatbaar alternatief voor conventionele bekledingsmaterialen. De afvalhiërarchie en koolstofvoetafdrukanalyse, vergeleken met standaardmaterialen, hebben een veelbelovende duurzaamheidspotentie. Naast de prestaties kan de ontwerpflexibiliteit van deze gevelpanelen/- tegels bijdragen aan esthetische innovatie. Yifei Yu, voorronde-winnaar woonde de uitreiking op scherm bij. Op het podium: runner-up Ramya Kumaraswamy geflankeerd door Kees de Groot (voorzitter VERAS) en juryvoorzitter Jacqueline Cramer. Yifei Yu ontwikkelde een interface voor een matchmaking model hergebruik van bouwmaterialen uit sloop. (Beeld: Yifei Yu) Voorbeelden van PVC-geveltegels die Ramya Kumaraswamy produceerde van bouw- en sloopafval. (Beeld: Ramya Kumaraswamy) 8 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025
PATRICK VERSCHURE is senior consultant innovatie bij Epiic (onderdeel van aaff) De bouw maakt grote stappen op het gebied van duurzaamheid: circulair bouwen, hergebruik van materialen, prefabricage. Maar één vraag blijft knagen: hoe gaan we écht om met onze CO -uitstoot? Voor wie het fenomeen nog niet kent: met een carbon credit ‘compenseer’ je de uitstoot van één ton CO . Bouwbedrijven kopen deze vaak van boeren die CO opslaan in gewassen zoals vlas, hennep of miscanthus. Klinkt slim: jij stoot uit, een ander maakt schoon. Veel bedrijven gebruiken carbon credits om hun groene imago te versterken, terwijl hun eigen uitstoot nauwelijks verandert. Het staat mooi op de site, maar levert het klimaat weinig op. CO -uitstoot of uitstel Nog een hobbel: de meetbaarheid. Hoe hard is de compensatie als het bos dat CO opslaat over tien jaar afbrandt? Dan komt de uitstoot alsnog vrij. Is dat gewoon uitstel van vervuiling? Wie ruimt er eigenlijk op? En er is meer. De locatie van veel projecten. Terwijl bedrijven in rijkere landen doorgaan met uitstoten, wordt de ‘opruimactie’ uitbesteed aan landen die al kampen met de zwaarste gevolgen van klimaatverandering. Het risico? Klimaatkolonialisme. Wanneer werkt het wél? Carbon credits zijn niet waardeloos. Ze kunnen helpen bij het financieren van duurzame projecten. Mits ze streng worden gecontroleerd en echt aanvullend zijn op CO -reductie. Maar de vraag blijft of het een tijdelijke oplossing is voor een structureel probleem. Van compenseren naar concretiseren Misschien is het tijd voor een nieuwe kijk. Echte winst bereik je door uitstoot te voorkomen. Juist de bouw heeft hier een enorme kans: biobased materialen slaan CO op in plaats van het uit te stoten. Ze passen bij circulair bouwen én zijn vaak lokaal te telen. Steeds meer ondernemers combineren dit met slimme strategieën en innovatieve oplossingen. En daar zit kracht. De overheid stimuleert ‘het nieuwe bouwen’ door subsidies en carbon credits. Niet alleen om de klimaatdoelen te halen, maar ook om innovatie in de bouwsector te versnellen. En onze rol als adviseur in de bouwsector? Inzicht geven in wetgeving, subsidies en strategie. Ondernemers helpen bij keuzes die renderen én bijdragen aan een duurzamere wereld. Want duurzaam bouwen begint bij duurzaam denken. Duurzaam bouwen of groen verbloemen? FISCALE TIPS Je kunt namelijk met de dynamische gevelsystemen van gerecycled PVC oppervlakken creëren die reageren op wind of beweging. Door de principes van de circulaire economie te integreren met materiaalinnovatie, draagt Re-P-Tile, zo noemt Ramya haar PVCgeveltegel, bij aan het verminderen van plastic afval in de bouw- en sloopsector. PVC-sloopafval blijkt een prima grondstof voor hoogwaardige architecturale toepassingen. Aldus wordt volgens haar de gevel een statement van duurzaamheid en design. Uit het juryrapport: ‘De jury vindt het in de eerste plaats heel knap wat Ramya allemaal heeft onderzocht en gedaan binnen een master, gezien de relatief korte tijd die je daarvoor hebt. De jury vindt het belangrijk werk dat hier verricht is, omdat Ramya goed praktisch inzicht heeft gegeven in de wijze waarop PVC opnieuw kan worden gebruikt in gevelpanelen. De jury merkt wel op dat niet heel duidelijk was in hoeverre het PVC in dit onderzoek afkomstig was van slooplocaties en dat het één van de vele stromen is binnen de bouw- en sloopafvalbranche.’ CIRCULARITY INFORMATION PLATFORM (CIP) Het onderzoek dat Yifei Yu aan de TU Twente uitvoerde, richt zich op het versnellen van de transitie naar een circulaire economie in de gebouwde omgeving door middel van een Circularity Information Platform (CIP). CIP is een interorganisationeel informatiemanagementsysteem. Het biedt de nodige beslissingsondersteuning om circulaire materiaaltransacties tussen meerdere projecten mogelijk te maken. CIP is meer dan een digitale tool en staat voor een nieuwe manier om circulaire bouwprojecten op grote schaal te beheren. Samengevat, maakt dit instrument het mogelijk om sloopmaterialen direct toe te passen in nieuwe bouwprojecten. Uit het juryrapport: ‘De jury vindt dit een heel vooruitstrevend onderzoek en dan te bedenken dat het idee hierover al jaren geleden is ontstaan. Het is een degelijk onderzoek dat aan de hand van duidelijke modellen laat zien wat er mogelijk is. Dit project gaat een grote impact hebben op de circulaire bouweconomie en kan ervoor zorgen dat sloop- en bouwprojecten logistiek aan elkaar gekoppeld worden. Het is ‘sloopbreed toepasbaar’ en er kan morgen al mee gestart worden.’ Juryleden acqueline Cramer (juryvoorzitter en onder meer transitiemakelaar circulaire economie en oud-minister van VROM) Folkert Tuininga (Hoofd-Docent - Coach Master Circulaire Economie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) Marc van den Berg (Assistant Professor in Circular Construction Management & Engineering bij de Faculteit van Engineering Technology aan de Universiteit Twente) Kees de Groot (voorzitter VERAS en directeur sloopbedrijf C.A. de Groot) Arie Grevers (redactie BouwBelang) Jaco Uittenbogaard (directeur Aannemersfederatie Nederland). NB: aangezien het jurylid Marc van den Berg mede beoordelaar is geweest van de PhD van Yifei Yu, heeft Marc niet deelgenomen aan de beraadslagingen van de jury die hebben geleid tot het eindoordeel. De voltallige jury hecht eraan dat dit voor eenieder duidelijk is. 9 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG NIEUWS
Tekst: Geert Hilferink - Foto's: Kees Stuip UITREIKING IN TEKEN VAN WAARDERING EN WAARDE VAN MKB IN INFRA Provincie Drenthe wint MKB INFRA-Award 2025 De provincie Drenthe heeft de MKB INFRA-AanbestedingsAward 2025 gewonnen voor de meest mkb-vriendelijke aanbesteder van infrastructurele werken. De jury ziet bij deze opdrachtgever een professioneel en up-to-date inkoopbeleid, waarbij mkbvriendelijk aanbesteden een van de pijlers van de inkoopvisie is. Het mkb krijgt daarin ook daadwerkelijk kansen. “De communicatie is helder en to the point, en bij het uitnodigingsbeleid wordt klip en klaar gekoerst op de inzet van het mkb. Er is veel ruimte voor meervoudig onderhands aanbesteden en er is aandacht voor financiële aspecten, zoals het toekennen van tenderkosten en het niet verlangen van bankgaranties. Projecten worden bovendien niet onnodig groot gemaakt,” aldus Remmits. ACTIEF DE DIALOOG ZOEKEN De andere twee genomineerden waren de gemeente Oost-Gelre en V.l.n.r. Juryvoorzitter Peter Remmits, Roelof Schuiling, Domeinmanager Mobiliteit, Ivo Kock, Domeinmanager Bedrijfsvoering, Imke Boerema, Assetbeheerder Groen en Douwe Dirk van Dijken, Themamanager Beheer Wegen en Waterwegen van de provincie Drenthe, Bas Drijvers namens de gemeente Eindhoven en voorzitter Philip van Nieuwenhuizen van MKB INFRA. De award werd uitgereikt tijdens een MKB INFRA-bijeenkomst over de waarde en waardering van het mkb in de infrasector, in Nieuwspoort in Den Haag. Juryvoorzitter Peter Remmits benadrukte dat de provincie Drenthe het mkb op haar juiste waarde schat, met waardering voor de mensen en de cultuur. Ook wordt ingezet op een continue samenwerking, gebaseerd op materiedeskundigheid en gebiedskennis. 10 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025
AWARD waterschap Rivierenland. Volgens de jury creëren alle genomineerden een gelijk speelveld voor het mkb bij aanbestedingen. “Daarvoor is serieuze aandacht, met de wil kritisch en zorgvuldig na te denken over specifieke aanbestedingsthema’s. Niet alleen door open te staan voor signalen uit de markt, maar ook door actief de dialoog te zoeken,” zei Remmits, die de drie genomineerden een groot compliment gaf voor de manier waarop zij intern aandacht geven aan aanbesteden. EXTRA JURERINGSRONDE NODIG Om uiteindelijk tot een winnaar te komen, laste de jury een extra vragenronde in. Remmits: “Daarin hebben we gekeken of de op papier vastgelegde inkoopvisies ook daadwerkelijk worden toegepast in de praktijk. Daarbij letten we vooral op het evenwicht tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, hoe dit in de praktijk vorm krijgt, en op het vervullen van een voorbeeldfunctie op eigen schaal. Dat laatste was belangrijk, gezien het verschil in omvang en diversiteit van de genomineerden.” Ook de aantoonbare resultaten en duidelijke kansencreatie voor het mkb telden mee in deze ronde. FOCUS OP LOKAAL EN REGIONAAL MKB “De winnaar belijdt met overtuiging haar focus op het lokale en regionale mkb, en etaleert dat ook met trots,” aldus Remmits voorafgaand aan de bekendmaking. Namens de gemeente Eindhoven – winnaar van de award in 2023 – reikte Strategisch Directeur Inkoop