BouwBelang 4 - 2019

GAZET | NUMMER 4 - 2019 40 In de brief schetsen Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra en de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) de punten die zij hierbij cruciaal achten. Gezond de pensi- oengerechtigde leeftijd kunnen behalen speelt daarin een hoofdrol. Zo vraagt de stichting zich af of het reëel is dat alle werknemers in Nederland over één kam worden geschoren? ‘Mensen in zware beroepen kunnen de pensioengerech- tigde leeftijd vaak niet gezond bereiken. Bovendien golden er in de jaren ’70-’80 andere regels op het gebied van arbeids- omstandigheden dan tegenwoordig. Het risico op uitval wegens arbeidsongeschikt- heid is in de bouw en afbouw twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde.’ DUURZAME INZET In het pensioenakkoord is afgesproken dat er middelen worden vrijgemaakt om de AOW-leeftijd minder snel te laten oplopen en om mensen met zwaar werk eerder te kunnen laten stoppen. ‘In zowel de bouw als de afbouw is op cao-niveau al het nodi- ge afgesproken met de vakbond omtrent duurzame inzetbaarheid. De bedrijfstak met veel relatief kleinschalige bedrijven kan echter niet alle oudere werknemers naar passende arbeid begeleiden. Daarvoor is eenvoudig het werk niet aanwezig en zijn financiële middelen niet voorhanden’, zo schetst de voorzitter in haar brief. ‘Wij willen benadrukken dat wij het als sector dan ook niet alleen kunnen. Om passende maatregelen te treffen hebben we de hulp van de overheid hard nodig.’ 45 ARBEIDSJAREN Het is volgens AFNL-NOA dan ook belang- rijk dat mensen met zware beroepen met minimaal 45 arbeidsjaren in de gelegen- heid gesteld moeten worden om eerder dan de AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen te gaan. ‘Onderzoek wijst ook uit dat dit gerechtvaardigd is, gezien het feit dat deze medewerkers een levensverwachting heb- ben die zeven jaar korter is dan bijvoor- beeld van hoger opgeleide medewerkers niet werkzaam zijn in zware beroepen.’ Als een werknemer op zoek moet naar pas- sende arbeid buiten de sector, of binnen de sector, mag een individuele werkgever hier- voor niet aansprakelijk worden gesteld, zo schrijft Gesthuizen. ‘Als de huidige regelge- ving van kracht blijft met een vergrijzend werkendenbestand durft een gemiddelde werkgever geen oudere werknemer meer in dienst te nemen. Er zijn al initiatieven voor het opzetten van transitiehuizen om mede- werkers intersectoraal van werk naar werk te kunnen begeleiden en plaatsen. Politieke en fiscale ondersteuning zou hier een duw- tje in de rug kunnen geven om de ‘schotten’ tussen sectoren te slechten.’ WIG OPNIEUW VERGROOT Ook moet de overheid de bedrijfstakken, naast een eigen bijdrage, financieel onder- steunen met budgetten voor duurzame inzetbaarheid voor werknemers die op grond van vastgestelde arbeidsongeschikt- heid of -handicap niet meer inzetbaar- heid zijn in het oude beroep, zo meent AFNL-NOA. De doorsneesystematiek voor pensioenop- bouw wordt afgeschaft. AFNL-NOA vreest dat als gevolg van de hieruit voortvloeiende noodzakelijke overgangsregeling de wig tussen mensen in loondienst en andere werkenden opnieuw wordt vergroot, het- geen onwenselijk is. ‘Graag treedt AFNL-NOA hierover met betrokkenen in overleg om recht te doen aan een passende uitwerking van het pen- sioenakkoord’, zo besluit Gesthuizen de brief. AFNL-NOA REAGEERT OP BEREIKTE AKKOORD “GEZOND RICHTING PENSIOEN” VIDEOBOODSCHAP Om duidelijk te maken hoe groot de problematiek voor mkb-ondernemers in de bouw- en afbouwsector daadwerkelijk is, heeft AFNL-NOA een filmpje gemaakt waarin aannemers, bouwvakkers en afbouwers vertellen over hun ervaringen. Zij onderbouwen de noodzaak van een goede regeling voor het zware werk in de bouw en afbouw. Kijk voor het filmpje op youtube en zoek op ‘AFNL-NOA’ ■ Het net voor de zomer bereikte pensioenakkoord is de afronding van een jarenlange discussie over de vormgeving van een nieuw pensioenstelsel. ‘Maar we zijn er nog lang niet’ schrijft voorzitter Sharon Gesthuizen van de Stichting AFNL-NOA in een bief aan minister Koolhaas van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Veel zal afhangen van de daadwerkelijke uitwerking van het akkoord en daar willen we als vertegenwoordigers van de zware beroepen uiteraard graag bij betrokken zijn.’

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=