BouwBelang 5 - 2022

ONDERNEMER EN PROJECT Restauratie Na een restauratie van tweeënhalf jaar ging Museum Paulina Bisdom van Vliet in mei van dit jaar weer open. Opgave van de restauratie: herstel van het museum en behoud van het karakter van het woonhuis, en tegelijk de slag maken om het gebouw te laten voldoen aan de wetten en eisen van nu. Het statige Haastrechtse huis uit 1874 -1877 was het woonhuis van de familie Bisdom van Vliet. In 1923 overleed de laatste bewoonster, Paulina le Fèvre de Montigny Bisdom van Vliet. Een jaar later werd het woonhuis in gebruik genomen als museum, als vastgelegd in haar testament. De restauratie van Museum Paulina Bisdom van Vliet omvatte o.a. funderingsherstel, vervanging houten begane grondvloeren, versteviging van de verdieping vloeren, het verhelpen van scheuren in de plafonds, binnen en buiten schilderwerk en aanpak van de verouderde installaties. Ook het historische papierbehang en de tapijten werden gerestaureerd. betrokkenheid van Van Horik bij zijn vak. Op de website van zijn voegbedrijf richtte hij een pagina in met links naar vakkennis over voegen, vooral afkomstig van de Rijksdienst voor cultureel erfgoed. Van Horik: “Ik heb ooit besloten om zoveel mogelijk informatie in te winnen over mijn vak. Bij architecten en andere partijen is specifieke kennis over voegen vaak niet of onvoldoende aanwezig. Zodoende kan ik nu ook gedegen advies geven. Bijvoorbeeld over de juiste aanpak van de gevel van het museum in Haastrecht.” VOEGERSFAMILIE UIT ROTTERDAM Philip van Horik is al dik veertig jaar voeger. Hij voert klussen uit met een netwerk van collega’s en biedt, met eigen steiger, ook andere geveldiensten aan, zoals reinigen, impregneren en gevelherstel. “Ik heb het vak in de praktijk geleerd.” Voegen zit al generaties in de genen van de familie, vertelt Philip van Horik. Dat gaat terug tot de negentiende eeuw. En in de twintigste eeuw was de familie Van Horik een van de grootste voegersfamilies van Rotterdam. Van Horik is in de regio dan ook niet de enige voeger met die achternaam: “Allemaal verwant.” VOEGSPIJKER AFSLIJPEN In Museum Paulina Bisdom van Vliet pakte Philip van Horik alleen de uitgesleten stootvoegen aan. De lintvoegen waren voor 98% intact. Daar hoefde niets aan te gebeuren. Van Horik wijst op een bijzonderheid van de stootvoegen in Haastrecht: "Die zijn in dit gebouw maar één tot twee millimeter breed. Normaal is een breedte van vier à vijf, soms zes millimeter. Hier heeft die smalle stootvoeg puur een esthetische achtergrond. Het oogt strakker en rijker, je ziet het wel vaker bij statige gevels waar een berg geld in kon worden gestoken. Om het karakter van zo’n gevel te behouden, mag je die voegen niet breder maken. Om met zulke smalle voegen uit de weg te kunnen, moesten we een voegspijker afslijpen naar een breedte van 1 tot 2 mm. Daarmee konden we tussen de stenen werken. Je mag die bakstenen tijdens het voegen niet aanraken, je wilt geen mortelvlekken achterlaten. Dat vergt veel concentratie. Ik ken collega’s die er bloedzenuwachtig van worden en zeggen: “Mij nie bellen”." SNIJVOEG De oorspronkelijke voeg was een snijvoeg. Van Horik: “De historische verklaring voor de snijvoeg is, vermoed ik, dat de bakstenen in de Middeleeuwen vanuit het bakproces allerlei onregelmatigheden bezaten; de gebakken stenen waren dik, dun, breed. Met een snijvoeg kun je die verschillen goed uitvlakken en krijg je aan de gevel een gelijkmatig beeld.” Zo’n snijvoeg, zeker niet iedereen kan dat. Van Horik: “Die zet je vanuit de hand op gelijk met het metselwerk en aan de binnenkant, ter hoogte van de onder- en de bovenkant van de baksteen, snijd je de baarden af. Je moet voor zo’n manier van voegen de interesse hebben om er iets moois van te maken.” STEEDS WEER ANDERS Een monumentaal pand is altijd bijzonder om aan te werken, vertelt Philip van Horik: “Het is steeds weer anders. Je moet voor jezelf vooraf een beeld vormen: hoe moet het worden? En als het goed is uitgevoerd, zit het weer voor minimaal 50 jaar.” Over de toekomst van het vak zegt Van Horik: “Ongetwijfeld is er in mijn vak instroom van mensen die interesse hebben in het vak en uiteindelijk zichzelf leren hoe je het doet. Er is een mbo-opleiding, maar werken als restauratievoeger, dat leer je uiteindelijk toch in de praktijk.” 27 NUMMER 5 - 2022 | BOUWBELANG

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=