Bas Drijvers het awardbeeldje en het certificaat ‘Winnaar MKB INFRA-AanbestedingsAward 2025’ uit aan de vertegenwoordigers van de provincie Drenthe. “Deze winst betekent echt iets. Het geeft aan dat je lokaal samenwerken belangrijk vindt. Deze award heeft ons heel veel gebracht: intern in de organisatie, maar ook in het onderlinge vertrouwen met mkb-aannemers,” hield Drijvers de winnaars voor. KORTE LIJNEN EN VEEL KENNIS Ivo Kock, Domeinmanager Bedrijfsvoering van de provincie Drenthe, reageerde enthousiast op het winnen van de award. “We zijn enorm trots op deze erkenning. Het is de bevestiging dat onze aanpak werkt. Bij onderhandse aanbestedingen nodigen we twee aannemers uit de eigen provincie uit en een uit een van de drie aangrenzende provincies. Die regionale binding is voor ons enorm belangrijk, want we moeten het samen doen.” Roelof Schuiling, Domeinmanager Mobiliteit, vulde aan: “95% van de aannemers in het Noorden is een mkb-bedrijf. De lijnen zijn kort en er is enorm veel kennis aanwezig. We werken daar graag mee samen, omdat we weten dat we op elkaar kunnen bouwen en vertrouwen.” AMBASSADEURSROL PAKKEN Voorzitter Philip van Nieuwenhuizen riep zowel de winnaar als de twee genomineerden op zich de komende tijd als ambassadeur van hun eigen inkoopbeleid te profileren. “Deel jullie visie en aanpak en laat zien hoe succesvol die is. De gemeente Eindhoven heeft die rol goed opgepakt, bijvoorbeeld door recent een congres te organiseren over hun mkb-vriendelijke inkoopbeleid. EindStrategisch Directeur Inkoop Bas Drijvers van de gemeente Eindhoven reageerde enthousiast op de gepresenteerde visie, maar gaf aan de circulaire waarde binnen infra nog te missen. MKB INFRA-AanbestedingsAward De MKB INFRA-AanbestedingsAward werd vorige maand voor de zevende keer uitgereikt. Met deze tweejaarlijkse prijs wil MKB INFRA overheids- en semi-overheidsopdrachtgevers stimuleren om mkb-bedrijven betere kansen te geven op opdrachten in de grond-, weg- en waterbouw. Met de prijs hoopt MKB INFRA dat vernieuwende oplossingen worden geïnitieerd en optimale prijs-prestatieverhoudingen worden bereikt, waarmee tevens het maatschappelijk belang wordt gediend. De jury van de MKB INFRA AanbestedingsAward is als volgt samengesteld: Ing. P.G.J. (Peter) Remmits MBA, juryvoorzitter en ondernemer Mw. Mr. M.A.Th. (Meriam) de Koning, juridisch adviseur bouw- en aanbestedingsrecht Drs. P.J.M. (Pieter) Litjens, directeur CROW Drs. M.H.M. (Maarten) Loeffen, vm. directeur Stadswerk Mw. Mr. H.M. (Hilde) Mulder, CPO-office RWS en vm. Tweede Kamerlid 11 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG
AWARD hoven kent de waarde van mkb-infrabedrijven en waardeert die op de juiste manier.” VISIE ‘WAARDE EN WAARDERING’ Daarmee sloot Van Nieuwenhuizen de cirkel van het programma, want eerder die middag opende hij de bijeenkomst met de presentatie van de MKB INFRA-visie Waarde en waardering van (het mkb in) de infra. “Infrastructuur is de basis voor het bestaan en voortbestaan van ons maatschappelijke systeem. Het heeft dus meer waarde dan de kosten van het product, want elk infrastructureel product heeft naast een functionele ook een sociale, ecologische, economische of andere waarde. Toch wordt juist die waarde zelden meegenomen bij de inkoop van infrastructuur,” aldus Van Nieuwenhuizen. “Volksgezondheid is geen beoordelingscriterium bij de aanbesteding van een waterleiding, en een langere levensduur telt niet mee bij de beslissing om een riool te renoveren. Intermenselijke verbinding als bijproduct van vervoers- en communicatiesystemen wordt evenmin meegewogen, terwijl gunningsbeslissingen vaak uitsluitend financieel zijn. Zo laat de overheid kansen liggen om de positieve waarde beter te benutten. Een prijs is niet duur of goedkoop – hij staat altijd in verhouding tot de waarde die hij oplevert.” GELIJKWAARDIGHEID EN VERTROUWEN Volgens MKB INFRA komt de waarde van en waardering voor infra niet voldoende tot zijn recht. Om daar aandacht voor te vragen, is samen met leden van de branchevereniging gewerkt aan deze visie. Tijdens een brainstorm concludeerden de leden dat de begrippen ‘waarde’ en ‘waardering’ met elkaar samenhangen: waardering creëert waarde. “Voor onze leden staan gelijkwaardigheid tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, en vertrouwen, absoluut op nummer één. Alleen op basis van vertrouwen – dat voortkomt uit gelijkwaardigheid – kunnen mkbinfrabedrijven samen met opdrachtgevers de grote maatschappelijke opgaven in de infrastructuur aanpakken. Daarbij kan de innovatiekracht van het mkb optimaal worden benut om de maatschappelijke kosten als geheel zo laag mogelijk te houden,” aldus Van Nieuwenhuizen. BETROUWBARE