BouwBelang 5 - 2017

GAZET | NUMMER 5 - 2017 38 >> vervolg van pagina 37 Hendrik Jan Blomberg: “Met al die extra verlofdagen wordt het zo langzamerhand lastig de planning rond te krijgen met je eigen mensen.” wederzijds vertrouwen onze maatschap- pelijke verantwoordelijkheid. En dat leidt in de praktijk tot langdurige werkrelaties van 25 tot 40 jaar. Dat is wat de mkb-onderne- mer wil: een vaste kern van vakbekwame mensen waarop hij blindelings vertrouwen kan. Omgekeerd willen vele werknemers een zekere mate van de al genoemde werkze- kerheid om een hypotheek te kunnen opne- men of op een gezonde manier een lening te kunnen afsluiten. Kortom ze kunnen plannen maken voor een normaal leven. Dat is toch echt wat de meeste mensen wil- len. Ze zitten helemaal niet te wachten op het hectische en onzekere bestaan van een zzp’er, waardoor ze in hoogtijdagen mis- schien een cent meer kunnen verdienen, maar als het slecht gaat, staan ze met lege handen. Voor die houding wordt de mkb-onderne- mer nog steeds keihard gestraft. Als ik drie mensen moet ontslaan die dertig jaar bij mij in dienst zijn geweest, omdat er geen werk is, dan kan ik de tent wel dicht doen. Dat kunnen we domweg niet betalen. En zo vergaat het vele mkb-bouwondernemers. Ik heb het idee dat het mkb moet opdraaien voor het afschaffen van de kantonrechters- formule. Deze werd voorheen hoofdzakelijk gebruikt bij de multinationals. Daar hadden wij als mkb nauwelijks mee van doen. Het wordt tijd dat politici met daden laten zien hoe belangrijk het mkb is voor de werkge- legenheid en een gezonde, maatschappelijk verantwoorde economie. Een ander punt is de willekeurigheid waar- mee grenzen getrokken worden. Heb je een mkb-bedrijf als je 25 mensen, 100 men- sen of 250 mensen (zoals Brussel zegt) in dienst hebt? Kennelijk vindt deze regering dat de grens ligt bij 25 mensen in vaste dienst. Want daar trekken ze de lijn als het gaat om de doorbetalingsplicht in het twee- de ziektejaar. Er zal beslist een logica aan ten grondslag liggen, maar ik snap daar helemaal niks van. De meeste mkb-infra- bedrijven hebben een vast kern van 30 tot 60 mensen. Die vallen dus buiten de boot, terwijl zij net zo hard geraakt worden als de mkb’ers met minder dan 25 werknemers. Er zitten hele rare kronkels in de regelge- ving. Daar mag weleens wat beter naar gekeken worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kosten, die gemakkelijk kunnen oplopen tot een ton, als je een verzoek wilt indien voor ontbinding van de arbeidsre- overnamekandidaat voor het bedrijf te vinden. Want het risico van mogelijke ont- bindingen van dienstverbanden hangt als het zwaard van Damocles boven je hoofd. Immers, die dienstjaren neemt de werkne- mer gewoon mee als het bedrijf overgaat in andere handen. Mocht er om wat voor reden dan ook een kink in de kabel komen, dan kun je zomaar voor enorme kosten- posten komen te staan. En dat zal hoogst- waarschijnlijk het einde van het bedrijf betekenen. Terwijl de ondernemer die stopt en de ondernemer die de zaak voortzet, juist zo hun best hebben gedaan voor de continuïteit van het bedrijf en dus voor de werkgelegenheid van de werknemers. Zulke situaties moet je in goed overleg zien te voorkomen. Daar moet je wettelijk wat meer handvaten voor krijgen, vind ik. Hou me te goede; ik begrijp heel goed, dat de werknemer na veertig jaar dienstverband rechten heeft opgebouwd, maar ik vind dat je daarmee niet de continuïteit van een bedrijf op het spel mag zetten. Ik heb in de stukken ook wat gelezen over kraamverlof en daar staat in dat de partner vanaf 2019 recht heeft op vijf verlofdagen en vanaf 2020 recht op vijf weken verlof, op te nemen in het halve jaar direct na de geboorte. De UWV keert in die periode 70 procent van het dagloon uit. Op zich is daar helemaal niks op tegen en het past ook bij deze tijd, dat de man zijn opvoedkundige taken waarneemt. Toen ik veertig jaar geleden begon was er op dit vlak helemaal niks geregeld. Als je aangifte gedaan had van de geboorte, ging je weer aan het werk. Begrijp me niet verkeerd, het is op zich wel goed, dat er wat aan gedaan wordt, maar met al die dagen – de papadag, de verlof- dagen bij geboorte en rouw – wordt het zo langzamerhand erg lastig om de planning rond te krijgen met je eigen mensen. Je bent dan weer gedwongen payrollers of uitzendkrachten in te zetten, bovenop de flexibele schil die je tegenwoordig sowieso moet hebben. Overigens worden die vakmensen uit de flexibele schil gewoon hetzelfde behandeld als onze eigen mensen. Als er een cursus gevolgd wordt – zoals laatst de cursus luchtdicht bouwen – doen ze gewoon mee. De factuur gaat dan naar het uitzendbu- reau. Dat hebben we zo afgesproken. Verder dragen ze onze bedrijfskleding en als we wat te vieren hebben, horen ze er gewoon bij.” < latie – dossier opbouwen, verzoeken indie- nen, de hele proceskosten plus daarboven- op nog een stevige transitievergoeding. Dat kan de spreekwoordelijke bruin niet trek- ken. En verder: nu dat hele DBA-verhaal met die opdrachtgeversverklaring als je zzp’ers inschakelt, op de schop gaat, wordt het tijd dat er een regeling komt, waar we echt mee uit de voeten kunnen. Ik denk dat er genoeg ondernemers zijn die daar even in mee willen denken.” HENDRIK JAN BLOMBERG “We zijn verzekerd tegen de risico’s van de loondoorbetalingsplicht in het tweede ziektejaar. Het is voor ons nog even afwachten of we goedkoper uit zijn. Als de extra premie die we moeten gaan betalen voor de collectieve regeling even hoog of zelfs hoger uitvalt dan de premie die we nu betalen, denk ik niet meteen: wat zijn die politici toch lekker mkb-gericht bezig. Datzelfde geldt de transitievergoeding. Daar worden we nog steeds niet vrolijk van. Ik heb inmiddels de “leeftijd bereikt, dat ik overweeg het wat rustiger aan te gaan doen. Mijn broer gaat mijn taken overnemen. Hij krijgt dan in zijn eentje de leiding over een bedrijf waar een aan- tal mensen werken, die 40 jaar bij ons in dienst zijn. Nu weten we precies wat we aan onze mensen hebben, maar als dat niet zo is, wordt het toch erg lastig om een

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=