OVERHEID Ook investeringen door het mkb vereisen betrouwbaar beleid op de lange(re) termijn. “Zonder toekomstperspectief zijn investeringen moeilijk te verantwoorden. In dit kader blijft aandacht nodig voor de eindeloze voorfinanciering in de infrabranche. Toepassing van de MKB INFRA-betalingsregeling, die voorfinanciering beteugelt en ruimte schept voor investeringen in bijvoorbeeld duurzaam materieel, is daarbij essentieel.” Een betrouwbare overheid past bovendien toe wat sectorbreed is afgesproken. Van Nieuwenhuizen: “Integrale toepassing van paritaire voorwaarden, handelingskaders voor prijsstijgingen, en het gebruik van materialenpaspoorten – alles draait om evenwichtige risicoverdeling. Vertrouwen betekent: je doet het echt samen.” TOEGEVOEGDE WAARDE Infrastructuur voegt waarde toe aan de maatschappij. “Ze maakt functioneren mogelijk, verzorgt verbindingen, mobiliteit en primaire levensbehoeften als riool, water en energie. We erkennen die principes wel, maar koppelen ze niet aan infrastructuur. We zijn het normaal gaan vinden dat alles er is – tot het even niet werkt. Dán realiseren we ons pas hoe waardevol infrastructuur eigenlijk is,” aldus Van Nieuwenhuizen. Met deze visie wil MKB INFRA meer focus brengen op de waarde en waardering van infrastructuur. “Zo willen we intern en extern laten zien welke waarde wij als mkbbedrijven toevoegen – voor onze medewerkers, klanten en ketenpartners – en welke rol we spelen in innovatie en maatschappelijke ontwikkeling.” POSITIEVE REACTIES Na zijn toelichting overhandigde Van Nieuwenhuizen de visie aan onder anderen Roger Mol van Rijkswaterstaat, Chris van Eunen (directeur Stadswerk Nederland) en Pieter Janssen (secretaris-algemeen directeur van het Hoogheemraadschap van Delfland). Het drietal herkende zich in de strekking van de visie en onderstreepte het maatschappelijk belang van het mkb in de infrastructuur. Datzelfde gold voor andere aanwezigen. “Infra is de ruggengraat van de samenleving,” aldus een van hen. Een ondernemer noemde het zelfs “het fundament van de maatschappij.” Philip van Nieuwenhuizen overhandigde de visie Waarde en waardering van (het mkb in) de infra aan onder meer Pieter Janssen, secretaris-algemeen directeur van het Hoogheemraadschap van Delfland. Oog voor evenwichtige risicoverdeling is een vanzelfsprekendheid bij vertrouwen Van Nieuwenhuizen peilde in de zaal hoe de aanwezigen dachten over de waardering voor en waarde van infra. 12 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025
PROFIEL Tekst: Hans Fuchs - Foto's: Kees Stuip WESTERA DAKBEDEKKING Dakreparatie op monumentaal stadscafé Van dakdekker naar cipier en uiteindelijk toch weer terug het dak op; in 2017 nam Willem Westera het dakdekkersbedrijf van zijn vader over. Het familiebedrijf bestaat inmiddels 89 jaar. Recentelijk herstelde Westera Dakbedekking het lekkende zadeldak van een café in Groningen. De monumentenstatus van het pand uit 1669 stelde bijzondere eisen aan het bescheiden dak. Op het eerste oog geen spannend dak; het alom bekende stadscafé Der Witz heeft een doodgewoon zadeldak met Oude Holle pannen en twee zinken tussengoten. Maar de monumentenstatus van het pand aan de Groningense Grote Markt maakte het dakwerk toch een tikkeltje anders, vertelt Willem Westera: “Aanvankelijk vroeg de eigenaar ons een lek in de tussengoten te verhelpen. Die lagen er sinds 1980 in en waren op meerdere plekken lek. De reparatie stopte de lekkage niet; het probleem zat ook in het schuine dak. De Oude Holle pannen sloten niet goed op elkaar aan, omdat ze verschillen in lengte en breedte. Dat betekent niet alleen dat het leggen langer duurt, maar ook dat regenwater makkelijker doorslaat.” DOFFE KLANK Westera Dakbedekking pakte daarna niet alleen het dak van Der Witz aan, ook de al gerepareerde tussengoten werden vernieuwd. Voor het zink van de goten verlangde Monumentenzorg een dikte van 1,1 millimeter, voor een lange levensduur – 0,3 millimeter meer dan de gangbare dikte bij een gewone zinken goot. Ook aan de dakpannen stelde Monumentenzorg eisen. Westera: “Hedendaagse Oude Holle pannen gebruiken was hier niet toegestaan. Maar sommige van de pannen op het dak hadden schade, zichtbaar en onzichtbaar. De zichtbare schade zit met name aan de randen van de pannen. Onzichtbare schade haal ik er uit door pannen te beoordelen op hun klank. Een pan met een breuk Willem Westera: "Hedendaagse Oude Holle pannen gebruiken was hier niet toegestaan." 13 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG
klinkt dof. De beschadigde exemplaren hebben we vervangen door Oude Holle pannen die wij op voorraad hebben op onze werf. Die komen uit slooppanden.” Vanwege de maatverschillen legde Westera onder de pannen een dikkere folie dan gebruikelijk. “Er ligt een 200 grams dampdoorlatende folie die zorgt dat regenwater netjes wegloopt naar de goot. Daarnaast hebben we bij het bijleggen panhaken gebruikt. Dat gebeurde vroeger niet, toen vertrouwde men op het verband van de pannen. En onder de vorsten op de nok moest, in oude stijl, een loodslab worden aangebracht – ook een eis van Monumentenzorg.” MINDER PANNENTRANSPORT Het dak van café Der Witz is een binnenstedelijke bouwlocatie op hoogte. Het smalle en langgerekte zadeldak ligt ingeklemd tussen twee historische panden met één bouwlaag meer. Dat bood de driemansploeg van Westera Dakbedekking weinig bewegingsruimte rondom. Willem Westera: “Met een kraan op de Grote Markt haalden we eerst op één dakvlak de pannen eraf. Daarna konden we de staat van het dak opnemen en aanpakken wat nodig was. Van het dakbeschot zijn de rotte delen vernieuwd. Vervolgens legden we nieuwe panlatten en tengels en kwamen de pannen van het tegenoverliggende dakvlak op het herstelde dakdeel. Dat bespaart transport. Je hoeft maar de helft van de pannen van het dak af te halen en je maakt in één slag de tweede helft van het dak vrij om aan te werken.” LEIWERK IN LOPPERSUM Westera Dakbedekking is een Gronings familiebedrijf. Werkgebied: de provinciehoofdstad en het ommeland. In dat bescheiden gebied voert het tien man sterke bedrijf dakwerk uit aan platte en hellende daken, doet lood en zinkwerk, en verzorgt leiwerk. Dat laatste is een ambacht, vertelt Willem Westera: “Leien leggen vraagt vakmanschap. Niet veel mensen kunnen dat. Bij ons in het bedrijf zijn er drie die het in de vingers hebben.” Voordat het bedrijf het dak van Der Witz herstelde, voerde het in Loppersum zulk leiwerk uit, aan twee uitbouwen van een historische boerderij. Westera: “De boerderij werd aarbevingbestendig gemaakt, Loppersum is het centrum van de aardgaswinning. Wij werden erbij gehaald om de pannen van het dak te halen en terug te leggen. Het overige dakwerk deed de hoofdaannemer zelf. Behalve het leiwerk, daarvoor vroegen ze ons.” Op de twee uitbouwtjes legde Westera Dakbedekking leiwerk in een Maasdekking. Bijzonder; op de hoeken kwamen leikappen. Westera: “Dat gebeurt met Op het dakbeschot kwamen nieuwe panlatten en tengels. "Leien leggen vraagt vakmanschap" 14 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025
PROFIEL een leihamer. Daarmee kun je in de lei een gaatje tikken voor een koperen spijker. Die voorkomt dat de lei gaat kantelen.” De leihaken in Loppersum zijn uit rvs. Westera: “Stalen leihaken roesten, die uit koper slijten. Met rvs omzeil je dat; zo gaat een dak met natuurleien een leven lang mee.” DOORSTART Willem Westera laat een foto zien van het werk in Loppersum: de nok is voorzien van trotseerloodjes met daarop de naam Westera en een jaartal: 1936. Het is het jaar waarin het bedrijf werd opgericht, door de grootvader van Westera: “Ik ben de derde generatie in het bedrijf, de vierde werkt hier inmiddels ook – mijn zoon op het dak, mijn dochter op kantoor.” Tot vorig jaar was ook de 76-jarige vader van Westera nog actief in het bedrijf: “Vier dagen in de week en hij ging gewoon het dak nog op. Toen hij 75 werd, vond hij het goed, na zestig jaar als dakdekker te hebben gewerkt. We zijn een hecht familiebedrijf, voor ons hele team.” Begin jaren negentig stapte Willem Westera in het bedrijf van zijn vader, in loondienst. Tot 2002. “Ik werd cipier in het gevangeniswezen, maar bleef verbonden aan het bedrijf. Op een nul-uren contract sprong ik bij.” In 2017 ging het dakdekkersbedrijf van zijn vader failliet. Westera: “Maar hij kocht wel alle materialen en materieel terug van de curator. Met het oude netwerk als basis maakte ik toen een doorstart. Ik regelde een oude bedrijfsbus, plakte ons bedrijfslogo op de zijkant en nam mijn vader in dienst.” KLIMAAT EN TOEKOMST Als een belangrijke nieuwe ontwikkeling in zijn vak ziet Willem Westera de toenemende aandacht voor het klimaat: “Naast alle technische innovaties en nieuwe producten wordt duurzaamheid vanwege het klimaat anders ingevuld dan vroeger. We hebben tegenwoordig meer stormen en stortbuien. Dat heeft gevolgen voor ons vak. Als we aan een plat dak werken brengen we tegenwoordig zelf ter sprake of het niet verstandig is om een noodoverstort te plaatsen of meer afvoeren te maken dan de berekening aangeeft. Ook het belang van de windlastberekening neemt toe. Die verplicht ons de dakpannen te haken en/of vast te zetten met een rvs-schroef.” De geringe instroom van nieuw personeel noemt Westera zorgelijk: “Jongeren willen tegenwoordig niet meer op het dak werken. Er is geen instroom vanuit een opleiding. Ik heb al veel jongeren een kans gegeven, via uitzendbureaus. Maar ze zitten toch liever achter de computer. Zo neemt op termijn het aantal dakdekkersbedrijven af. Wij kunnen zelf nog jaren vooruit; onze mensen zijn allemaal in de dertig. Als steeds minder vakmensen dakwerk willen en kunnen doen, gaan wij ons honderdjarig jubileum wel halen.” AMBACHT, VAKWERK EN KWALITEIT Westera Dakbedekking werkt voor particulieren, maar ook voor Solide vastgoedbeheer met meer dan duizend panden in beheer. Willem Westera: “Wij doen voor deze partij onderhoud, dakvernieuwing en reparaties. Daarnaast werken we veel samen met bouwbedrijven uit de omgeving. We zijn verbonden met de stad Groningen. Westera is hier een bekende naam.” Ambacht, vakwerk en kwaliteit noemt Willem Westera de kernwaarden van het bedrijf: “Het ambacht zit in hoogwaardig dakwerk zoals het leiwerk in Loppersum en werk aan monumenten als Der Witz. Vakwerk betekent dat wat je levert honderd procent goed is. Daarvoor steek ik graag een uurtje extra in een klus. Kwaliteit is voor ons het opleveren van een zorgeloos dak voor lange tijd.” Historische Oude Holle pannen verschillen in lengte en breedte. Dat betekent: meer kans op lekkage. Binnenstedelijke bouwlocatie op hoogte: het dak van café Der Witz. Toenemende aandacht voor het klimaat 15 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG
Tekst: Geert Hilferink - Foto's: Kees Stuip WETHOUDER ARAP-JOHN TIGCHELAAR VAN ERMELO “Stikstofregels beperken onze opties flink” Tigchelaar is sinds juni 2024 wethouder namens de lokale partij één-Ermelo. Hij is verantwoordelijk voor onder meer financiën, wonen, economie, ruimtelijke ontwikkeling en grondzaken. “Ik ben op een rijdende trein gestapt en heb de zomer gebruikt om kennis te maken met de gemeente en de organisatie. Tijdens de vakantieperiode heb ik me echt inhoudelijk op dossiers kunnen inlezen.” BENADERBARE OVERHEID Kennismaken met de gemeente Ermelo doet Tigchelaar op zijn eigen manier. “Daarvoor pak ik de fiets. Al fietsend kom je makkelijker op plekken dan met de auto. Je ziet ook meer van de omgeving en spreekt mensen makkelijker aan.” Dat laatste vindt Tigchelaar belangrijk. “Als wethouder wil ik benaderbaar en aanspreekbaar zijn voor de Gelegen tegen de Veluwe, omgeven door heide, groen en defensieterreinen is bouwen in Ermelo op zijn zachtst gezegd een uitdaging. Toch ziet verantwoordelijk wethouder Arap-John Tigchelaar wel degelijk kansen. “We moeten met elkaar vooral kijken naar wat wel kan en daarbij focussen op de kansrijke projecten. Gemeenten, corporaties, het Rijk en zeker ook de aannemers.” mensen in Ermelo. We zitten als gemeentebestuur niet in een ivoren toren. Inwoners en ondernemers moeten ons makkelijk kunnen bereiken en aanspreken.” Binnen de portefeuilles wonen en economie ziet de wethouder dat met name veel ondernemers worstelen met regelgeving. “Als je kijkt naar woningbouw hebben we het ons in Nederland ook best ingewikkeld gemaakt met bezwarenprocedures en strenge regels. Over die onderwerpen ga ik ook graag in gesprek om zaken te verduidelijken.” DRUK DOOR AANTREKKINGSKRACHT De druk op de woningmarkt in Ermelo is groot, mede door de groeiende interesse van mensen uit het westen. “Hoewel Ermelo een van de duurdere gemeentes op de Veluwe is, liggen de woningprijzen hier een stuk lager ten opzichte van die in het westen. Gekoppeld aan de goede voorzieningen zoals inWethouder Arap-John Tigchelaar van Ermelo wil een benaderbare bestuurder zijn, voor inwoners en ondernemers. 16 BOUWBELANG | NUMMER 4 - 2023
OPDRACHTGEVER frastructuur en openbare ruimten heeft Ermelo een grote aantrekkingskracht op mensen van buiten de gemeente.” Echter, ook voor de inwoners van Ermelo moet voldoende aanbod blijven. “Het aantal oudere inwoners groeit. Het gemiddeld huishouden in Ermelo telt 2,2 personen, maar we komen van 3,5 personen per huishouden. Tegen die verdunning is gewoon niet op te bouwen. Knarrenhofjes en clusterwoningen kunnen hiervoor een oplossing zijn, maar dergelijke woonvoorzieningen bouw je niet in een weiland. Dergelijke concepten zijn vooral gericht op de voorzieningen in een centrum.” BESCHIKBARE RUIMTE BEPERKT Samen met zeven gemeenten op de NoordWest Veluwe maakt Ermelo afspraken op het gebied van woningbouw en ruimtelijke ontwikkeling. “Harderwijk heeft als het gaat om woningnieuwbouw een veel grotere opgave dan Ermelo. Het probleem is alleen dat Harderwijk compleet volgebouwd is. En als we naar Ermelo kijken zit er ook behoorlijk wat spanning op onze mogelijkheden. We zitten met de rug tegen de Veluwe aan en hebben als enige uitbreidingsmogelijkheid het landelijk gebied tussen de bebouwde kom en het Randmeer. Daar zitten nu vooral agrarische bedrijven.” Om op korte termijn verlichting te bieden en meer woonruimte beschikbaar te krijgen, zet Ermelo in op ‘straatjes erbij’, optoppen en woning- en kavelsplitsing. Tigchelaar: “Er is veel belangstelling voor dergelijke initiatieven. Woningsplitsing wordt vooral in het buitengebied steeds vaker toegepast, maar ook de corporaties zien het als oplossing om met name hoekwoningen op te delen.” Voor de jongeren, starters en statushouders wil Ermelo nu ook kamerverhuur mogelijk maken. NIET WACHTEN OP GROTE PROJECTEN Het gaat bij deze maatregelen om toevoegingen van iedere keer kleine aantallen woningen aan het Ermelose arsenaal. Tigchelaar: “We richten ons niet alleen op grootschalige woningbouw. Simpelweg omdat het niet realistisch is plannen hiervoor op korte termijn uitgewerkt te krijgen, laat staan gerealiseerd. De netcongestie zit ons tot zeker 2030 dwars, de verwachting is dat de energienetten na 2030 pas op orde zijn.” Ook de 500 meter-regel van de provincie Gelderland, zit Ermelo flink dwars als het gaat om nieuw te bouwen woningen. “Die regel bepaalt dat er in een zone van 500 meter rondom onder meer de Veluwe aanVitale vakantieparken In veel gemeenten wordt het permanent bewonen van recreatiewoningen gedoogd of zelfs toegestaan. “Niet in Ermelo”, stelt Tigchelaar resoluut. “Op één park wonen en recreëren gaat conflicteren. Dat gaat volgens ons echt niet samen. Je weet niet goed wat er aan voorzieningen in de grond zitten, maar ook de verkeersdruk zal enorm toenemen. Mede omdat het toerisme voor Ermelo zo belangrijk is, blijven de recreatiewoningen bestemd voor toeristen. Wij werken samen met de provincie en elf Veluwse gemeenten aan het programma Vitale Vakantieparken, waarmee we de toekomst van aantrekkelijke recreatieparken willen versterken.” Wel heeft de gemeente in de afgelopen tien jaar twintig van de honderd recreatieparken getransformeerd tot ‘woonparken’. Het project Horsterhoeve is daar een actueel voorbeeld van. “Op deze voormalige camping aan de rand van Ermelo worden de komende jaren 265 nieuwe woningen gebouwd, waarvan de helft in het sociale segment. Zo maken we de woningen ook bereikbaar voor starters en jongeren en kunnen we de druk weer een beetje van de ketel halen. Het neemt niet weg dat we onze lokale en regionale partners hard nodig blijven hebben om de komende jaren voldoende woningen te kunnen blijven bouwen.” Tigchelaar wijst op de plattegrond van de gemeente Ermelo. ”Inwoners en ondernemers moeten ons makkelijk kunnen bereiken en aanspreken” 17 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG
OPDRACHTGEVER vullende stikstofregels gelden. Dat beperkt onze opties flink.” PERSONEELSTEKORT VERTRAAGT Een ander probleem is het personeelstekort op de afdeling ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. “Er lopen momenteel 82 projecten tegelijk, maar de meeste mensen moeten lang wachten op een antwoord. We hebben de medewerkers niet om de aanvragen tijdig te beoordelen. In heel Nederland is een tekort van bijna 13.000 ambtenaren dus iedere gemeente vist in dezelfde vijver.” Om het tekort te verkleinen is Ermelo begonnen met het zelf zoeken en opleiden van nieuwe medewerkers. “Voornamelijk onder de inwoners van Ermelo zodat ze dichtbij huis kunnen werken en de gemeente kennen. Zo proberen we aan onze kant de stokkende vergunningaanvragen weer wat vlot te trekken.” HULP VAN AANNEMERS De gemeente roept aannemers op om hieraan ook een bijdrage te leveren. “Door een aanvraag zo goed mogelijk voor te bereiden en te voorzien van goede milieu- en andere onderzoeken kun je het de beoordelaar van de aanvraag een stuk makkelijker maken. De lokale en regionale aannemers waarmee wij veel zaken doen, kennen de regels en weten precies waaraan een goede aanvraag moet voldoen. Hoe zorgvuldiger die wordt voorbereid en ingediend, hoe sneller de aanvraag door de procedure kan.” De relatie met veel mkb-aannemers is voor de gemeente Ermelo belangrijk. “We zitten samen aan regionale versnellingstafels en kijken met elkaar wat wel mogelijk is. Samen met de provincie, waterschappen, woningcorporaties en het Rijk werken we aan de toekomst van de regio. De landelijke politiek helpt ons daar niet altijd bij door onduidelijke of wisselende besluiten.” BLIJ MET BOUWPARTNERS Ermelo is blij met de lokale en regionale bouw- en infrapartners. “Samenwerken met ondernemers uit de gemeente of regio biedt veel voordelen. Ze kennen Ermelo en zijn betrokken. Dat merk je niet alleen in de uitvoering, maar tijdens het hele traject. En met hun kennis van de markt kunnen ze ons ook gericht helpen. Zo wilden we de woningen in een nieuwbouwproject het liefst gunnen aan inwoners van Ermelo en directe omgeving. De aannemer gaf toen tips over onder meer de timing van het te koop zetten van de woningen. En dat bleek met succes, want alle woningen werden verkocht aan mensen die in een straal van vijf kilometer rond Ermelo wonen. Ook die kennis en ervaring is voor ons enorm waardevol.” SCHUIFPUZZEL ALS OPTIE Ondanks de enorme druk op de beschikbare ruimte, ziet Tigchelaar wel mogelijkheden voor nieuwbouw binnen de bebouwde kom. “Ik zie een bestaand bedrijvenpark langs de A28 als mogelijke sleutel voor de oplossing. Op die locatie zijn al infravoorzieningen en elektriciteit aanwezig zodat nieuwbouw daar relatief eenvoudig op kan worden aangesloten. Nieuwbouw van extra bedrijventerreinen bedoel ik dan, want in Ermelo liggen nu nog meerdere bedrijventerreinen verspreid over de kern. Door die te verplaatsen, ontstaat ruimte voor woningnieuwbouw en halen we bovendien veel vrachtverkeer uit de bebouwde kom. Die schuifpuzzel zien we als kansrijke oplossing en daarover zijn we nu volop in gesprek.” Een andere optie is een groot voormalig GGZ-terrein. “Dat terrein en de gebouwen daarop komen vrij dus dat biedt eveneens mogelijkheden om wonen in Ermelo voor meer mensen mogelijk te maken.” ”De kennis en ervaring van lokale aannemers is voor ons enorm belangrijk” 18 BOUWBELANG | NUMMER 2 - 2025
SCHIJNZELFSTANDIGEN WERKEN MET ZZP’ERS VRAAGT ZORGVULDIGE AFSPRAKEN Controles zorgen voor onrust In de bouw- en infrasector is vaak sprake van een langdurige samenwerking tussen aannemers en zzp’ers. Die relaties zijn voor de Belastingdienst aanleiding om dit jaar intensief te controleren op schijnzelfstandigheid. Die controles leiden tot de nodige onrust, vooral omdat niet duidelijk is wat precies wel en niet kan en mag in de relatie tussen de zzp’er en opdrachtgever. ONDERDEEL VAN HET TEAM Om te schetsen waar de valkuilen zitten, presenteerden beleidsmedewerker David van Swol van AFNL en juridisch adviseur Teus Zanen van Bovatin twee casussen van veelvoorkomende samenwerkingsvormen. In de eerste werkt de zzp’er samen met medewerkers van de opdrachtgevers aan hetzelfde project. Daar voert hij hetzelfde werk uit als de medewerkers. Ook de werktijden zijn gelijk en de opdrachtgever zorgt voor de benodigde materialen. De instructies voor het werk komen eveneens van de opdrachtgever. “In dit geval is er sprake van een duidelijke gezagsverhouding en werkt de zzp’ers als een medewerker in loondienst. Hij is een extra onderdeel van het vaste team. Bovendien loopt de zzp’er geen financieel risico, dat ligt bij de opdrachtgever”, zo verduidelijkte Van Swol. VOOR EIGEN REKENING EN RISICO In de tweede casus neemt de zzp’er het werk aan op basis van een vaste totaalprijs, heeft daarvoor een offerte gestuurd en bepaalt zelf hoe en binnen welke werktijden hij het werk uitvoert. Zanen: “De opdrachtgever mag wel zeggen wat de zzp’er moet doen, maar niet hoe. Daarnaast is de zzp’er zelf verantwoordelijk voor het eventueel herstellen van klachten en loopt hij het ondernemersrisico. Er is in dit geval geen sprake van een gezagsverhouding en de zzp’er werkt op basis van een aanneemsom.” Hoewel de medewerkers van de Belastingdienst niet wilden toezeggen dat de tweede casus bij een controle altijd wordt goedgekeurd, is die in de basis wel goed. “We beoordelen de samenwerking op negen criteria die allemaal even zwaar wegen. Het werken voor eigen rekening en risico behoort daartoe, maar is niet zaligmakend”, zei een van de belastinginspecteurs. Zijn collega van SZW voegde toe: “Werken in onderaanneming mag altijd, dat geldt ook voor zzp’ers.” Negen wegingscriteria Bij een controle kijkt de Belastingdienst naar de volgende criteria: de aard en duur van het werk; de manier waarop het werk en de werktijden zijn bepaald; de mate waarin de werkzaamheden en de zzp’er onderdeel zijn van de organisatie; de eventuele verplichting het werk persoonlijk uit te voeren; de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen; de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald en de hoogte daarvan; het risico dat de zzp’er loopt; de mate waarin de zzp’er zich als ondernemer gedraagt. Beleidsadviseur David van Swol presenteerde twee casussen over samenwerken met zzp'ers. Over de manier waarop mkb-aannemers op een juridisch juiste manier kunnen samenwerken met zzp’ers, bestaan nog veel vragen. Dat bleek ook tijdens een ledenbijeenkomst van brancheorganisatie Bovatin dit voorjaar. Daarin stond de verscherpte controle op schijnzelfstandigheid centraal. De aanwezige aannemers en zelfstandige tegelzetters konden daar ook in gesprek met medewerkers van de Belastingdienst en het ministerie van SZW. 19 NUMMER 2 - 2025 | BOUWBELANG
www.bouwbelang.comRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=